• Indietro

I Miracoli della Creazione dovrebbero stimolare alla riflessione

Vi vengono sempre di nuovo fatti notare i Miracoli della Creazione e non dovete passare oltre ciecamente, perché tutto intorno a voi dimostra Me ed il Mio Potere, dato che voi uomini siete incapaci di far sorgere la piantina più minuscola, l’essere più minuscolo, per non parlare di voi stessi come la corona della Creazione. E vi muovete in mezzo all’intera Creazione come qualcosa del tutto autonomo e il più naturale e non domandate, a quale senso e scopo serva ben la Creazione. E tutto vi dovrebbe comunque ammonire ad un Creatore, il Quale è oltremodo saggio e potente ed il Quale viene determinato dal Suo Amore a crearvi un tale Ambiente del quale dovete gioire. Voi stessi, quale la più grande Opera di Miracolo della Mia Creazione, potete pensare, ed usate questa facilitazione solamente, per procurarvi tutto ciò che vi viene aggiunto gratuitamente, se rifletteste sul senso e lo scopo della Creazione e su voi stessi e viveste ora rispetto a questo scopo. Perché così come Io conservo l’intera Creazione, così conservo anche la vostra vita corporea, ed ogni preoccupazione per ciò sarebbe inutile.

Ma i pensieri degli uomini percorrono altre vie, non badano a quello che a loro sta più vicino e non riflettono nemmeno sul Creatore e Conservatore di tutte le cose. Ma ognuno di questi pensieri troverebbe per loro una risposta dal Regno di Luce e questo davvero in un modo, che vedrebbero in Me come il loro Creatore ora anche il motivo del perché e per quale scopo Io ho messo l’uomo sulla Terra. Ed una tale predisposizione d’animo sarebbe giusta e farebbe presto maturare l’uomo, che adempirebbe il senso e lo scopo della vita terrena. Ma quanto diverso è con le creature, che la Mia Volontà ha messo in questo mondo? Passano oltre indifferenti a ciò che Io ho aggiunto per la loro gioia, e non sostano presso di Me con un solo pensiero e s’interrogano sul motivo della vita terrena. Ma con fervore accresciuto inseguono il mondo con i suoi beni, e tutto il loro volere e pensare è rivolto al bene corporeo.

Ma proprio il mondo terreno è il regno del Mio avversario, al quale ho ben tolto ogni forza, lasciando sorgere la Creazione, quindi gli ho tolto il suo seguito, ma ho dovuto lasciargli il suo dominio su di voi nello stadio come uomo, dove ora cerca di influire con tutto il potere su di voi nuovamente attraverso il suo mondo, attraverso la dura materia, nella quale è legato tutto lo spirituale immaturo. E proprio a questa “materia” aspirate e retrocedete molto lontano nel vostro desiderare, perché sono passate delle Eternità, quando avevate superato questa materia e siete saliti in alto nel vostro sviluppo. E perciò mediante il vostro desiderio di beni terreni siete così in pericolo, perché appena riempie tutto il vostro pensare, non osserverete quasi più la Creazione intorno a voi e non vi domanderete, per quale scopo Io l’abbia fatta sorgere. E proprio questa domanda potrebbe essere per la vostra benedizione, perché allora riconoscereste il vostro Creatore come un Dio dell’Amore, della Sapienza e della Potenza, al Quale vi potreste rivolgere e stabilire con Lui uno stretto legame.

E lo scopo della vostra vita terrena sarebbe adempiuto, perché Io non pretendo davvero molto da voi, voglio solo una cosa, che dobbiate imparare a riconoscerMi e ad amarMi. Ed a questo è più adeguata l’Opera di Creazione intorno a voi, che osserviate tutte queste Opere di Miracoli pensando a Me ed il vostro amore per Me aumenti e vogliate entrare in contatto con Me, per non sciogliere più questo legame. Quindi la Creazione è una dimostrazione della Mia Esistenza e del Mio Amore per tutto il creato, potete riconoscere Me Stesso, ed allora saprete anche che soltanto l’Amore l’ha fatto sorgere. E vi domanderete anche, perché il Mio Amore è così attivo. E la Risposta vi giungerà sempre, se la desiderate seriamente, perché la Luce verrà a tutti quelli che desiderano la Luce.

Amen

De wonderen van de schepping zouden tot nadenken moeten stemmen

Steeds weer wordt u op de wonderen van de schepping gewezen. En u zou daar niet blind aan voorbij moeten gaan, want alles om u heen is een bewijs van Mij en mijn macht, terwijl u mensen nog niet in staat bent om ook maar het kleinste plantje, het kleinste levende wezen te laten ontstaan, nog afgezien van uzelf als de kroon op de schepping. En u beweegt zich te midden van de hele schepping als iets geheel zelfstandigs en vanzelfsprekends en vraagt niet welke zin en welk doel de schepping wel dient. En alles zou u toch moeten laten denken aan een Schepper die uitermate wijs en machtig is en die door Zijn liefde ertoe wordt gebracht voor u zo’n omgeving te scheppen waarvan u kunt genieten. U zelf als het grootste wonder van mijn schepping, u kunt denken en u gebruikt dit voorrecht alleen maar om te vergaren wat u er gratis bij werd gegeven wanneer u over de zin en het doel van de schepping en over uzelf zou nadenken en nu in overeenstemming met dit doel zou leven.

Want evenals Ik de hele schepping in stand houd, zo zorg Ik ook voor uw lichamelijk leven en elke bezorgdheid daarover zou onnodig zijn. Maar de gedachten van de mensen gaan andere wegen. Wat het dichtst bij hen ligt, daar slaan ze geen acht op en ze denken ook niet na over de Schepper en Bewaarder van alle dingen. Maar elke overpeinzing van dien aard zou hun worden beantwoord vanuit het rijk van het licht, en dit waarlijk zo, dat ze in Mij als hun Schepper nu ook de beweegreden zouden zien, waarom en met welk doel Ik de mensen op de aarde heb geplaatst. En zo’n instelling zou juist zijn en zou de mens spoedig geheel rijp laten worden, zodat hij de zin en het doel van het leven op aarde zou vervullen.

Maar hoe anders is het bij de schepselen die mijn wil in deze wereld heeft geplaatst. Ze gaan achteloos voorbij aan datgene wat Ik hun tot vreugde erbij gegeven heb. En met geen enkele gedachte houden ze zich met Mij bezig en vragen zich af wat de reden is van hun aards bestaan. Maar met grote ijver jagen ze de wereld met haar goederen na en het lichamelijk welbehagen beslaat geheel hun willen en denken. Maar juist de aardse wereld is het rijk van mijn tegenstander, die Ik wel buiten werking stelde doordat Ik de schepping liet ontstaan, hem dus zijn aanhang ontworstelde, maar Ik moest zijn macht over u in het stadium als mens aan hem overlaten, waar hij nu uit alle macht op u tracht in te werken, weer door "zijn wereld", door de harde materie, waarin het hele onrijpe geestelijke gebonden is.

En juist deze materie streeft u na. En u gaat in uw verlangen hard achteruit, want het is eeuwigheden geleden dat u deze materie had overwonnen en in uw ontwikkeling vooruitging. En daarom loopt u door uw verlangen naar aardse goederen zo’n gevaar, want zodra het uw hele denken in beslag neemt, zult u nauwelijks nog de schepping om u heen aanschouwen en u ook niet afvragen met welk doel Ik ze liet ontstaan. En juist deze vraag zou u tot zegen kunnen strekken. Want dan zou u uw Schepper onderkennen als een God van liefde, wijsheid en macht, tot Wie u zich zou kunnen wenden, en met Wie u een nauwe verbinding tot stand kon brengen. En het doel van uw aards bestaan zou zijn vervuld, want Ik verlang waarlijk niet veel van u. Alleen dat ene wil Ik, dat u Mij zult herkennen en leren liefhebben. En het scheppingswerk is in staat om het u het gemakkelijkst te maken, dat u al deze wonderen beschouwt en aan Mij denkt, en dat uw liefde voor Mij groeit en u met Mij in verbinding zult willen treden om deze band nu niet meer te verbreken.

De schepping is dus een bewijs van mijn bestaan en mijn liefde voor al het geschapene. U zult Mij zelf kunnen herkennen en u zult ook weten dat alleen de liefde ze liet ontstaan. En u zult u afvragen waarom mijn liefde dus werkzaam werd. En het antwoord zal steeds tot u komen wanneer u dit ernstig begeert. Want allen die naar licht verlangen, zal licht ten deel vallen.

Amen