Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

Destinazione dell’uomo – Desiderio per la Verità

La destinazione dell’uomo è il perfezionamento della sua anima sulla Terra – a voi uomini è posta come meta una maturazione spiritualea cui voi dovete aspirare e compiere nella libera volontà, per essere ora, alla fine della vostra vita, adatti per il Regno spirituale. Questa Verità irrefutabile viene accettata dai meno e da loro viene condotto un modo di vivere rispondente. La maggior parte degli uomini è ancora nel pensare abbagliato, sono spiritualmente ciechi e non si lasciano sfiorare quando a loro viene portata la Verità. Loro possono mostrare soltanto un basso grado di sviluppo della loro anima, ma non fanno nulla per aumentarlo. Loro non credono né ad uno scopo della vita terrena del creato, né ad un Creatore e non cercano nemmeno di ottenere una spiegazione su questo, cosa che è assolutamente importante è ciò che succede con loro quando hanno lasciato il corpo terreno, perché non credono nemmeno ad una vita dopo la morte. Ma la loro malafede non li protegge dalla responsabilità perché hanno una libera volontà, loro non sono costretti della loro malafede, nella loro predisposizione d’animo verso DIO – a CUI potrebbero darsi nella libera volontà, per venire ora, tramite la giusta predisposizione d’animo, sempre più guidati da Dio nel loro pensare ed agire. Perché ogni uomo può rivolgersi a Dio e per essersi distolto da LUI non ha nessuna valida scusa che soltanto una, che egli lo vuole. Appena egli vuole conoscere la Verità gli viene concessa e poi l’uomo stesso stabilisce il giusto rapporto con Dio. Che gli uomini pensano e vogliono differentemente, dipende da loro stessi, perché la volontà di Verità garantisce un giusto pensare – e perciò ognuno deve esaminare se stesso quanto egli stesso chiede della Verità. Se egli accetta tutto con indifferenza come credibile di ciò che gli viene portato, allora egli stesso non ha nessun desiderio di Verità, altrimenti lo esaminerebbe. E se rifiuta tutto ciò che gli viene offerto, può essere anche questo indifferenza nei confronti della Verità che lui non cerca e perciò non può nemmeno riconoscere come Verità. Se l’uomo non sà quando cammina cieco spiritualmente, questa è la sua propria colpa, perché in lui non esiste alcun desiderio per la Verità. E nessun uomo si può scusare di non sapere che cosa è la Verità e non lo potrebbe mai giudicare da sé perché egli rifiuta tutto. Da lui stesso non gli è ben possibile di esaminare un sapere sulla Verità, perché il suo intelletto da solo non può eseguire un tale esame, perché per fare questo deve richiedere il Sostegno a Dio. Ma appena egli si rivolge a Dio Stesso per avere Sostegno, per l’Illuminazione dello spirito, riconoscerà chiaramente e potrà discernere la Verità dall’errore. Ma per questo è necessaria la fede in Dio e questa fede può essere affermata persino dall’intelletto, quando la volontà dell’uomo è buona. Perché l’intera Creazione testimonia dell’Esistenza di un Dio saggio, onnipotente e Creatore – ed acclamare questo Spirito di Creazione dall’Eternità per avere Aiuto, dovrebbe essere possibile ad ogni uomo saggio che desidera penetrare nella Verità. Ed a questo verrà anche presto data la chiarificazione sulla sua destinazione sulla Terra ed egli misurerà al suo cammino terreno il giusto significato e non oltrepassare con indifferenza – egli si renderà conto della responsabilità nei confronti della sua anima ed aiutarla al perfezionamento più alto possibile.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

De bestemming van de mens

De bestemming van de mens is het rijp worden van zijn ziel op aarde. Een geestelijk rijp worden is u als doel gesteld waar u in vrije wil naar moet streven. U kunt dit ook volbrengen om aan het einde van uw aardse leven geschikt te zijn voor het rijk hierna. Heel weinig mensen nemen echter deze onweerlegbare waarheid aan en stellen hun levenswijze daarop in. Het merendeel van de mensen is nog geestelijk blind en zij laten zich niet overhalen wanneer ze nader tot de waarheid worden gebracht. Hun ziel heeft nog een lage ontwikkelingsgraad maar ze doen niets om deze te verhogen. Zij geloven noch aan een levensdoel van het geschapene op aarde noch aan een Schepper, en trachten ook geen opheldering te verkrijgen over wat heel belangrijk is, bijvoorbeeld wat met hen zal gebeuren wanneer zij het aardse lichaam verlaten hebben. Zij geloven dus ook niet aan een voortleven na de dood.

Maar hun ongeloof neemt hun verantwoording niet weg. Want zij hebben een vrije wil, ze zijn niet gedwongen tot hun ongelovigheid, tot hun instelling tegenover GOD, aan WIE zij zich konden overgeven om dan door een juiste houding tegenover GOD gestadig door HEM geleid te worden in hun denken en handelen. Want ieder mens kan zich tot GOD keren en heeft voor zijn afwenden van HEM geen andere verontschuldiging dan die, dat hij niet wil. Want zodra hij de waarheid wil weten wordt ze hem ook gegeven, en dan brengt de mens zelf weer de juiste verhouding tot GOD tot stand.

Dat de mensen zo verschillend denken en willen ligt aan hen zelf, want het verlangen naar de waarheid waarborgt ook het juiste denken. Daarom moet ieder zich afvragen hoezeer hijzelf naar de waarheid verlangt. Neemt hij alles onverschillig als geloofwaardig aan wat hem geboden wordt dan heeft hij zelf geen verlangen naar de waarheid, want anders zou hij die onderzoeken. En weert hij alles af wat hem aangeboden wordt dan kan dat eveneens onverschilligheid zijn tegenover de waarheid die hij niet zoekt, en daarom ook nooit als waarheid zal inzien.

Wanneer de mens onwetend is en geestelijk blind voortgaat, is dat zijn eigen schuld, omdat in hem geen verlangen naar de waarheid is. En geen mens kan zich verontschuldigen dat hij niet weet wat waarheid is en dat hij die zelf niet beoordelen kan, om welke reden hij alles afwijst. Wel is het hem uit zichzelf niet mogelijk kennis op waarheid te onderzoeken omdat zijn verstand alleen zo'n onderzoek niet kan ondernemen, en hij daartoe GOD's hulp vragen moet.

Maar zodra hij zich tot GOD Zelf wendt om hulp en om geestelijke opheldering, zal hij ook duidelijk waarheid van dwaling kunnen onderscheiden. Daar is echter het. geloof in GOD voor nodig, en dit geloof kan zelfs het verstand accepteren wanneer de wil van de mens goed is. Want de gehele schepping getuigt van de aanwezigheid van een wijze en almachtige GOD en Schepper, en deze scheppende GEEST van eeuwigheid om hulp te bidden zal voor ieder wijs en denkend mens mogelijk zijn die in de waarheid binnen wil dringen. Die mens zal ook spoedig opheldering ontvangen over zijn bestemming op aarde en hij zal dan zijn levensloop de juiste betekenis toekennen, en niet meer lichtvaardig verder leven. Hij zal zich dan de verantwoording voor zijn ziel bewust zijn en haar tot de hoogst mogelijke volmaaktheid trachten te brengen.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte