Il più grande Mistero è e rimane per voi uomini la Mia Divenuta Uomo in Gesù Cristo. Anche se vi viene spiegato nel modo comprensibile, rimarrà per voi comunque un Mistero, perché il Mio Essere non può esservi reso pienamente comprensibile, perché volete sempre personificare un Essere pensante e perciò vi immaginate un Dio “essenziale” come Qualcosa di “limitato” ed immettete questo limite ora anche nell’Uomo Gesù, il Quale unisce in Sé pure due Esseri. Ma questa immaginazione non è giusta, perché il Mio Essere E’ insondabile, E’ la Forza che tutto riempie e tutto abbraccia, che non conosce limitazione ed E’ comunque capace di pensare ed è dotato di una Volontà. Immaginare il Mio Essere è impossibile per voi uomini, perché siete limitati, perché non avete ancora raggiunto la Perfezione, che sospende ogni limitazione. Ciononostante siete anche portatori di quella Forza, soltanto colmati in misura limitata dalla Forza, che però l’Uomo Gesù celava in Sé in tutta la Pienezza e perciò la poteva accogliere, perché Lui Era perfetto, Si è quindi divinizzato sulla Terra attraverso un Cammino di Vita nell’Amore. Per Lui non esisteva nessuna limitazione dell’Influire della Forza divina, Lui era totalmente irradiato dalla Forza, quindi il Mio Essere dall’Eternità, la Forza d’Amore divino, (27.10.1960) era in Lui, e così Io Stesso potevo Essere in Lui, il Cui Involucro Si era preparato in modo che era possibile irradiarla totalmente, senza che venisse consumato dalla Mia Forza. E così si poteva ora parlare di “Dio” Che Si E’ reso solo visibile nell’involucro dell’Uomo Gesù, perché come Fonte di Forza dall’Eternità non potevo essere visibile a nessun essere, ed un essere non avrebbe mai sopportato se avesse potuto guardare nell’immenso Mare di Fuoco del Mio Amore. Quindi dovevo creare Io Stesso una limitazione, dovevo scegliere una Forma che poteva essere visibile a voi uomini, ed irradiare ora totalmente questa Forma. Ma la Forma rimaneva comunque ciò che Io Sono dall’Eternità: l’Essere più sublimemente perfetto. La Forma serviva come dimora all’Essere più sublime, perfetto per via delle Mie creature, che desideravano contemplarMi. E ciononostante non potranno sondare il Mio Essere nell’Eternità, perché E’ e Rimane insondabile per tutto ciò che è creato, per tutto ciò che una volta è proceduto da Me. Voler personificare l’Eterna Divinità è folle, perché non Sono uno spirito limitato, Io Sono Tutto in tutto, Io Sono la Forza che riempie tutto, Che irradia in tutta l’Infinità, Che conserva tutto l’essenziale e tutte le Creazioni ed assicura la loro sussistenza. E ciononostante Sono un Essere Che agisce un tutta la Sapienza ed Amore, Che utilizza la Sua Volontà, Che può pensare nella Perfezione più sublime, quindi sono sempre l’Amore e la Sapienza che determinano il Pensare e l’Onnipotenza porta tutto all’Esecuzione. Che lo spiratale una volta creato da Me desiderava contemplarMi, era il motivo della sua caduta da Me. Ma non potevo essere contemplabile a quegli esseri, perché sarebbero svaniti in vista della Pienezza di Luce e Forza, che si avrebbe potuto dischiudere loro. Ma Io volevo anche colmare il desiderio dei Miei figli, volevo presentarMi loro visibilmente e l’ho fatto in Gesù Cristo, in un Involucro umano, che però prima doveva totalmente spiritualizzarSi, per poter accogliere in Sé la Mia Luce e la Mia forza in tutta la Pienezza. L’Involucro ha dovuto diventare la stessa Sostanza spirituale che E’ il Mio Essere sin dall’Eternità, affinché non svanisse, quando Io Stesso l’ho penetrato irradiando la Forma. Quindi non rimaneva nulla di umano, tutto era Mio Spirito, e così Gesù Era Dio. Ero Diventato Uomo, ma soltanto per compiere come Uomo una Missione, per estinguere la vostra colpa primordiale Comunque non rimaneva più “l’Uomo” Gesù, ma Si Era divinizzato attraverso il percorso su questa Terra, aveva intrapreso la totale Fusione con Me, Suo Creatore e Padre dall’Eternità. Il Mio Essere dall’Eernità Si Era manifestata in Lui. Lo Spirito dall’Eternità Che riempie tutto, aveva assunto una Figura visibile in Gesù. E così Sono diventato visibile per tutti i Miei figli, che maturano fino al punto in modo che Mi possano ora sopportare visibilmente, che Mi possono contemplare da Volto a volto.
Amen
TraduttoreHet grootste geheim is en blijft voor u mensen Mijn menswording in Jezus Christus.
Ook wanneer het u op een begrijpelijke wijze wordt uitgelegd, zal het toch een geheim voor u blijven, omdat mijn wezen u niet volledig begrijpelijk kan worden gemaakt. Omdat u een denkend Wezen steeds zult willen verpersoonlijken en omdat u zich daarom een "essentiële" God zult voorstellen als "iets dat begrensd is" en dit begrensde nu ook in de mens Jezus verplaatst, Die als het ware nu twee wezens in zich verenigt. Doch deze voorstelling is niet juist. Want mijn wezen is ondoorgrondelijk. Het is de alles vervullende en alles omvattende kracht, die geen begrenzing kent en toch in staat is te denken en begaafd is met een wil. Zich mijn wezen voor te stellen, is voor u mensen onmogelijk, omdat u begrensd bent. Omdat u nog niet de volmaaktheid hebt bereikt die elke begrenzing opheft. Toch bent ook u drager van deze kracht. Alleen bent u in begrensde mate vervuld van deze kracht, die echter de mens Jezus in alle volheid in zich had en tot zich kon nemen, omdat Hij volmaakt was, dus zich op aarde door een levenswandel in liefde had vergoddelijkt.
Voor Hem was er geen begrenzing voor het binnenstromen van goddelijke kracht. Hij was helemaal doorstraald door haar, dus door mijn oer-wezen. De goddelijke kracht van de liefde was in Hem en zo kon dus Ik zelf in Hem zijn, Wiens omhulsel zich zo had voorbereid, dat een volledig doorstralen ervan mogelijk was, zonder dat deze verteerd werd door mijn kracht. En zo kon dus nu worden gesproken van "God", Die zich alleen in de omhulling van de mens Jezus zichtbaar had gemaakt. Want als Krachtbron van eeuwigheid kon Ik voor geen wezen zichtbaar zijn. En nooit zou een wezen het hebben verdragen, wanneer het in de reusachtige vuurzee van mijn liefde zou hebben kunnen kijken.
Dus moest Ik voor Mij zelf een begrenzing scheppen. Ik moest een vorm kiezen die voor u mensen zichtbaar kon zijn en deze vorm nu geheel doorstralen.
Maar de vorm bleef toch wat Ik zelf ben van eeuwigheid: het hoogste volmaakte Wezen.
De vorm diende het hoogste volmaakte Wezen tot verblijfplaats ter wille van mijn schepselen die Mij wensten te aanschouwen. En toch zullen ze mijn wezen in eeuwigheid niet kunnen doorgronden, omdat het ondoorgrondelijk is en blijft voor al het geschapene, voor alles wat eens uit Mij is voortgekomen. De eeuwige Godheid te willen verpersoonlijken is onjuist. Want Ik ben geen begrensde geest, Ik ben alles in allen.
Ik ben de Kracht die alles vervult, die de hele oneindigheid doorstraalt, die al het wezenlijke en alle scheppingen omvat en het bestaan ervan zekerstelt.
En toch ben Ik een Wezen dat in alle wijsheid en liefde werkzaam is, dat Zijn wil gebruikt. Dat denken kan in hoogste volmaaktheid. De liefde en de wijsheid bepalen dus steeds het denken en de almacht brengt alles ten uitvoer. Dat het eens geschapene Mij wenste te aanschouwen, was de reden van zijn afval van Mij.
Maar Ik kan voor die wezens niet zichtbaar zijn, omdat ze zouden zijn vergaan bij het zien van de volheid van licht en kracht die zich voor hen zou hebben moeten ontsluiten.
Maar Ik wilde ook het verlangen van mijn kinderen stillen. Ik wilde Me voor hen zichtbaar maken en heb het gedaan in Jezus Christus, in een menselijk omhulsel, dat zich echter tevoren volledig moest vergeestelijken om mijn licht en mijn kracht in alle volheid in zich te kunnen opnemen.
Het omhulsel moest tot dezelfde geestelijke substantie zijn geworden die mijn oer-wezen is sinds eeuwigheid, opdat het niet verging toen Ik zelf de vorm doorstraalde.
Er bleef dus niets menselijks meer achter. Alles was Geest uit Mij en dus was Jezus God.
Ik was mens geworden, echter alleen om als mens een missie te vervullen, uw oer-schuld te delgen. Maar de mens Jezus bleef toch niet meer achter. Integendeel, Hij had zich vergoddelijkt door de gang over deze aarde. Hij was de algehele samensmelting aangegaan met Mij, Zijn Schepper en Vader van eeuwigheid.
Mijn oer-wezen was in Hem zichtbaar geworden.
De Geest van eeuwigheid die alles vervult, had een zichtbare gestalte aangenomen in Jezus.
En zo ben Ik zichtbaar geworden voor al mijn kinderen die zo ver rijp worden dat ze Mij nu zichtbaar kunnen verdragen, dat ze Mij mogen zien van aangezicht tot Aangezicht.
Amen
Traduttore