Nessun’anima alla quale donate la vostra amorevole intercessione deve languire. Dove il Mio Amore è legato alla Legge dell’Eterno Ordine, il vostro amore può agire in modo salvifico, e per via del vostro amore posso guidare Forza alle anime ed aiutarle alla definitiva Redenzione. Perché voglio soltanto indurvi alla manifestazione d’amore, perché l’amore è una Forza che porta aiuto sia allo spirituale non redento che può anche promuovere a voi stessi allo sviluppo verso l’Alto. E così tutto ha l’effetto di una grande benedizione, che ha il suo fondamento nell’amore, sia sulla Terra che anche nell’aldilà. Se voi uomini siete in grado di abbracciare tutto con il vostro amore, allora siete già molto progrediti nel vostro sviluppo e potete entrare come esseri perfezionati nel Regno dell’aldilà, quando la vostra anima abbandona il corpo terreno. Ma gli uomini raramente riescono a sviluppare un tale amore, perché giudicano quasi sempre in modo ancora puramente umano e vedono gli errori e le debolezze dei loro prossimi che perciò credono di non poter amare. Ma l’amore dev’essere così che abbiano comprensione per tutto, che possano perdonare tutto, che considerino le debolezze e gli errori del prossimo con occhi commiserevoli e chi si è appropriato questo grado d’amore sulla Terra, può davvero lodarsi beato, perché ha compiuto la trasformazione del suo essere nell’amore, che è la meta del suo cammino terreno. Ma voi tutti dovete sforzarvi di raggiungere quel grado d’amore, e perciò dovete cercare di immaginarvi sempre soltanto l’anima del prossimo, che è sovente nella miseria più profonda ed ha bisogno d’aiuto, non importa se dimora ancora sulla Terra oppure già nel Regno dell’aldilà. Se poteste vedere tali anime, sareste afferrati da una profonda compassione, e la vostra volontà d’aiutare sarebbe subito stimolata tanto che le vorreste liberare dalla loro miseria. E così dovete una volta occuparvi seriamente con il pensiero che tali anime hanno urgentemente bisogno d’aiuto e lo sperimentano solo raramente, perché anche altri uomini si urtano contro il loro essere e perciò non si conquistano nessun amore presso i loro prossimi. I pensieri dell’uomo possono essere non buoni, ma in tal caso l’anima è da compiangere, perché si trova nelle catene dell’avversario che soffoca in lei tutto il bene e lei è esposta a lui senza aiuto nella sua debolezza, perché lei stessa non risveglia nessun amore, che le donerebbe la Forza per la resistenza. E proprio tali anime dovete aiutare con il vostro amore. Un buon pensiero, una chiamata a Me nell’intercessione ed anche un’opera d’aiuto disinteressato che tocca l’anima in modo benevolo, può far divampare nell’anima l’amore, perché sente in sé una Forza che le ha guidato il vostro amore. Se soltanto cercaste di immedesimarvi nella miseria di quelle anime, allora il vostro amore vi verrebbe incontro e potreste essere davvero attivi in modo salvifico su queste anime, perché ogni anima che vive ancora nel totale buio, è compassionevole, perché non ha ancora sentito in sé stessa la Forza dell’amore. E proprio a tali anime voi passate oltre, le considerate poco, oppure vi distogliete da loro perché non sono gradite gli uomini, perché credono di non poter amare. Occupatevi di loro, cercate di immedesimarvi nella loro miseria, voi che avete già trovato la Luce, abbiate compassione di coloro che camminano senza Luce, donate loro l’amore e presentate a Me la loro miseria e per via del vostro amore Sarò con loro davvero pietoso e le provvederò con Forza, che devono soltanto utilizzare bene per uscire dalla loro miseria. Pensate meno all’uomo ma di più alla sua anima che vi è grata per il più piccolo aiuto, perché non può aiutare sé stessa, se non approfitta della Forza dell’amore. E dato che lei stessa ha poco amore, dovete voi rivolgerlo a quest’anima, e sarete attivi in modo salvifico e troverete pure l’esaudimento della vostra richiesta, quando voi stessi siete nella miseria spirituale e la presentate a Me, perché voi tutti avete bisogno del Mio Aiuto finché camminate ancora sulla Terra. Ed anche nel Regno dell’aldilà non voglio negare l’Aiuto a coloro per coloro che voi pregate nell’amore.
Amen
TraduttoreGeen ziel zal gebrek lijden, die u uw liefdevolle voorbede schenkt.
Hoewel mijn liefde gebonden is aan de wet van de eeuwige ordening, kan uw liefde een verlossende uitwerking hebben. En ter wille van uw liefde kan Ik de zielen kracht doen toekomen en hen helpen zich definitief te verlossen. Want Ik wil u alleen aansporen liefde te schenken, omdat liefde een kracht is die zowel de nog niet verloste hulp kan bieden, als ook u zelf in uw positieve ontwikkeling vooruit kan helpen. En zo heeft alles een buitengewoon zegenrijke uitwerking, wat in de liefde zijn motivering heeft, zowel op aarde als ook in het hiernamaals. Bent u mensen in staat alles met uw liefde te omvatten, dan bent u al ver gevorderd in uw ontwikkeling en zult u als voltooide wezens binnen kunnen gaan in het rijk hierna, wanneer uw ziel het aardse lichaam verlaat. Maar zo’n liefde kunnen de mensen maar zelden opbrengen, want meestal oordelen ze nog zuiver menselijk en zien ze de fouten en zwakheden van hun medemensen, die ze daarom naar hun mening niet kunnen beminnen.
Maar de liefde moet zodanig zijn dat ze voor alles begrip heeft, dat ze alles kan vergeven, dat ze de zwakheden en fouten van de medemens met ogen vol van medelijden aanziet, dat ze bereid is hem te helpen.
En wie zich deze graad van liefde op aarde eigen kan maken, kan zich werkelijk gelukkig prijzen. Want hij heeft de omvorming van zijn wezen tot liefde volbracht, die het doel van zijn weg over de aarde is geweest.
Maar u moet allen uw best doen die graad van liefde te verkrijgen en u moet daarom steeds trachten u een voorstelling te maken van de ziel van de medemens die vaak in diepste nood verkeert en hulp nodig heeft, ongeacht of ze nog op aarde verblijft of al in het rijk hierna.
Zou u zulke zielen kunnen zien, dan zou een diep medelijden u aangrijpen. En ook dadelijk zou uw wil zijn aangespoord om te helpen, ze te bevrijden uit hun nood. En zo zult u zich eens serieus bezig moeten houden met de gedachte dat zulke zielen dringend hulp nodig hebben en die maar zelden ervaren, omdat ook andere mensen aanstoot nemen aan hun gedrag en ze daarom helemaal geen liefde verwerven bij hun medemensen.
De gedachten van de mens kunnen niet goed zijn, maar de ziel is te beklagen, omdat ze zich in de boeien van de tegenstander bevindt, die al het goede in haar verstikt. En in haar zwakheid is ze hulpeloos aan hem overgeleverd, omdat ze in zichzelf geen liefde opwekt die haar kracht zou kunnen schenken om weerstand te bieden.
En zulke zielen zult u moeten helpen met uw liefde.
Een goede gedachte, een voorsprekende roep naar Mij en ook een onbaatzuchtige daad om te helpen die de ziel weldadig aandoet, kan in de ziel de liefde laten opvlammen, omdat ze een kracht in zich voelt die uw liefde haar heeft doen toekomen. Wanneer u steeds maar zou proberen u in de nood van die zielen te verplaatsen, dan kwam uw liefde hen tegemoet en u zou waarlijk bij deze zielen verlossend werkzaam kunnen zijn. Want iedere ziel die nog in volledige duisternis leeft, die nog niet de kracht van de liefde bij zichzelf heeft bespeurd, is te beklagen. En juist aan zulke zielen gaat u voorbij. U schenkt hun weinig aandacht of u wendt u van hen af, omdat de mensen u niet bevallen, omdat u denkt niet van ze te kunnen houden.
Bekommer u om hen. Probeer u in hun nood te verplaatsen, u die het licht al hebt gevonden. Heb medelijden met degenen die zonder licht voortgaan. Schenk hun liefde en leg Mij hun nood voor, en Ik zal waarlijk, ter wille van uw liefde, hen genadig zijn en ze van kracht voorzien, die ze alleen maar juist hoeven te gebruiken om een uitweg te vinden uit hun nood. Denk minder aan de mens dan aan diens ziel, die u dankbaar is voor de geringste hulp, omdat ze zichzelf niet kan helpen wanneer ze geen beroep doet op de kracht van de liefde.
En daar ze zelf weinig liefde heeft, zult u deze ziel liefde moeten doen toekomen. En u zult verlossend bezig zijn en evenzo vervulling vinden van uw verzoeken, wanneer u zelf in geestelijke nood bent en Mij deze voorlegt. Want u allen hebt hulp nodig van mijn kant, zolang u nog over de aarde gaat. En ook in het rijk hierna wil Ik diegenen de hulp niet weigeren, voor wie u in liefde bidt.
Amen
Traduttore