Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

Non esiste nessuna dannazione eterna

Non esiste nessuna separazione eterna da Dio, non esiste nessuna eterna dannazione, nessuna morte eterna. Perché l’eterno Amore di Dio esclude questo, Che Si prende cura di ogni essere, che ha Compassione per ogni essere, per quanto sia sprofondato in basso, e Che non lascerà mai al Suo avversario in eterno, ciò che è proceduto dall’eterno Amore. Ma non esiste una separazione da Dio attraverso dei lunghi spazi di tempo, che però non è mai la Volontà di Dio, ma la volontà dell’essere stesso, quindi non si può parlare di nessuna dannazione tramite Dio. Quando l’essere è così infinitamente lontano da Dio, allora è la sua propria colpa, la sua propria volontà, e può diminuire in ogni tempo questa separazione, può ritornare a Dio in ogni momento, perché Dio lascia pervenire l’Aiuto ad ognuno, appena l’essere stesso ha la volontà di ritornare a Dio. Quindi l’essere stesso si crea lo stato infelice, e lo stato infelice consiste nel fatto che all’essere manca la Luce e la Forza, più è lontano da Dio, perché respinge l’Amore di Dio, che significa per l’essere Luce e Forza. Ma l’Amore di Dio Si sforza sempre di richiamare alla Vita l’essere morto senza Forza, l’Amore di Dio è sempre pronto d’irradiare Forza e Luce sull’essere, ma sempre sotto l’osservazione del Suo eterno Ordine, della Legge che è fondato sulla Sua Perfezione. E perciò la durata di tempo della lontananza da Dio può essere infinitamente lungo per l’essere, il concetto “Eternità” è quindi non del tutto ingiustificato, soltanto non è uno stato che non termina mai, ma è da intendere così. Ma per l’essere, che si è separato da Dio, esiste sempre la possibilità, di porre una fine al suo stato infelice, perché non rimane mai lasciato a sé stesso, ma viene sempre inseguito da Dio con il Suo Amore. Gli vengono sempre offerte delle possibilità di salvezza, ed è sempre lasciato alla sua libera volontà di sfruttarle. Perché l’Amore di Dio è illimitato, non porta rancore, è sempre pronto ad aiutare, a salvare, a rendere felice e beato, perché sono sempre le Sue creature, che la Sua Forza d’Amore ha chiamato in Vita, ed a cui Lui non rinuncerà mai e poi mai, anche se passano dei tempi eterni. Ma è impossibile rendere ad un essere una Vita piena di Luce e Forza, che chiude sé stesso alla Fonte Ur di Luce e Forza. La libera volontà è il marchio di tutto il divino, ed escludere la libera volontà significherebbe la dedivinizzazione dell’essere, di lasciarlo eternamente imperfetto e perciò anche eternamente infelice, ma una infelicità che sarebbe la Volontà di Dio. Ma Dio vuole creare alle Sue creature l’eterna beatitudine, e per questo Egli lascia loro la libera volontà, per cui ora l’essere stesso può decidere, se e per quanto tempo si tiene lontano da Dio oppure desidera l’Amore e la Presenza di Dio. Ma nessun essere sarà respinto dal Cospetto di Dio in eterno, perché il Suo Amore è così forte, che riconduce tutto a Sé, ciò che una volta ha avuto la sua origine in Lui.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Er bestaat geen eeuwige verdoemenis!

Er bestaat geen eeuwige scheiding van GOD, Er bestaat geen eeuwige verdoemenis, geen eeuwige dood. Want de oneindige Liefde GOD's schakelt zoiets uit, Die Zich bekommert om ieder wezen, Die Zich over ieder wezen ontfermt, al is het nog zo diep gezonken en Die ook nooit voor eeuwig datgene aan Zijn tegenstander zal afstaan wat uit de eeuwige Liefde is voortgekomen.

Doch er bestaat een scheiding van GOD gedurende oneindig lange perioden, die echter nooit GOD's Wil is, integendeel, de wil van het wezen zelf - dus kan er ook niet van 'n verdoemenis door GOD worden gesproken. Wanneer het wezen zo oneindig ver van GOD is verwijderd, dan is het zijn eigen schuld, zijn eigen wil en het kan te allen tijde deze scheiding verkleinen, het kan te allen tijde naar GOD terugkeren, omdat GOD hem elke hulp ten deel laat vallen, zodra het wezen maar zelf de wil heeft naar GOD terug te keren. Dus het wezen schept de rampzalige toestand voor zichzelf en die ongelukkige toestand bestaat daarin dat het het wezen aan licht en kracht ontbreekt, hoe verder het zich van GOD verwijdert, omdat het de Liefde van GOD afwijst, Die licht en kracht betekent voor het wezen.

Maar de Liefde GOD's spant Zich onophoudelijk in het wezen dat door krachteloosheid dood is, weer terug te roepen in het leven, de Liefde GOD's is steeds bereid kracht en licht op het wezen uit te stralen, maar steeds met inachtneming van Zijn eeuwige ordening, van de wet die op Zijn Volmaaktheid is gebaseerd. En daarom kan de tijdsduur van de verwijdering van GOD voor een wezen eindeloos lang zijn. Het begrip "eeuwigheid" is dus niet helemaal onterecht, alleen is daar geen toestand onder te verstaan die nooit ophoudt. Maar voor het wezen dat zich van GOD heeft verwijderd, bestaat er altijd de mogelijkheid een einde te maken aan zijn ongelukkige toestand, want het blijft nooit aan zichzelf overgelaten, maar wordt steeds door GOD met Zijn Liefde gevolgd.

Steeds worden het mogelijkheden geboden zich te redden en steeds is het aan zijn vrije wil overgelaten deze te benutten. Want GOD's Liefde kent geen grenzen, Ze is niet haatdragend, Ze is steeds bereid om te helpen, te redden, te verblijden en gelukkig te maken, want het zijn altijd Zijn schepselen die eens door de Kracht van Zijn Liefde in het leven zijn geroepen - en die Hij nooit ofte nimmer zal opgeven, al zijn er eeuwige tijden mee gemoeid.

Maar het is onmogelijk een wezen een leven vol licht en kracht terug te geven dat zichzelf afsluit voor de Oerbron van Licht en Kracht. De vrije wil is het kenmerk van al het goddelijke en het uitschakelen van de vrije wil zou betekenen dat het wezen van zijn goddelijkheid wordt ontdaan, het eeuwig onvolmaakt te laten en daarom ook eeuwig ongelukkig - in een rampzalige toestand die GOD's Wil zou zijn. Maar GOD wil Zijn schepselen eeuwige gelukzaligheid bezorgen en daarom laat HIJ hun de vrije wil, dientengevolge kan het wezen nu zelf bepalen, of en hoe lang het zich van GOD verwijderd houdt of naar GOD's Liefde en tegenwoordigheid verlangt. Maar eeuwig zal geen wezen voor het Aangezicht van GOD verstoten zijn, want Zijn Liefde is zo sterk, dat Ze weer alles naar Zich terugvoert wat eens van HEM is uitgegaan.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte