Avete ricevuto il Battesimo dello Spirito quando accogliete da Me l’Acqua della Vita, quando voi stessi vi ristorate alla Fonte della Vita e così ricevete la Forza per la vostra anima. Dovete essere battezzati con l’Acqua dello Spirito, allora siete anche membri della Mia Chiesa che ho fondato sulla Terra. Non potete conquistare questa qualità di appartenenza attraverso una semplice formalità, per cui anche il battesimo come lo svolgete voi, non dà mai la garanzia di formare un vero cristiano, ma è al massimo da valutare come dimostrazione della buona volontà di guidare un uomo a Me. Ma il ritorno a Me lo deve iniziare e svolgere l’uomo stesso. Egli s’immerge poi e così dire nella Fonte dell’Acqua della Vita quando attraverso il Mio Spirito gli viene dischiusa la Fonte. Allora ha ricevuto il Battesimo, perché allora si unisce coscientemente con la Mia Chiesa, allora è rinato nello spirito. La vostra via terrena ha per scopo il ritorno a Me, e l’atto del ritorno ha da svolgersi nella piena consapevolezza, non può mai essere sostituito attraverso una formalità. La vostra volontà per propria spinta deve rivolgersi a Me, dovete cercare l’intimo legame con Me e chiedere a Me Stesso il Sostengo sulla via verso l’Alto. Ad un bambino tutto questo può bensì essere insegnato, può essere stimolato a frequentare con Me nella preghiera. Ma solo quando l’uomo esegue totalmente non influenzato ciò che gli veniva insegnato, solo quando si decide liberamente per Me, comincia a scendere nel Flutto, per ricevere il Battesimo dello spirito, perché ora gli può affluire l’Acqua della Vita, ora può sentire la Mia Parola ed attingervi la Forza. Solo ora può pregare Me nello Spirito e nella Verità, ma per essere ora anche illuminato dal Mio Spirito ed entrare per così dire in una nuova Vita. L’atto del Battesimo si è concluso quindi nel momento, in cui per Me è possibile di agire direttamente sull’uomo attraverso la sua dedizione della volontà a Me. Ora appartiene a Me, ed anche se la sua via è ancora ricca di lotte, di tentazioni di ogni genere, ho però ora un Diritto su di lui, ed Io non permetterò che il Mio avversario si impossessi di nuovo di lui, perché da questo lo protegge il Battesimo dello spirito, che ha già svolto il suo vivo legame con Me, perché il vivo legame con Me, una preghiera nello Spirito e nella Verità, ha dimostrato la disponibilità di discendere nel Pozzo, per venir ora ad essere bagnato tutt’intorno con la Mia Acqua della Vita, che ha un effetto purificatore e guaritore. Prima che questo atto del Battesimo interiore non si sia svolto, delle azioni di battesimo esteriori non possono procurare all’uomo il Battesimo dello spirito, ma rimarranno sempre soltanto formalità e non potranno procurare nessuna Benedizione all’anima, per cui però anche un atto di battesimo, eseguito su uomini adulti, può essere comunque una semplice formalità e non garantisce ancora il Battesimo dello spirito, mentre il legame interiore, vivo con Me e l’Effusione del Mio Spirito può avvenire anche senza qualsiasi formalità esteriore. Io valuto sempre soltanto la volontà dell’uomo di unirsi con Me e di tendere coscientemente alla separazione dal Mio avversario, e rispetto a questa volontà può essere ora anche dischiusa la Fonte, che guida all’uomo l’Acqua della Vita. Allora si è svolto anche il Battesimo dello spirito, perché allora l’Acqua della Vita scorre inarrestabilmente, allora ogni Mia Parola donerà all’anima Luce e Forza, allora si dissolveranno tutti gli involucri di cui l’anima è ancora circondata, l’anima malata guarirà, l’anima debole diventerà forte, il Battesimo significherà una trasformazione, un cambiamento della sfera spirituale, nella quale ora l’anima dimora. E’ uscita coscientemente dalla regione del Mio avversario ed è entrata nel Mio Regno, perché lo permette la sua volontà; è diventata viva e quindi un vaso idoneo nel quale posso effondere il Mio Spirito. Ora spinge verso Me Stesso con desiderio accresciuto, cerca l’unificazione con Me perché Mi ha riconosciuto ed ora si è svolto il ritorno a Me, lei è e rimane ora Mia in eterno.
Amen
TraduttoreU hebt de doop van de Geest ontvangen, wanneer u van Mij het levenswater in ontvangst neemt, wanneer u zelf zich aan de Bron van het leven laaft en daardoor kracht voor uw ziel ontvangt. U zult gedoopt moeten zijn met het Water van de Geest. Dan bent u ook lid van Mijn kerk, die Ik op aarde grondvestte. U zult dit lidmaatschap niet kunnen verwerven door alleen maar een vorm, waarom ook de doop, zoals u ze voltrekt, nooit garantie is, een ware christen te vormen, maar hoogstens als bewijs van goede wil is te waarderen, een mens naar Mij toe te leiden. Maar de terugkeer naar Mij moet de mens zelf aanvaarden en voltrekken. En hij duikt pas dan als het ware in de Bron van het water des levens, wanneer hem door Mijn Geest de Bron wordt ontsloten. Dan heeft hij de doop ontvangen, dan sluit hij zich bewust bij Mijn kerk aan, dan is hij wedergeboren in de Geest.
Uw weg over de aarde heeft als doel naar Mij terug te keren en de daad van het terugkeren is in volle bewustzijn te voltrekken. Hij kan nooit slechts door een vorm worden vervangen. Uw wil moet zich uit eigen beweging op Mij richten. U zult de innerlijke band met Mij moeten zoeken en van Mij Zelf ondersteuning afsmeken op de weg, die naar boven leidt. Dus kan een kind dit alles wel worden geleerd, het kan worden aangespoord om met Mij omgang te hebben in gebed, maar pas wanneer de mens geheel onbeïnvloed datgene doet, wat hem werd geleerd, pas wanneer hij zelf voor Mij kiest, begint hij in de stroom af te dalen om de doop van de Geest te ontvangen. Want nu kan Mijn levenswater hem toevloeien, nu kan hij Mijn Woord vernemen en daaruit kracht putten. Nu pas kan hij in geest en in waarheid tot Mij bidden, om nu echter ook door Mijn Geest verlicht te worden en als het ware een nieuw leven binnengaan.
De doop is dus op dat ogenblik voltrokken, wanneer het Mij mogelijk is, rechtstreeks op een mens in te werken door de overgave van zijn wil aan Mij. Nu behoort hij aan Mij en ofschoon zijn weg ook nog zo vol is met strijd, met verzoekingen van allerlei aard, Ik heb nu echter recht op hem en Ik zal het niet toelaten, dat Mijn tegenstander zich weer van hem meester maakt. Want daar beschermt hem de doop van de Geest tegen, die zijn levende verbinding met Mij bij hem al heeft voltrokken, want de levende verbinding met Mij, een gebed in geest en in waarheid, bewees de bereidwilligheid, af te dalen in de Bron, om nu door Mijn levenswater omspoeld te worden, dat een reinigende en helende werking heeft.
Voordat dus deze innerlijke doop is voltrokken, kunnen uiterlijke doophandelingen de mens niet de doop met de Geest opleveren, maar zullen ze steeds slechts vorm blijven en geen enkele zegen voor de ziel kunnen opleveren, waarom echter ook een doophandeling, uitgevoerd bij volwassen mensen, net zo een loze vorm kan zijn en nog niet de doop met de Geest garandeert, terwijl de innerlijke levende band met Mij en het uitgieten van Mijn Geest ook geschieden kan zonder welke uiterlijke vorm dan ook.
Ik hecht steeds alleen waarde aan de wil van de mens om zich bij Mij aan te sluiten en dus bewust de scheiding van Mijn tegenstander na te streven. En in overeenstemming met deze wil kan nu ook de Bron worden ontsloten, die de mens het water des levens toevoert. En dan is ook de doop met de Geest voltrokken, want dan stroomt het water des levens onophoudelijk. Dan zal elk Woord van Mij zijn ziel licht en kracht schenken. Dan zullen alle omhullingen worden opgelost, waardoor de ziel nog is omgeven. De zieke ziel zal gezond worden, de zwakke ziel zal sterk worden. De doop zal een omvorming betekenen, een uitwisseling van de geestelijke sferen, waarin de ziel zich nu ophoudt. Ze is bewust uit het gebied van Mijn tegenstander in Mijn rijk gekomen. Ze kan nu door Mijn Geest worden verlicht, daar haar wil dit toelaat. Ze is levend geworden en dus ook een bruikbaar vat, waarin Ik Mijn Geest kan uitgieten. En ze gaat nu met toegenomen verlangen krachtig voort, Mij tegemoet. Ze zoekt de aaneensluiting met Mij, omdat ze Mij heeft herkend en nu is de terugkeer naar Mij voltrokken. Ze is en blijft nu eeuwig van Mij.
Amen
Traduttore