• Indietro

La meta finale è l’unificazione con Dio

Questo è il perfezionamento di tutte le cose, che sono unite con Me. Perché tutto ciò che esiste, tutto ciò che è visibile per voi uomini, dalla materia più dura fino su all’uomo, tutto questo è la Mia Forza una volta irradiata, dalla Quale sono state formate le Creazioni e gli esseri secondo la Mia Volontà. Questi esseri si sono però allontanati da Me, dalla Fonte dall’Eternità della Forza, e per questo sono diventati incapaci alla propria attività, perché ora mancava loro la Mia ForzaA. E questi esseri inermi sono perciò stati trasformati da Me in nuove Creazioni di generi più diversi. Ma tutte queste Creazioni celavano in sé ora anche lo spirituale una volta caduto da Me e l’aiutavano, e lo aiutano lentamente alla perfezione. Ed anche la materia stessa percorre questo cammino dello sviluppo verso l’alto, quindi tutto tende incontro alla perfezione. La perfezione però assicura a tutto l’essenziale di nuovo l’unificazione con Me, suo Dio e Creatore dall’Eternità. E così la Forza, che è defluita da Me, ritorna di nuovo alla Fonte dall’Eternità della Forza, tutto l’essenziale si unisce di nuovo con Me e trova in questa unificazione la sua più sublime beatitudine. E chi sa di questo procedimento, che dura già da delle Eternità, chi è iniziato nel Mio Piano di Salvezza dall’Eternità, è anche già vicino alla sua perfezione, perché questo sapere dimostra già un’Irradiazione della Mia Luce d’Amore, che una volta è stata rifiutata dagli esseri nella libera volontà. Nello stato della totale imperfezione, nello stato di lontananza da Me, l’essere consapevole dell’io, l’uomo, non può ancora percepire niente di questa Luce della conoscenza, perché soltanto la Mia Irradiazione gli da questa Luce, e questa Irradiazione può giungere soltanto ad un uomo, che apre volontariamente il suo cuore, quindi che desidera questa Luce da Me. Ed un aprire il cuore premette la volontà, di venire di nuovo vicino a Me, quindi l’uomo è già sulla via di ritorno da Me, dal Quale si è separato una volta volontariamente. Ora è un cosciente tendere verso la perfezione, perché l’uomo si sforza di vivere nella Mia Volontà, si subordina alla Mia Volontà, e questo significa anche che il suo essere si adegua sempre di più al Mio Essere dall’Eternità, che si cambia di nuovo nell’amore, perché si apre continuamente al Mio Raggio d’Amore e vuole ricevere il Mio Amore. Ogni resistenza in questo essere è spezzata, e nulla impedisce più l’unificazione con Me, va verso la perfezione. Ed in questo stato deve anche arrivare alla conoscenza, l’uomo viene iniziato nel Mio eterno Piano di Salvezza, penetrerà di nuovo nel sapere più profondo, nel quale l’essere stava in principio, e potrà rendere felici con questo sapere i prossimi, che sono volonterosi di accettarlo. Ed ora voi uomini comprenderete anche, che una tale Luce, che vi dona la conoscenza del vostro principio, la vostra caduta da Me e di tutto il vostro percorso di sviluppo di nuovo in Alto dopo la caduta da Me, posso accendere soltanto Io Stesso in voi, perché soltanto Io conosco tutti i segreti, perché Io soltanto posso dischiudervi le Sapienze più profonde. Io Stesso Sono la Luce che vi irradia, se ora venite introdotti da Me nella Verità, ed Io Stesso so veramente, con quale Forza vi può colpire il Mio Raggio di Luce d’Amore, che vi deve condurre alla perfezione. Ma voi potete giubilare ed esultare, se già ora disponete di un sapere, che il Mio Amore Stesso vi ha trasmesso, potete cantar vittoria di aver ricevuto da Me Stesso una ricchezza spirituale, che vi ha trasmesso il Mio spirito che sonnecchia in voi. Il Mio infinito Amore vi ha inseguito anche quando trascorrevate ancora nella più lontana distanza da Me, senza consapevolezza dell’io, dissolto e lottando verso l’Alto attraverso infiniti tormenti. Ma quando eravate di nuovo nello stadio dell’auto consapevolezza, come uomo, il Mio Amore vi ha afferrato ed ha preso possesso di voi. Vi è stata assegnata una piccola scintilla d’Amore, che ora poteva entrare in contatto con Me, se questa era la vostra volontà, che poteva agire in voi come la Mia Parte, come voi lo permettevate. Ma questa scintilla d’Amore non agisce in voi contro la vostra volontà, ma che è in voi nello stadio come uomo, vi fornisce anche la garanzia, che potete di nuovo unirvi totalmente con Me. E questo Mio “Io” in voi vi dona una chiara Luce, vi istruisce in tutta la Verità, se gli concedete soltanto il suo agire, ed allora potrete penetrare sempre di più nella Verità, vi viene donata la più chiara conoscenza, ed ora anche voi potete di nuovo irradiare questa Luce, che vi illumina dall’interiore. E voi avete di nuovo stabilito coscientemente il legame con Me, altrimenti non avrei potuto agire in voi, perché non esercito nessuna costrizione sull’uomo, ma attendo la sua piena volontaria dedizione, finché Io Stesso Mi rivelo di nuovo a lui. Ma allora ha avuto luogo la Comunione spirituale, vi distribuisco di nuovo cibo e bevanda in Pienezza come nutrimento per la vostra anima, vi do il Pane del Cielo, l’Acqua della Vita, parlo a voi e la Mia Parola vi renderà viventi, la vostra anima si perfezionerà e sarà uno con Me nel tempo e nell’Eternità.

Amen

Het einddoel is de aaneensluiting met GOD

Dit is de voltooiing van alle dingen, dat ze met MIJ verbonden zijn. Want alles wat bestaat, alles wat voor u, mensen zichtbaar is - van de hardste materie tot en met de mens - dit alles is door MIJ eens uitgestraalde Kracht, die tot scheppingen en wezens gevormd werd volgens Mijn Wil.

Deze wezens verwijderden zich echter van MIJ - van de Oerbron van kracht - en daardoor werden ze onbekwaam tot enige eigen werkzaamheid, omdat hun nu Mijn Kracht ontbrak. En deze krachteloze wezens werden daarom door MIJ weer omgevormd tot nieuwe scheppingen van de meest uiteenlopende aard.

Doch al deze scheppingen dragen nu ook nog het van MIJ afgevallen geestelijke in zich en hielpen- en helpen - het langzaam zich te voltooien. En ook de materie zelf gaat deze ontwikkelingsgang in positieve zin - dus streeft alles naar de voltooiing. De voltooiing waarborgt echter al het wezenlijke weer de aaneensluiting met MIJ, zijn GOD en Schepper van eeuwigheid. En zo keert dus de Kracht die van MIJ is uitgegaan, weer naar de Oerbron van Kracht terug, al het wezenlijke verenigt zich weer met MIJ en vindt in deze vereniging zijn hoogste gelukzaligheid.

En wie van dit proces, dat al eeuwigheden duurt, op de hoogte is - wie in Mijn heilsplan van eeuwigheid is ingewijd, die staat ook al dicht bij zijn voltooiing, omdat dit weten al een aanstraling van het licht van Mijn Liefde bewijst, dat eens in vrije wil door de wezens werd afgewezen. In de staat van totale onvolmaaktheid, in de staat van verwijdering van MIJ, kan het ikbewuste wezen- de mens, nog niets van dit licht van het inzicht waarnemen, want pas Mijn aanstraling geeft hem dit licht, en dit aanstralen kan alleen maar een mens bereiken die zijn hart vrijwillig opent, dus het licht uit MIJ begeert En openen van het hart vereist eerst weer het voornemen dichter bij MIJ te komen, dus is de mens al op de terugweg naar MIJ van WIE hij eens vrijwillig wegging.

Nu is er een bewust streven naar volmaaktheid, want de mens doet zijn best in Mijn Wil te leven, hij onderwerpt zich aan Mijn Wil en dat betekent ook dat zijn wezen zich steeds meer aan Mijn Oerwezen aanpast, dat het weer geheel tot liefde verandert, omdat het zich onafgebroken voor de straal van Mijn Liefde opent en Mijn Liefde ontvangen wil. Elke weerstand in dit wezen is gebroken en er staat de vereniging met MIJ niets meer in de weg - het gaat de volmaaktheid tegemoet. En in deze toestand moet het ook tot inzicht komen - de mens wordt ingewijd in Mijn eeuwig heilsplan, hij zal weer in het diepste weten doordringen, waarin het wezen zich in het allereerste begin bevond, en het zal met dit weten zijn medemensen gelukkig kunnen maken die bereid zijn het aan te nemen.

En zo zult u, mensen nu ook begrijpen dat zo'n Licht, dat u inzicht schenkt over uw begin, uw afval van MIJ en uw hele ontwikkelingsgang weer naar omhoog nà de afval van MIJ, alleen door MIJ Zelf in u ontstoken kan worden, want IK alleen weet alle geheimen, en IK alleen kan u de diepste wijsheden ontsluiten. IK Zelf ben het LICHT Dat u aanstraalt wanneer u nu door MIJ wordt binnengeleid in de waarheid - en IK Zelf weet waarlijk in welke sterkte de lichtstraal van Mijn Liefde u kan treffen die u naar de volmaaktheid moet leiden. Maar u kunt jubelen en juichen wanneer u nu al beschikt over een weten dat Mijn Liefde Zelf u heeft verschaft, u kunt zingen en loven, van MIJ Zelf een geestelijke rijkdom te hebben ontvangen, die Mijn Geest, Die in u sluimert u heeft overgebracht. Mijn oneindige Liefde volgde u ook toen u zich nog op de verste afstand van MIJ bevond - zonder ikbewustzijn, opgelost, en door eindeloze kwellingen u omhoog worstelend. Maar toen u weer in het stadium van het ikbewustzijn was - als mens - pakte Mijn Liefde u vast en nam bezit van u. Een klein liefdevonkje werd u bijgevoegd dat nu met MIJ in verbinding kan treden als dit uw wil was, dat als deeltje van MIJ in u werkzaam kon zijn, zodra u dit toeliet.

Maar deze Liefdevonk werkt niet tegen uw wil in, maar dat hij in u is in het stadium als mens, geeft u ook de garantie, dat u zich weer helemaal met MIJ verenigen kan. En dit, MIJN "IK" in u, schenkt u een helder Licht - het onderricht u in alle waarheid zodra u het maar zijn werkzaamheid toestaat, en dan zult u steeds dieper binnendringen in de waarheid - het helderste inzicht wordt u weer geschonken en u kunt nu ook zelf weer het licht uitstralen dat u van binnen verlicht.

U bent nu bewust de verbinding met MIJ weer aangegaan, daar IK anders niet in u zou hebben kunnen werken, omdat IK niet met dwang op de mens inwerk, maar wacht op zijn volledig vrijwillige overgave, tot IK Zelf MIJ weer aan hem openbaar. Dan echter heeft de geestelijke communie plaatsgevonden - in alle volheid deel IK weer spijs en drank aan u uit als voedsel voor uw ziel. IK geef u het brood des hemels, het water des levens. IK zal u aanspreken en Mijn Woord zal in u levend worden, uw ziel zal zich voltooien en een zijn met MIJ in tijd en eeuwigheid.

Amen