Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

Forza e consapevolezza dell’io – Facoltà di pensare – Volontà

Voi uomini non potreste sussistere se la Mia Forza non vi affluisse, oppure anche voi non vivreste più se l’anima fosse fuggita da voi, che è Forza una vota irradiata da Me e che è la vera vita in voi. Quindi voi siete vivificati da Forza divina, che è defluita da Me, come la Fonte UR dall’Eternità della Forza. Per voi, che non credete in un Dio e Creatore, la vostra vita d’amore è soltanto un processo naturale, che voi stessi non potete spiegarvi, che non muove nemmeno i vostri pensieri in modo particolare, che vi è piuttosto indifferente e che potrebbe rendervi riflessivi soltanto, perché anche voi che siete perituri, dovete una volta dare la vostra vita terrena, , se non credete in una continuazione della vita. Che però la Mia Forza, che è in voi come anima, costituisce la vostra vera consapevolezza dell’io come uomo, non lo potete afferrare e che in fondo in fondo siete la stessa cosa nella vostra Sostanza dall’Eternità come il vostro Dio e Ceatore, su ciò voi non riflettete, e perciò non valutate la vostra vita terrena, se non vi rendete conto del suo vero scopo. Ogni uomo è originariamente una creatura divina, perché l’essere uomo non è l’inizio della sua esistenza, ma solo la conseguenza di uno smarrimento sconfinato degli esseri creati da Me in tutta la perfezione, ma è sempre la stessa Forza, che compenetra sia l’essere primo creato, che anche gli uomini e li rende capaci di vivere, soltanto che la Forza è attiva nei diversi gradi negli esseri di allora come anche nell’uomo, che quindi anche allora la stessa Forza era capace dell’attività creativa illimitata, mentre nell’uomo a causa della sua resistenza della caduta di allora da Me, giunge solo ad una minima attività. Ma soltanto attraverso la volontà dell’uomo stesso questa Forza può essere aumentata, finché si può rendere attiva di nuovo del tutto secondo la Mia Volontà, quando l’uomo si perfeziona sulla Terra. Su questo gli uomini non sanno niente, e non si considerano diversamente da tutte le Opere di Creazione intorno a loro stessi, che sono comunque anche la Mia Forza, altrimenti non potrebbero esistere, perché non esiste niente che non sia compenetrato dalla Mia Forza, ma le Opere di Creazione rimangono senza consapevolezza dell’io finché le singole scintille di Forza non si siano raggruppate in un’anima umana e poi possiedono anche di nuovo la consapevolezza dell’io come allora. Ma contemporaneamente l’uomo ha riottenuto la consapevolezza dell’io la facoltà di pensare, e solo questa ora gli rende possibile con la buona volontà, di stimare i pensieri che salgono in lui. Ma in lui c’è anche una minuscola scintilla d’amore che può accendere una piccola Luce. E così possono di nuovo venire risvegliati in lui Forze divine, che una volta possedeva ed ha perduto nella sua caduta da Me. Perché la Forza, che compenetra ogni uomo come creatura divina, ha anche qualche effetto. Ma decide la volontà dell’uomo, se la Forza viene impiegata secondo la Volontà divina e da ciò segue costante accrescimento della Forza divina, oppure se ha per scopo soltanto la conservazione del corpo e poi ne viene di nuovo abusato, come un tempo, quando ha avuto luogo la caduta degli esseri da Me, perché questi esseri non erano attivi secondo la Mia Volontà, ma vi opponevano la loro propria volontà errata. Solo quando l’uomo si rende pienamente conto di essere una creatura di Dio e che la sua persistenza è assicurata soltanto mediante la compenetrazione di Forza divina, solo allora cercherà anche di usare bene questa Forza, e poi baderà anche ad aumentare costantemente l’apporto della Forza divina. Ed allora imparerà anche ad amare Me Stesso, agirà nell’amore, e sarà sempre di più colmo di Forza, più è attivo nell’amore. Tutto è la Mia Forza in tutto ciò che vedete intorno a voi e così anche voi uomini potete essere nella vostra sostanza primordiale solo la Mia Forza irradiata. E dovete pensarci seriamente che il vostro Creatore, Che è piena Verità, vi ha dato la vita per uno scopo. Ma che questo scopo non consiste soltanto in prestazioni e successi terreni, ve lo dovrebbe già dire soltanto il vostro intelletto, e perciò non dovete smettere di domandare e cercare di sondare lo scopo della vostra esistenza terrena. Questi pensieri sono troppo importanti per essere respinti quando sorgono in voi, e chi li muove seriamente in sé, non verrà certamente lasciato senza Risposta, che gli sarà anche accettabile, persino quando gli giunge solo mentalmente. Ma chi considera sé stesso così insignificante, che si ritiene un prodotto casuale di forze della natura, non potrà registrare alla fine della sua vita terrena nessun successo spirituale, sarà nello stesso stato come all’inizio della sua incorporazione come uomo, oppure sarà sprofondato ancora più in basso, perché in lui c’è ancora la stessa resistenza contro di Me, che lo ha indotto alla caduta di un tempo da Me. Ed Io non spezzo questa resistenza con violenza, ma dovrà soffrire ancora per tempi infiniti, finché rinuncerà egli stessi a questa resistenza e ritornerà a Me.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Kracht - Ik-bewustzijn - Denkvermogen - Wil

U, mensen zou niet kunnen bestaan als Mijn Kracht u niet doorstroomde, of anders gezegd, u zou niet meer leven als de ziel uit u gevloden zou zijn - die de eens door MIJ uitgestraalde kracht is en het eigenlijke leven in u is. Dus bent u door goddelijke Kracht tot leven gewekt die van MIJ- als de Oerbron van Kracht-is uitgestroomd.

Voor u, die niet gelooft aan een GOD en Schepper, is uw lichamelijk leven maar een natuurlijk proces, waarvoor u voor uzelf weliswaar geen verklaring kunt vinden, maar dat ook uw gedachten niet zozeer bezig houdt, dat u veelmeer onverschillig is en u maar in zoverre tot nadenken zou kunnen brengen, doordat ook u eenmaal uw aardse leven zult verliezen - dat u vergankelijk bent - als u niet aan een voortleven gelooft.

Dat echter de Kracht uit MIJ, die als ziel in u is, de basis is van het eigenlijke ik-bewustzijn van de mens, kunt u niet begrijpen. En dat u uiteindelijk in uw oersubstantie hetzelfde bent als uw GOD en Schepper, daarover denkt u niet na - en daarom benut u ook uw aardse leven niet, als u zich het eigenlijke doel niet bewust is.

Ieder mens is oorspronkelijk een goddelijk schepsel, want het menszijn is niet het begin van zijn bestaan maar eerst het gevolg van een grenzeloze dwaling van de door MIJ eens in alle volmaaktheid geschapen wezens. Altijd echter is het dezelfde Kracht die zowel de eerstgeschapen wezens, alsook de mensen doorstroomt en hen in staat stelt te leven. Het is alleen dat die Kracht in verschillende graden in de wezens van weleer, alsook in de mensen werkzaam is, dat dus eens diezelfde Kracht tot onbegrensde scheppende activiteit in staat was, terwijl ze in de mens vanwege zijn weerstand door de vroegere afval van MIJ - slechts tot uiterst geringe werkzaamheid komt.

Maar door de wil van de mens zelf kan deze Kracht altijd vermeerderd worden, tot ze weer geheel naar Mijn Wil actief zal zijn - als de mens zich op aarde voltooit. Daarover weten de mensen niets en ze beschouwen zichzelf niet veel anders dan alle scheppingswerken om hen heen, die wel evenzo Kracht uit MIJ zijn, daar ze anders niet zouden kunnen bestaan. Want er is niets wat niet door Mijn Kracht doorstroomd is, alleen zijn de scheppingswerken zolang zonder ik-bewustzijn, tot de afzonderlijke krachtvonkjes samen een menselijke ziel gevormd hebben en dan ook weer het ik-bewustzijn bezitten zoals voorheen.

Tegelijk met het ik-bewustzijn echter heeft de mens het denkvermogen teruggekregen, en dat geeft hem ook weer de mogelijkheid, met een goede wil, de in hem opkomende gedachten tegenover elkaar af te wegen. Maar er is ook een heel klein liefdevonkje in hem dat ook een klein lichtje ontsteken kan. En zo kunnen weer goddelijke Krachten in hem worden gewekt die hij eens bezat en door zijn afval van MIJ verloor. Want deze Kracht die ieder mens - als goddelijk schepsel - doorstroomt, heeft op de een of andere wijze ook zijn uitwerking. De wil van de mens beslist echter of die Kracht naar goddelijke Wil wordt aangewend - en daardoor voortdurende vermeerdering van de goddelijke Kracht tengevolge heeft, of, dat alleen de verzorging van het lichaam wordt beoogd en dan weer misbruikt wordt zoals eens, toen de afval van de wezens van MIJ plaatsvond - omdat deze wezens niet overeenkomstig Mijn Wil werkzaam waren - maar hun eigen verkeerde wil daar tegenover stelden.

Pas als de mens zich ten volle bewust is dat hij een schepsel GOD's is en dat zijn bestaan alleen door het doorstromen van goddelijke Kracht verzekerd is, pas dan zal hij moeite doen deze Kracht ook goed te gebruiken - en er dan ook op bedacht zijn, het toestromen van goddelijke Kracht voortdurend te vermeerderen. Want dan zal hij ook MIJZelf leren liefhebben - hij zal in liefde werken - en hoe liefdadiger hij is, des te meer zal hij met kracht vervuld zijn.

Alles is Kracht uit MIJ, alles wat u om u heen ziet, dus kunt ook u, mensen in uw oersubstantie alleen uit MIJ uitgestraalde Kracht zijn. En u moet dit ernstig bedenken, dat uw Schepper, DIE vol van waarheid is, u terwille van een doel het leven heeft gegeven. Maar dat dit doel niet alleen uit aardse prestaties en successen bestaat moet uw verstand u alleen al zeggen, en daarom moet u zonder ophouden vragen en het doel van uw aards bestaan proberen te doorgronden. Deze gedachten zijn te belangrijk dan dat ze teruggedrongen mogen worden, als ze in u opduiken. En wie ze ernstig in zich overweegt, die zal zeker niet zonder antwoord gelaten worden dat voor hem ook aannemelijk zal zijn, zelfs als het enkel weer d.m.v. gedachten tot hem komt.

Wie zichzelf echter als zo gering beziet dat hij zich voor een toevalsproduct van natuurkrachten houdt, die zal ook op het einde van zijn aardse leven geen geestelijk succes kunnen boeken, hij zal in dezelfde toestand zijn als in het begin van zijn belichaming als mens, of nog dieper zijn afgezonken, want in hem is nog dezelfde weerstand tegen MIJ die hem er eertijds toe bracht van MIJ af te vallen. En deze weerstand breek IK niet met geweld - maar hij zal nog eindeloze tijden moeten lijden, tot hij eenmaal uit zichzelf deze weerstand opgeeft en tot MIJ zal terugkeren.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte