하나님을 섬기려는 의지는 필연적으로 하나님의 은혜를 받게 해줄 것이다. 왜냐하면 하나님은 이런 자원하는 의지를 인간의 축복을 위해 사용하기를 원하기 때문이다. 그러므로 하나님은 또한 자신을 섬기기 원하는 사람에게, 그가 자신의 과제를 수행할 수 있게 해주는 모든 은사를 갖추어 줄 것이다.
사람들에게 도움을 주려면, 도움을 주는 일은 다시 단지 사람을 통해 가능하다. 왜냐하면 세상 밖의 세력은, 믿음의 자유가 침해를 받기 때문에, 공개적으로 자신을 나타낼 수 없기 때문이다. 그러나 그럴지라도 그들은 일을 한다. 그들은 단지 믿도록 강요하지 않는 방식으로 일을 한다. 이를 위해 그들은 믿을 가진 자원하는 사람을 사용한다.
그런 사람에게 이제 이미 은혜가 주어진다. 이로써 그에게 영적인 양식이 흘러가고, 영의 존재가 하나님의 사명을 받아, 끊임없이 그에게 영적인 양식을 제공한다. 이런 일은 그에게 믿음의 힘을 주고, 그가 추구하게 만들고, 지식을 얻게 해주는 특별한 은혜이다. 사람은 이제 하나님과 더욱 친밀한 관계를 맺고, 하나님의 사랑의 원천에서 쉬지 않고 기른다. 왜냐면 그가 설명을 원하는 곳에서 그에게 설명이 주어지기 때문이다.
그는 하나님을 더 많이 깨닫고, 이를 통해 사랑하는 법을 배우고, 하나님을 향한 사랑은 적극적인 이웃 사랑으로 표현되고, 따라서 하나님을 섬기기 위해 자신을 드리는 사람의 성품은 고귀하게 된다. 왜냐면 그가 항상 하나님의 사랑과 은혜에 합당하게 되기 위해 하나님을 기쁘게 하는 일을 하고, 자신에 대한 작업으 하기 때문이다. 하나님을 섬기기 원하는 일은 이미 의지를 올바른 방법으로 사용하는 일이다. 하나님은 이런 사람을 절대로 버리지 않는다.
하나님을 향한 의지가 하나님이 사랑과 보살핌으로 그 사람을 돌보게 하고, 끊임없이 자신의 능력과 은혜를 그에게 주게 하기에 충분하다. 왜냐면 사람은 이런 목적을 위해 이 땅의 삶을 살기 때문이다. 그가 하나님을 갈망한다면, 그가 하나님을 인정하고, 이제 하나님을 섬기겠다는 자신의 자원하는 의지를 하나님께 선언한다면, 그는 시험에 합격한 것이다. 그는 이제 그의 의지의 힘이 단지 강해지기만 하면 된다. 그러므로 그에게 이제 겉으로 보기에 하나님의 은혜를 받지 못한다고 느끼는 시간이 갖게 된다.
그러나 자신의 과제를 완수하기 위해, 그는 믿음이 강해야만 하고, 의지가 강해야만 한다. 그렇지 않으면 그는 하나님을 섬기기 원하는 사람에게 생기는 많은 장애물을 극복할 수 없게 될 것이다. 그러므로 그는 또한 자신의 믿음과 의지가 강화되도록 이전에 투쟁을 해야만 한다. 그는 간절하게 하나님의 은혜를 구해야만 한다. 항상 하나님과의 연결을 확립해야만 한다. 왜냐하면 단지 이런 방법으로만 그가 자신의 과제를 감당하기 위해 성숙헤질 수 있기 때문이고, 그의 과제를 성취하는 일이 아주 필요하고, 이 일은 또한 인류에게 축복을 주기 때문이다.
하나님은 인간에게 수행할 수 있는 과제를 준다. 하나님이 이 땅의 자녀에게서 더 큰 자원하는 의지를 찾을수록, 그에게 줄 수 있는 과제도 더 커진다. 하나님은 이 땅의 자녀를 자신을 표현할 수 있는 도구로 사용할 수 있다. 그러나 사람들에게 자연스러운 방식으로 사용할 수 있다. 하나님은 자신의 도구를 통해 사람들이 단지 믿기를 자원한다면, 사람들이 쉽게 믿을 수 일을 일으킬 것이다.
하나님은 자신과 사람들 사이에 중개자가 필요하기 때문에, 자신을 중개자로 드리는 모든 사람에게 특별한 은혜를 줄 것이다. 하나님은 그의 뜻을 축복하고, 그가 인류에게 축복을 주는 사람이 되게 한다.
아멘
TranslatorDe bereidwilligheid om God te dienen, zal onvermijdelijk ook de genade van God tot gevolg hebben, want God wil deze bereidwilligheid gebruiken tot zegen van de mensen en Hij zal daarom degene, die Hem dienen wil, ook met alle gaven uitrusten, die hem in staat stellen om zijn taak te vervullen.
Als de mensen hulp gebracht moet worden, dan is dit alleen maar weer door een mens mogelijk, want bovenaardse krachten kunnen zich niet duidelijk zichtbaar op laten merken, omdat de geloofsvrijheid dan aangetast zou worden. Maar ze zijn toch werkzaam, alleen op een manier, die niet tot geloven dwingt en ze bedienen zich daartoe van een bereidwillig mens, die gelooft. Deze wordt nu al in zoverre de genade toegestuurd, als dat hem nu geestelijk voedsel toestroomt, die geestelijke wezens hem in opdracht van God voortdurend aanbieden. Dit is een buitengewone genade, die hem geloofskracht geeft en hem ijverig en wetend maakt.
De mens brengt een steeds inniger wordende verbinding met God tot stand en put onophoudelijk uit Zijn liefdesbron. Want hem valt opheldering ten deel, als hij hiernaar verlangt. Hij leert God steeds beter kennen en daardoor lief te hebben en deze liefde voor God komt in actieve naastenliefde tot uiting en zodoende veredelt zich het wezen van degene, die zich ten dienste aan God aanbiedt, want hij zal steeds zijn best doen om dat te doen, wat God welgevallig is en aan zichzelf werken om de liefde en genade van God waardig te worden.
God te willen dienen is al een op de juiste manier actief worden van de wil en God laat deze mens nooit vallen. De wil tot God is voldoende om God zich in liefde en zorg om de mens te laten bekommeren en hem voortdurend Zijn kracht en genade te geven, want de mens leeft zijn aardse leven voor dit doel. En hij doorstaat de proef als hij naar God verlangt, als hij Hem erkent en Hem nu zijn bereidwilligheid om Hem te dienen meedeelt.
Hij moet alleen nog maar sterker gemaakt worden in zijn wil en heeft daarom momenten, waar hij zich niet toebedeeld voelt door de goddelijke genade. Maar om zijn opdracht te kunnen vervullen, moet hij sterk zijn in het geloof en over een buitengewoon sterke wil beschikken, omdat hij anders de vele weerstanden, die ontstaan voor iemand die God wil dienen, niet zou kunnen overwinnen. Hij moet dus van tevoren ook vechten, opdat zijn geloof en zijn wil sterker worden. Hij moet smekend om de goddelijke genade vragen. Hij moet de verbinding met God tot stand brengen, want alleen zo kan hij rijp worden voor zijn taak, waarvan de vervulling zo buitengewoon noodzakelijk is, maar ook zegen brengt voor de mensheid.
God bedeelt de mens die taak toe, die hij aan kan en hoe groter de bereidwilligheid is die Hij vindt bij een mensenkind, des te grotere opdrachten kan Hij het geven. Hij kan het als Zijn werktuig gebruiken, doordat Hij Zichzelf kan uiten, maar op een manier, die voor de mens natuurlijk lijkt. Hij zal door Zijn werktuigen dingen volbrengen, die het voor de mensen gemakkelijk maken om te geloven, als ze maar bereidwillig zijn. En omdat God middelaars nodig heeft tussen Zichzelf en de mensen, zal Hij ook eenieder, die zich aan Hem als middelaar aanbiedt, met buitengewone genade bedenken. God zegent hun wil en laat hen tot zegenbrengers voor de mensheid worden.
Amen
2109
Werelden zullen vergaan, maar Gods woord blijft bestaan
Werelden zullen vergaan en ontstaan en steeds zullen er nieuwe wezens deze werelden bewonen en steeds weer zal God hun Zijn woord doen toekomen, want enkel door het woord wordt het hun bekendgemaakt, dat God alles geschapen heeft en waarom Hij het geschapen heeft. Maar nooit zal het woord van God zich veranderen. Het zal steeds hetzelfde woord zijn, omdat het eeuwig en altijd de waarheid bekendmaakt. En steeds zal het goddelijke woord het richtsnoer zijn, waarnaar de wezens in het stadium van de vrije wil moeten handelen om de weg van hun voltooiing te gaan. Steeds zal het woord van God hem de weg wijzen en in eeuwigheid zal dezelfde wet gelden, de wet van de liefde, die beslist vervuld moet worden om tot God te geraken.
En dit proces zal gedurende eeuwigheden plaatsvinden, want talloze wezens moeten nog de gang van de opwaartse ontwikkeling gaan en talloze scheppingen moeten nog ontstaan voor juist deze wezens. En eeuwig en altijd zal de kracht uit God naar de wezens stromen, die Gods scheppingen bevolken. Eeuwig en altijd zal de liefde werkzaam zijn om vormen te laten ontstaan voor de nog onvolmaakte wezens. Eeuwig en altijd zal het licht strijden tegen de duisternis en de liefde zal zich met erbarmen neigen naar degene die onvolmaakt is, om het naar de hoogte te leiden.
Want talloze wezens zijn uit de macht van het kwaad voortgekomen en deze wezens verkeren in de grootste nood. Ze leiden al eeuwigheden en moeten nog eeuwigheden in de vorm doorbrengen, voordat ze het rijk van het licht binnen kunnen gaan. Maar de liefde van God is grenzeloos en onbegrijpelijk en deze schept steeds nieuwe mogelijkheden om het lot van de niet verloste wezens te verlichten. Hij bekommert Zich over elk wezen en leidt het naar het licht. Hij wordt nooit moe zich zorgen te maken om hetgeen ver van God verwijderd is. En zoals het wezenlijke in het stadium van de vrije wil is, komt Hij hem Zelf in het woord tegemoet.
En ofschoon er ook eeuwigheden voorbijgaan, het goddelijke woord zal steeds de binding zijn tussen God en de mensen. Het goddelijke woord zal de krachtbron zijn voor het opwaarts strevend geestelijke. En geen macht zal het lukken om het goddelijke woord te vernietigen. Het woord blijft bestaan tot in alle eeuwigheid. In steeds dezelfde waarheid, van de liefde getuigend en liefde predikend, genade belovend en genade uitdelend, gelukkig makend en verlossend en uiteindelijk leidend naar God.
Want God beschermt Zijn woord tegen de ondergang en Hij brengt het steeds weer in alle zuiverheid in de nabijheid van de mens, zodra de menselijke wil het misvormd heeft. Het goddelijke woord is waarheid en de waarheid blijft eeuwig onveranderlijk. En ofschoon ook werelden vergaan, het woord van God blijft bestaan tot in eeuwigheid.
Amen
Translator