Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

La lotta contro bramosie e passioni

Uccidete tutte le vostre brame e maturerete nel tempo più breve! Se avete la volontà di diventare perfetti, dev’essere superato tutto ciò che vi attira ancora giù nel baratro e queste sono tutte le brame e passioni, che sono ancora attaccate a voi dal tempo dello sviluppo antecedente e che perciò vi danno ancora molto fastidio sulla Terra, perché attraverso quegli istinti e brame il Mio avversario può agire su di voi, con ciò vuole impedire il ritorno a Me. Questi istinti e brame sono però un impedimento per l’unificazione con Me, perché sono delle caratteristiche n abissalm, che un essere perfetto non può avere e che perciò dapprima devono essere vinte, prima che possa aver luogo l’unificazione con Me. Ora l’uomo deve combattere contro ogni desiderio che è per la materia, perché allora vi è sempre collegato una brama di possedere qualcosa che appartiene al regno del Mio avversario, che serve quindi solamente alla soddisfazione dei sensi, non importa, che cosa sia. Appena i sensi corporei dell’uomo vi si dilettano, sono delle brame che trovano il loro esaudimento terreno. Ne fa parte tutto ciò che procura all’uomo il benessere corporeo, se l’uomo stesso vi tende con tutte le forze e perciò manca il motivo per il tendere spirituale: la conoscenza della caducità del terreno.

Gli uomini vengono provvisti da Me anche in modo terreno e pure la loro vita terrena sarà benedetta ed offrirà loro tutto e questo in modo abbondante, appena riconosco il loro tendere spirituale, appena il loro amore è per Me e la loro prima meta è l’avvicinamento a Me. Allora il Mio Amore dona loro abbondantemente ed anche la loro vita terrena sarà benedetta ed offrirà loro tutto, perché non nuoce loro più, perché non lega i loro sensi. Ma appena nell’uomo è ancora forte il desiderio per godimenti, possesso e stimolo terreni, allora deve condurre la lotta contro questi, perché queste brame sono le armi del Mio avversario, che lo aiutano sovente alla vittoria. Malgrado ciò l’uomo non diventerà inidoneo per la vita su questa Terra, la sua forza crescerà, ma la valuterà in modo diverso. Vorrà lavorare spiritualmente ed in questo solamente troverà la sua soddisfazione, ma cederà subito, quando il suo sguardo si rivolge di nuovo al mondo, quando là vede qualcosa che desidera possedere.

Perciò “il Regno dei Cieli ha bisogno di violenza e soltanto chi usa la violenza, lo strapperà a sé …” La Terra è il regno degli spiriti caduti, è il regno del Mio avversario. Chi riflette seriamente su questo saprà anche, che tutto il desiderabile del mondo terreno pretende sempre soltanto il pagamento del tributo a lui e che, chi paga questo tributo, gli apparterrà pure. Saprà anche, che non si possono fare dei compromessi fra Me e lui, che vi pretendo totalmente e che difficilmente Mi raggiungerà l’uomo, che sbircia ancora con un occhio nel regno del Mio avversario.

Non dovete farvi catturare dal mondo, dovete controllare voi stessi, quali cose vi sembrano desiderabili, ed ora dovete seriamente reprimere le brame, non dovete cedere loro, ma potete tranquillamente godere ciò che Io Stesso vi dono. Potete gioire di ciò che ricevete, senza averne bramato avidamente a quello che vi dà il Mio Amore, perché appartenete a Me, perché avete riconosciuto lo scopo della vita terrena ed ora siete volenterosi di servire Me. Ma accontentatevi con questo e soffocate sempre ogni brama sorgente, vedete in questa solamente sempre una trappola, che vi vuole mettere il Mio avversario per riconquistarvi per sé. Senza lotta interiore non diverrete vincitori su questo, ma se il vostro tendere è per Me, allora non avete più da combattere, perché allora il mondo non vi affascina più, allora la vostra nostalgia è rivolta al Cielo, allora la materia ha perduto il suo dominio su di voi, allora imparate a disdegnarla, vi deve servire, perché siete diventati padroni su di essa.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Strijd tegen begeerten en hartstochten

Dood al uw begeerten en u zult rijp worden in de kortst mogelijke tijd. Als u de wil hebt volmaakt te worden, zult u alles moeten overwinnen wat u nog naar beneden, de diepte in trekt. En al deze begeerten en hartstochten kleven u nog aan uit de periode van uw ontwikkeling voordat u mens was en die u daarom op aarde nog veel last bezorgen, omdat door die aandriften en begeerten mijn tegenstander op u inwerkt, die daardoor de terugkeer naar Mij verhinderen wil. Deze driften en begeerten zijn echter een belemmering voor de vereniging met Mij, omdat het niet-goddelijke eigenschappen zijn die een volmaakt wezen niet hebben kan en die daarom eerst overwonnen moeten worden voordat een vereniging met Mij kan plaatsvinden.

De mens moet nu strijden tegen elk verlangen dat de materie betreft, want steeds is daarmee een begeerte verbonden iets te bezitten wat hoort bij het rijk van mijn tegenstander, wat dus dient om de zinnen te bevredigen, het doet er niet toe wat het ook mag zijn. Zodra de lichamelijke zinnen van de mens zich eraan verlustigen, zijn het begeerten die hun vervulling op aardse wijze vinden. Alles wat de mens lichamelijk welbehagen verschaft behoort daartoe, als het door de mens met alle kracht zelf wordt nagestreefd en er daarom voor geestelijk streven de reden ontbreekt: het besef van de vergankelijkheid van al het aardse.

Maar de mensen worden door Mij ook aards bedacht en dat ook rijkelijk, zodra Ik hun geestelijk streven zie, zodra hun liefde Mij geldt en het nader komen tot Mij hun voornaamste doel is. Dan schenkt mijn liefde hun rijkelijk en ook hun aardse leven zal gezegend zijn en hun alles bieden, omdat het hen niet meer schaadt, omdat het hun zinnen niet kluistert. Zodra echter de begeerte naar aards genot, bezit en vermaak nog sterk is in de mens moet hij daar strijd tegen voeren, want deze begeerten zijn de wapens van mijn tegenstander, die hem dikwijls helpen de overwinning te behalen. Nochtans zal de mens niet ongeschikt worden voor het leven op deze aarde, veeleer zullen zijn krachten groeien, maar hij zal ze anders gebruiken. Hij zal geestelijk willen werken en alleen daarin zijn bevrediging vinden, echter dadelijk verzwakken door zijn blik weer naar de wereld te keren wanneer hij daar iets ziet wat hij graag zou willen bezitten.

Daarom "heeft het hemelrijk geweld nodig en alleen hij die geweld gebruikt, trekt het naar zich toe". De aarde is het rijk van de gevallen geesten, ze is het rijk van mijn tegenstander. Wie daar ernstig over nadenkt, zal ook weten dat al het begerenswaardige van de materiële wereld altijd alleen maar het voldoen van de tol aan hem vereist en dat, wie deze tol betaalt ook hem zal toebehoren. Hij zal ook weten dat er geen compromissen kunnen bestaan tussen Mij en hem, dat Ik u geheel en al opeis en dat de mens die nog met een oog naar de wereld van mijn tegenstander lonkt, bezwaarlijk met Mij in contact zal komen.

U mag u niet gevangen laten nemen door de wereld. U moet uzelf controleren op de dingen u nog begerenswaardig voorkomen en nu moet u de begeerte ernaar serieus onderdrukken. U mag er niet aan toegeven, maar u mag gerust genieten van wat Ik zelf u schenk. U mag u verheugen over datgene wat u ontvangt zonder het begerig te hebben nagestreefd, u mag u verheugen over datgene wat mijn liefde u geeft, omdat u van Mij bent - omdat u uw levensdoel hebt ingezien en nu bereid bent Mij te dienen.

Maar stel u zich ermee tevreden en onderdruk elke begerigheid die opduikt en zie daarin altijd slechts een val die mijn tegenstander voor u wil zetten om u voor zich terug te winnen. Zonder innerlijke strijd zult u geen overwinnaar over hem worden. Is uw streven echter op Mij gericht, dan hoeft u niet meer te strijden, want dan lokt de wereld u niet meer. Dan is uw verlangen op de hemel gericht, dan heeft de materie de heerschappij over u verloren. Dan leert u haar versmaden, ze moet u dienen omdat u de baas over haar bent geworden.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte