영원의 개념을 이 땅의 창조물에 적용한다면, 이 개념이 추상적이라고 해야 할 것이다. 인간의 눈에 "영원한"이라는 용어가 적용될 수 있는 것이 세상에 아무것도 없다. 여러 창조 작품이 무한히 오랜동안 지속될 수 있지만, 결국에는 소멸이 될 것이다. 즉 인간의 눈에 보이지 않게 된다. 그러면 "영원한 시간"이라는 문구를 사용할 수 있다. 그러나 "영원"이라는 말은 사용할 수 없다. 영원이라는 말은 끝이 없는 것으로, 항상 지속되는 것으로, 따라서 불멸한 것으로 이해해야만 하기 때문이다.
그러나 보이는 모든 것은 일시적이고, 일시적이어야만 한다. 왜냐면 성숙하기 위한 특정한 시간이 주어진 영적인 존재가 그 안에 거할 때, 비로소 보이고, 그러므로 영적인 존재가 결국에는 창조물을 떠나야만 하고, 이로써 창조물이 더 이상 보이지 않게 되기 때문이다. 모든 볼 수 있는 창조물의 기간은 제한되어 있고, 그러므로 끝이 있어야만 한다. 그러므로 영원이라는 개념은 보이지 않는, 영의 나라에만 적용이 된다.
영의 나라는 시작도 없고 끝도 없다. 영의 나라는 불멸하다. 왜냐면 끝없는 시간이 지나갈지라도, 영적인 존재는 소멸되지 않기 때문이다. 그러므로 모든 볼 수 있는 것은 영원의 세계에서는 없어져야만 한다. 다시 말해 보이는 물질은 영의 나라에서, 더 이상 찾아볼 수 없게 된다. 온전하지 못한 존재조차도 자신이 본다고 생각하는 것이 더 이상 순수한 현실이 아님을 곧 깨닫게 될 것이다. 시간이 오래 걸리지 않아 그들은 허상인 모든 물질에 속는 거짓 관점을 깨닫게 된다.
그들이 아직 갈망했던 물질이 사람의 눈앞에서 안개처럼 사라진다. 그러면 비로소 그런 혼이 영원의 개념을 이해할 수 있게 된다. 그러면 영적인 삶이 영원히 지속되고, 행복하게 되거나 또는 영의 나라에 영원히 머문다는 생각이 고통이 될지의 여부가 영적인 성숙의 상태에 달려 있음이 존재에게 분명해진다. 왜냐면 존재가 단지 영적인 눈으로 볼 수 있게 될 때, 존재가 시간과 공간을 극복하기 때문이다._>아멘
TranslatorHet begrip “eeuwigheid” zou abstract te noemen zijn als men het toe zou willen passen op om het even welk aards scheppingswerk dan ook. Er is niets in de wereld, wat met het menselijke oog zichtbaar is, waarop het begrip “eeuwig” van toepassing zou kunnen zijn. Weliswaar kan menig scheppingswerk een eindeloos lange tijd bestaan, maar uiteindelijk zal het toch vergaan. Dat wil zeggen dat het voor het menselijke oog onzichtbaar wordt. Men kan dan wel de uitdrukking “eeuwige tijden” gebruiken, maar nooit het woord “eeuwigheid”. Want onder eeuwig moet begrepen worden nooit eindigend, altijd bestaand blijvend, dus onvergankelijk zijnde.
Maar al het zichtbare is vergankelijk en moet dat ook zijn, omdat het pas zichtbaar is als het geestelijke daarin intrek genomen heeft. Maar het geestelijke heeft een bepaalde tijd gekregen, dus uiteindelijk zal het eens het scheppingswerk moeten verlaten, waarna deze dan ook niet meer zichtbaar is.
De tijdsduur van alle zichtbare scheppingen is begrensd. Het moet daarom dus een einde hebben. Bijgevolg bestrijkt het begrip van de eeuwigheid enkel het niet zichtbare, dus het geestelijke rijk. Dit rijk is zonder begin en zonder einde. Het zal nooit ophouden te bestaan, ook wanneer er eindeloze tijden voorbijgaan, want het geestelijke is onvergankelijk.
Dientengevolge moet dus al het zichtbare wegvallen. Dat wil zeggen dat het materieel zichtbare in de eeuwigheid, in het geestelijke rijk, niet meer aan te treffen is. Zelfs de meest onvolmaakte wezens zullen heel spoedig inzien dat dat, wat ze geloven te zien, geen zuivere werkelijkheid meer is en er zal een niet al te lange tijd voorbijgaan, dat ze hun verkeerde zienswijze, dat ze al het materiële als hersenschimmen voorgekauwd gekregen hebben, zullen beseffen. En deze verdwijnen als nevel voor de ogen van degene, die er zojuist nog naar verlangde.
Pas dan zal ook voor zulke zielen het idee van de eeuwigheid begrijpelijk worden. Pas dan wordt het voor het wezen duidelijk, dat het van zijn geestelijke toestand van rijpheid afhangt of voor het wezen de zekerheid dat het geestelijke leven eeuwig duurt gelukkig makend voor hem is of dat daarentegen de gedachte aan een nooit eindigend verblijf in het geestelijke rijk een kwelling voor hem is. Want het wezen zal pas dan gelukkig zijn, wanneer het in staat is met het geestelijke oog te schouwen, het dus ook de tijd en ruimte overwonnen heeft.
Amen
Translator