Compare proclamation with translation

Other translations:

생각의 근원은 사람의 심장.

모든 생각은 깊은 심장에서 나와, 이제 먼저 생각을 생각으로 느끼고 표현할 수 있는 신체 내부 기관으로 전달된다. 왜냐하면 사람이 생각을 의식하려면, 먼저 사람의 심장 즉 자기 내면의 깊고도 깊은 곳에서 생성돼야만 하기 때문이다. 그를 가장 깊은 감동을 주는 것은 심장에서 느끼는 것이다. 이 느낌이 생각을 만들어낸다. 이 느낌을 심장에서 감지 못하지만, 이 느낌은 느낌의 세계에서 나온 것이며, 두뇌로 전달이 되어, 생각으로 영접이 되고, 인간의 의식의 세계에 나타날 때까지 어느정도 붙잡아 둔다. 사람들은 생각의 본질을 모르기 때문에, 생각이 신체기관의 생물학적 작용으로 두뇌에서 나오는 것으로 알고 있다.

그러므로 생각의 근원이 심장인 것을 믿을만 하게 여기지 않는다. 그가 자신의 느끼는 중심지를 심장으로 여긴다면, 그리고 생각을 하나의 느낌으로 여기려고 노력한다면, 이를 이해하기가 쉬울 것이다. 가장 간단하게 말하면, 영접하는 기관 안에 번개같이 영적인 흐름이 불어넣어 준 것을 사람의 의지가 붙잡는 것이다. 그러므로 생각은 영적인 힘이고, 심장을 통해 두뇌로 전달되어, 두뇌에서 받아들여지거나 또는 만약에 의지가 약할 때에는 인간의 의식까지 도달하지 못하고 다시 사라진다.

한 생각이 생각을 받아들이기 위해 만들어진 인체기관에 의해 받아들여지느냐 마느냐는 항상 그의 의지에 달려있다. 왜냐하면 사람이 원하면, 신체의 기관이 작동하기 시작해, 심장으로부터 올라오는 생각을 받아들이고 처리하기 때문이다. 다시 말해 이런 생각은 이미 존재하는 생각과 어울린다. 다시 말해 이 생각은 즉시 존재하는 생각에 정리된다. 그리고 이제 사람의 의지에 따라 자유롭게 이 생각을 받아들이거나, 버린다. 사람의 생각을 담당하는 신체기관은 심장에서 오는 모든 느낌이 그림처럼 반영되도록 만들어졌다. (1941년10월13일)

사람의 의지로 이런 그림에 주의를 기울일 때, 이런 그림은 이를 위해 지어진 세밀한 신경막에 각인이 되어, 그가 언제든지 다시 볼 수 있다. 그래서 그가 원한다면, 언제든지 떠올릴 수 있다. 이를 바로 기억력이라고 한다. 받은 인상이나 그림들이 아주 나중에 인간의 의식세계에 다시 나타나면, 생각을 위한 기관이 활동한다. 생각하는 기관은 수많은 그림들이 저장된 신경막에서 사람의 의지가 표현하고 싶은 것을 골라낸다. 이렇게 아주 오래된 인상이나, 생각으로 형성되기 전에, 사람의 심장을 움직였던 일들을 다시 기억해 낼 수 있다.

왜냐하면 사람의 의지로 영접해서 인상으로 남은 인상은, 수도 없이 많은 인상이 이 그림들을 약화시킬 때까지, 다시 말해 기억력이 약해져, 더 이상 의식의 세계에 떠올릴 수 없게 될 때까지, 남아있기 때문이다. 영적 인상들이 이제 세상적인 인상과 그림들을 물리칠 것이다. 만약에 심장이 영의 세계에서 오는 힘의 흐름을 받을 준비가 됐다면, 인간의 의지도 또한 준비가 되어 있어, 생성된 생각을 두뇌로 보내고, 붙잡는다. 왜냐하면 그는 이런 힘의 흐름을 유익하게 생각해, 이를 통해 생성된 그림들을 아주 자주 선명하게 보는 일이 그가 추구하는 일이기 때문이다.

결과적으로 이런 그림들은 특별하게 세밀하게 새겨져, 곧 그 사람의 모든 생각을 채운다. 그러므로 힘과 생각은 하나의 같은 개념이다. 다른 점이 있다면, 사람에게 임하는 생명력이 생각의 근원인지, 영의 세계에서 받은 힘이 생각의 근원인지의 차이이다. 항상 생각은 심장에서 생성된다. 왜냐하면 모든 힘의 흐름은 먼저 심정으로 향하고, 심장으로부터 다시 전달되기 때문이다. 그럴지라도 단지 사람의 의지를 통해 생각이 두뇌로 전달되는 것을 막거나, 또는 생각이 그림으로 표현될 수 있기 전에 물리칠 수 있다. 그러므로 사람은 자기가 하는 생각에 책임이 있다. 왜냐하면 의지가 어떤 생각에 깊은 인상을 받을지를 결정하고, 어떤 생각을 의식할 것인지를 결정하기 때문이다.

아멘

Translator
번역자: 마리아, 요하네스 박

De oorsprong van de gedachte in het hart van de mens

Elke gedachte stijgt op uit de diepte van het hart en slaat dan pas haar weg in, in de daarvoor bestemde organen, waardoor zij als gedachte gevoeld en tot uitdrukking gebracht wordt. Want voordat de gedachte in de mens tot bewustzijn komt, moet zij in het hart, dat wil zeggen in het innerlijke van de mens worden geboren. Wat hem ten diepste bezighoudt, dat voelt hij in het hart en dit gevoelen laat de gedachte ontstaan, weliswaar met het hart niet voelbaar, maar vanuit het gevoelsleven geboren en nu pas naar de hersenen geleid, die de gedachte opnemen en haar in zekere zin vasthouden, tot het de mens tot bewustzijn komt. De mens gelooft dat de gedachte van de hersenen uitgaat, dat zij daar ontstaat door organische bezigheid, want hij weet niets van het wezen van de gedachte. En daarom zal hem de verklaring niet geloofwaardig zijn, dat de gedachte in het hart haar oorsprong heeft. Maar begrijpelijker zal het hem worden, wanneer hij het hart als centrum van zijn gevoel beschouwt, wanneer hij tracht ook de gedachte als een gevoel te zien.

De eenvoudigste oplossing echter is die, dat geestelijke stromingen bliksemsnel in een opnamevat uitstromen en door de wil van de mens worden vastgehouden. Dus is de gedachte geestelijke kracht die via de weg van het hart omgeleid wordt naar de hersenen, daar vastgehouden, of waar de wil te zwak is, dadelijk weer wordt opgegeven zonder het bewustzijn van de mens binnengedrongen te zijn. En steeds is het van de wil afhankelijk of een gedachte wordt vastgepakt door de daartoe bestemde organen, want zodra de mens wil, treden deze pas in werking en nemen de uit het hart opstijgende gedachte in ontvangst en verwerken deze. Dat wil zeggen: zij wordt bij de al aanwezige gedachten gevoegd, zij wordt dus als het ware ondergebracht in het al voorhanden zijnde gedachtegoed en kan nu naar believen uitgeschakeld of ingeschakeld worden, al naar gelang de wil van de mens. Want de denkorganen van de mens zijn zo geconstrueerd dat elk voelen van het hart zich als een beeld weerspiegelt.

En zodra nu acht wordt geslagen op het beeld door de wil van de mens, wordt het vastgehouden. Dat wil zeggen: het raakt gegrift in speciaal daartoe bestemde fijnste netvliezen en is zo voor de mens altijd zichtbaar, dus hij zal het zich voor de geest kunnen halen wanneer hij wil. Dit is het zogenaamde herinneringsvermogen. Wanneer indrukken of beelden lange tijd nadien de mens weer tot bewustzijn worden gebracht, dan zijn de denkorganen werkzaam. Ze ontdekken onder de ontelbare met beelden bedekte netvliezen dat wat de menselijke wil zich graag wil voorstellen en zo kunnen al lang vergane indrukken, die eerst het hart van de mens bezig hebben gehouden eer ze tot gedachten werden gevormd, te allen tijde in herinnering worden gebracht, omdat ze, eens door de wil van de mens aangenomen, als indruk blijven bestaan, tot ontelbare indrukken de beelden onduidelijk maken, dus het herinneringsvermogen zo zwak wordt, dat ze niet meer duidelijk tot het bewustzijn komen.

Geestelijke indrukken nu zullen aardse indrukken en beelden verdringen. Is dus het hart bereid krachtstromingen uit het geestelijke rijk op te nemen, dan is ook de menselijke wil bereid de nu geboren gedachten naar de hersenen over te brengen en vast te houden. Want hij ervaart de krachtstroom als weldadig en zijn streven is, de daardoor ontstane beelden zeer vaak en duidelijk te aanschouwen. Bijgevolg zullen deze beelden zich bijzonder scherp ingraven, zodat ze spoedig het hele denken van de mens in beslag nemen.

Kracht en gedachte is bijgevolg een begrip, alleen dat het verschillend is of alleen de aan de mens toekomende levenskracht of de uit het geestelijke rijk overgebrachte kracht oorsprong van de gedachte is. Maar steeds wordt de gedachte in het hart geboren, want elke kracht stroomt eerst naar het hart en wordt van daaruit verder geleid. Er kan echter door de menselijke wil het verder leiden naar de hersenen worden verhinderd, of de gedachte teruggedrongen eer hij zich als beeld kon uiten. En daarom is de mens ook voor zijn gedachten verantwoordelijk, want zijn wil bepaalt welke gedachten zich duidelijk inprenten en zijn wil bepaalt welke gedachten steeds weer in het bewustzijn worden gebracht.

Amen

Translator
번역자: Gerard F. Kotte