Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

Destino predestinato – L’Amore e l’Aiuto di Dio

Mi avvicino agli ammalati e deboli per guarirli e per fortificarli, ai tristi ed oppressi vengo per confortarli e per assicurare loro la Mia Assistenza, accolgo i perseguitati nelle Mie Braccia, affinché trovino nuovamente una nuova Patria da Me, e rialzo i caduti, aiuto loro, affinché prendano di nuovo piede saldamente e siano lieti. Vengo da tutti quelli che Mi chiamano soltanto con una invocazione, che credono in un Dio e Padre, che non Mi rifiutano, quando voglio aiutare loro. E tutti possono considerarsi felici che il Mio Orecchio sente la loro chiamata, che il Mio Occhio vede la loro miseria e che a loro appartiene il Mio Amore, perché sono figli Miei, perché credono. Ma vengo vicino anche a tutti i miscredenti, cerco di farMi conoscere da loro come Aiutante, per stimolarli di chiedere il Mio Aiuto e di accettarlo con gratitudine. Sì, Mi avvicino sovente ai miscredenti in forma di miseria e preoccupazione, affinché debbano ricordarsi di Me di Cui loro sanno certamente, ma non vogliono saperne nulla. Perché non esiste nessun uomo che sia del tutto senza sapere di un Creatore e Conservatore di tutte le cose. Ma quello che manca a molti è la fede sul collegamento tra Creatore e creatura. E questa malafede non fa loro cercare il collegamento che li convincerebbe di Me, del Mio Operare e del grande Amore che Mi unisce con tutto ciò che è creato. La fede in ciò rende l’uomo beato, e gli fa anche trovare la via verso Me, ma sovente soltanto quando è in miseria. Ma la miseria sarebbe per tutti insopportabile, se non ne sapessi e potessi Essere ovunque con il Mio Amore dove c’è fede. Che esista sempre di nuovo una via d’uscita, che ad un periodo di miseria e sofferenze venga sempre dato il cambio da condizioni più sopportabili, non è un caso e, s’intende da sé, è il Mio Intervento, la Mia Guida è il Mio Agire ed Operare che nel destino di ogni uomo è chiaramente riconoscibile. Ed ogni via del destino dovrebbe portare gli uomini alla fede in Me, ma chi non Mi riconosce rifiuta anche un certo destino prestabilito, lui cerca di spiegare tutto con la propria forza o assenza di forza, senza avere la chiarezza da dove egli ottiene la forza e perché può anche essere senza forza. Ma il riconoscimento di Me Stesso ed una chiamata verso Me avrebbe certamente per conseguenza un grande cambiamento del suo pensare ed anche dello stato terreno e spirituale. Non Mi rifiuto a nessuno che Mi chiama, ma Mi tengo indietro dove il rifiuto di Me Stesso è così grande che nemmeno delle miserie del corpo stabiliscono un cambiamento del pensare. Ma allora esiste un grande pericolo che si insinua il nemico in colui che ha raggiunto la sua meta per spingerMi via e questo dà riccamente nella vita terrena, ma prende tutto ciò che potrebbe portare alla Vita nell’Eternità, egli avvelena l’anima e la consegna alla morte, che è molto più dolorosa della più pesante vita terrena e questa è temporale, ma l’anima deve soffrire per tempi eterni, finché una volta riconosce lo stesso Me e poi Mi chiede Aiuto, che le viene poi anche concesso.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

GOD’s Liefde gaat uit naar allen

De zieken en zwakken kom IK naderbij om ze te genezen en te sterken - tot de bedroefden en verdrukten kom IK, om ze te troosten en hun Mijn bijstand te verzekeren - de vervolgden neem IK in Mijn Armen opdat zij bij MIJ weer een thuis vinden - en de gevallenen til IK op, IK help hen dat zij weer vaste voet krijgen en vrolijk zijn. IK kom tot allen die enkel met een gedachte MIJ roepen, die in een GOD en VADER geloven, die MIJ niet afwijzen als IK hen wil helpen En zij allen kunnen zich gelukkig prijzen dat Mijn Oor hun roep hoort, dat Mijn Oog hun nood ziet en dat Mijn Liefde hun toebehoort, omdat zij Mijn kinderen zijn - omdat zij geloven.

Maar IK benader ook alle ongelovigen. IK probeer MIJ aan hen bekend te maken als Helper - om hen aan te sporen Mijn hulp te vragen en dankbaar aan te nemen. Ja, IK benader de ongelovigen vaak in de vorm van nood en kommer, opdat zij aan MIJ denken, van WIE zij wel op de hoogte zijn maar niets willen weten. Want er bestaat geen mens die totaal geen kennis zou hebben van een SCHEPPER en BEHOEDER van alle dingen. Wat echter velen ontbreekt is het geloof, dat er een verbinding is tussen SCHEPPER en schepsel. En dit ongeloof laat ze niet de verbinding zoeken die hen zou overtuigen van MIJ en Mijn werken en van de grote Liefde, die MIJ met alle schepselen verbindt. Het geloof daarin maakt de mens gelukkig en laat hem ook de weg naar MIJ vinden, maar meestal alleen als hij in nood is. De nood zou echter voor allen ondraaglijk zijn als IK daarvan niet op de hoogte zou zijn en met Mijn hulp overal daar zou kunnen zijn, waar geloof is.

Dat er altijd weer uitkomst is, dat altijd weer een tijd van nood en lijden gevolgd wordt door draaglijke omstandigheden is geen toeval - en is geen vanzelfsprekendheid, het is Mijn ingrijpen, Mijn leiding - het is Mijn besturen en werkzaam zijn, dat in het lot van ieder mens duidelijk te herkennen is. En elke weg door het lot genomen,zou de mens tot geloof in MIJ kunnen en moeten voeren, maar wie MIJ niet erkent - die wijst ook een voorbestemd lot af. Hij tracht alles vanuit eigen kracht of krachteloosheid te verklaren, zonder daaruit duidelijkheid te hebben vanwaar hij die kracht betrekt en waarom hij ook krachteloos kan zijn. Maar de erkenning van MIJZELF en een roep tot MIJ zou waarlijk een grote verandering in zijn denken en ook in zijn aardse en geestelijke toestand ten gevolge hebben.

IK weiger niemand die tot MIJ roept. Maar IK blijf op de achtergrond waar openlijk tegenstand tegen MIJ geboden wordt, waar de afwijzing van MIJZELF zo groot is dat ook de noden van het lichaam geen verandering in het denken teweeg brengen. Maar dan is het gevaar groot dat diegene tussenbeide komt die zijn doel bereikt heeft, nml. MIJ te verdringen. En deze geeft rijkelijk in het aardse leven - ontneemt echter alles wat tot het leven in de eeuwigneid zou kunnen leiden. Hij vergiftigt de ziel en levert haar uit aan de dood, die veel pijnlijker is dan het zwaarste leven op aarde - en dit vergaat, de ziel echter moet lijden voor eeuwige tijden - totdat zij MIJ toch eenmaal erkent en dan tot MIJ om hulp roept, die haar dan ook verleend wordt.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte