Confronta annuncio con traduzione


La Discesa all’inferno – L’avversità di Lucifero

E’ vero che Io Sia disceso all’inferno dopo la Mia morte sulla Croce e che abbia portato Redenzione anche a coloro che non erano ancora passati dalla porta per l’eterna Beatitudine, perché questa Porta ha dovuto essere aperta soltanto dopo la Mia morte sulla Croce. Incalcolabili anime attesero l’ora della loro redenzione ed a loro Io apparvi come l’Uomo Gesù ed ho messo davanti ai loro occhi il Mio soffrire e morire, perché anche loro dovevano confessarsi liberamente per Me Quale Figlio di Dio e Redentore del mondo. Venni anche riconosciuto da coloro che avevano condotto un buon cammino di vita sulla Terra; non sono stato respinto da tutti – ciononostante innumerevoli anime si sono opposte ed hanno respinto il Dono di Grazia della Mia Salvezza. L’influenza del Mio avversario su queste anime era forte, in modo che videro in Me soltanto l’Uomo Gesù, che si Era rivoltato contro i detentori del potere terreno ed è stato per questo condannato a morte. A tutte queste anime doveva essere lasciata la libera volontà. E per questo non potevo apparire in Potenza e Magnificenza. – Io dovevo andare in mezzo a loro come ho camminato sulla Terra fra gli uomini – da Uomo che ha cercato di convincerli soltanto mediante la Parola della Sua Missione e dell’Opera compiuta della Redenzione. Ma il Mio avversario non voleva cedere le anime. Per la prima volta però si è reso conto dell’effetto della Mia Opera di Redenzione – e lui non poteva trattenere le anime che si erano votate a Me, che volontariamente volevano seguire Me attraverso la Porta che è stata loro aperta da Me. Erano state sottratte dal suo potere, spezzavano le catene perché per questo traevano la Forza da Me, perché Io Stesso scioglievo le loro catene. Il Mio avversario s’infuriava per questo ancora di più fra il suo seguito e solo allora cominciava davvero la lotta della tenebra contro la Luce, e lui non ha mai smesso di infuriare sulla Terra come nel Regno spirituale. Io Sono disceso all’inferno a portare Salvezza a tutti coloro che avevano già concluso la loro vita terrena prima della Mia Discesa – a tutti coloro che malgrado un giusto cammino di vita si trovavano ancora nel potere di colui che come Mio nemico era ostile anche contro ME Stesso e contro il quale Io quindi ho condotto la battaglia sulla Terra per tutte le anime che teneva legate. Ed egli ha perduto una gran parte del suo seguito. Ero morto per tutte quelle anime e tutte si sarebbero potute liberare da lui. Ma la sua ira era sconfinata quando si vide derubato del suo seguito, quando dovette riconoscere che Io avevo combattuto una vittoria su di lui che però soltanto l’Amore aveva conquistata. Anche lui avrebbe potuto arrendersi all’Amore, ma il suo potere, il suo possesso, era ancora così grande ed egli rinnegava la Mia Forza d’Amore, in modo che questa non poteva fare effetto anche su di lui. Ma era venuto il momento in cui doveva riconoscere che il suo potere era spezzato. Doveva ammettere che nell’Uomo Gesù lui aveva trovato il suo Signore il Cui Amore aveva raggiunto l’unificazione con Me. E per questo il suo odio aumentava ancora di più, perché nel divino Redentore Gesù Cristo gli sorgeva ora un aspro Avversario, che poteva svincolargli il suo seguito grazie al Suo Amore. Ma dato che è determinante la libera volontà di ogni essere, il Mio avversario vide in ciò ancora una soluzione vantaggiosa per sé ed egli si sforzò continuamente di agire sulla volontà delle sue vittime – sia sulla Terra come pure nel Regno spirituale. Ma Io Sono disceso all’inferno dopo la Mia morte sulla Croce e scendo sempre di nuovo all’inferno, per portare Salvezza a tutti coloro che vogliono diventare liberi da lui ed egli non Me lo potrà impedire, non potrà mai trattenere con violenza le anime che vogliono seguire la Mia Chiamata. Il suo potere è stato spezzato mediante la Mia morte sulla Croce, ma anche questa morte della Croce non ha potuto spezzare la sua resistenza, il suo odio e la sua volontà sono inflessibili, il suo agire fondamentalmente cattivo ed il suo essere è totalmente senza amore. Perciò gli manca anche la forza di dare la vita ai morti. La forza che gli è rimasta viene impiegata sempre soltanto nell’agire negativo e perciò la Forza positiva deve indebolire sempre di più il suo agire, l’Amore deve conquistare ed attrarre a Sé tutto ciò che è senza vita, che verrà risvegliato alla Vita. Durante la Mia discesa all’inferno cominciò il Rimpatrio di ciò che un tempo era caduto da Me, cominciò il risveglio dello stato di morto alla Vita – perché l’Amore aveva presentato la conferma che E’ più forte dell’odio – l’Amore ha consumato la colpa sulla Croce, che aveva procurato la morte agli esseri. E così è stata loro acquistata la Vita, è stato vinto colui che aveva portato l’essenziale spirituale nello stato di morte.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Het nederdalen ter helle - De vijandschap van Lucifer

Het is waar, dat Ik na mijn kruisdood nedergedaald ben in de hel en dat Ik ook verlossing gebracht heb aan hen, die nog niet door de poort de eeuwige zaligheid waren ingegaan, omdat deze poort eerst door mijn kruisdood geopend moest worden.

Ontelbare zielen verwachtten het uur van hun verlossing en Ik verscheen aan hen als de mens Jezus. Ik bracht hun mijn lijden en sterven onder ogen, omdat ook zij Mij vrijwillig moesten belijden als Zoon van God en Verlosser der wereld. Maar Ik werd ook herkend door hen, die op de aarde een goede levenswandel geleid hadden. Ik werd niet door allen afgewezen. Desondanks verweerden zich ook talloze zielen en die wezen het genadegeschenk van mijn verlossing af.

De invloed van mijn tegenstander op deze zielen was zo sterk, dat zij in Mij alleen de mens Jezus zagen, die zich verzet had tegen aardse machthebbers en daarom tot de dood veroordeeld werd.

Al deze zielen moesten hun vrije wil behouden. En daarom kon Ik niet in macht en heerlijkheid verschijnen.

Ik moest tot hen komen, zoals Ik op aarde onder de mensen verkeerd had. Als mens, die hen door het woord alleen probeerde te overtuigen van Zijn missie en van het volbrachte werk van de verlossing. Maar mijn tegenstander wilde die zielen niet terug geven. Hij werd zich echter voor het eerst bewust van het gevolg van mijn verlossingswerk. Hij kon de zielen niet tegenhouden die zich aan mijn kant schaarden, die Mij vrijwillig wilden volgen door de poort die voor hen door Mij geopend werd.

Zij waren aan zijn macht onttrokken, zij verbraken de ketenen, omdat zij de kracht daarvoor van Mij betrokken, omdat Ik zelf hun ketenen verbrak.

Des te meer woedde mijn tegenstander onder zijn aanhang en nu begon de strijd van het licht tegen de duisternis (de strijd van de duisternis tegen het licht) pas in zijn volle omvang, en hij heeft nooit opgehouden en woedt derhalve zowel op de aarde als in het geestelijke rijk.

Ik ben neergedaald in de hel om verlossing te brengen aan allen die reeds voor mijn geboorte hun leven beëindigd hadden; aan allen, die ondanks een goede levenswandel zich nog in de macht bevonden van hem die als mijn tegenstander ook Mij zelf bestreed en tegen wie Ik dus op aarde de strijd gevoerd heb voor al de zielen die hij gekluisterd hield.

En hij verloor een groot deel van zijn aanhang.

Ik was voor alle zielen gestorven en alle hadden zich vrij kunnen maken van hem. Maar zijn woede was grenzeloos toen hij zich beroofd zag van zijn volgelingen, toen hij moest inzien, dat Ik een overwinning op hem behaald had, die alleen de liefde verwerven kon. Ook hij had zich aan de liefde kunnen overgeven, maar zijn macht, zijn bezit, was nog te groot en dus weerde hij mijn liefdeskracht af, zodat die dan ook geen invloed op hem had. Maar nu was het moment aangebroken, dat hij moest erkennen dat zijn macht gebroken was.

Hij moest inzien, dat hij in de mens Jezus zijn Heer gevonden had, wiens liefde de vereniging met Mij bereikt had.

En daarom werd zijn haat alleen nog maar groter, want in de goddelijke Verlosser Jezus Christus was nu voor hem een gevaarlijke tegenstander opgestaan, die hem zijn aanhang kon ontrukken krachtens Zijn liefde. Daar echter de vrije wil van ieder wezen doorslaggevend is, zag mijn tegenstander daarin nog een gunstige mogelijkheid voor zich. En hij is onophoudelijk bezig op de wil van zijn slachtoffers in te werken, het zij op de aarde of ook in het geestelijke rijk. Ik ben echter na mijn kruisdood in de hel afgedaald en Ik zal altijd weer afdalen naar de hel om verlossing te brengen aan allen, die van hem los willen komen. En hij zal Mij daarin niet kunnen hinderen en hij zal nooit door geweld de zielen kunnen tegenhouden, die mijn roep willen volgen.

Zijn macht is gebroken door mijn dood aan het kruis, maar zijn weerstand kon ook door deze kruisdood niet gebroken worden. Zijn haat en zijn wil zijn onbuigzaam, zijn activiteiten door en door slecht en zijn wezen is geheel zonder liefde.

Daarom ontbreekt hem ook de kracht om aan het dode het leven te geven. De kracht die hem nog gebleven is wordt steeds alleen maar voor negatieve activiteiten aangewend, en daarom moet positieve kracht zijn werken steeds meer verzwakken. De liefde moet al het levenloze voor zich winnen, tot zich trekken en weer tot leven opwekken.

Bij mijn nederdalen ter helle begon het terugvoeren van het eens gevallene tot Mij. Het opwekken van het dode tot het leven begon, want de liefde had het bewijs gegeven, dat zij sterker is dan de haat. De liefde heeft aan het kruis de schuld betaald, die de dood de wezens had toegebracht. Zo werd voor hen het leven gekocht en hij, die het wezenlijke van schepselen in de toestand van dood gedompeld had, werd overwonnen.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte