Lascio alla volontà umana la sua libertà. Che cosa significa questo e perché non può essere concessa diversamente, lo potete comprendere solamente quando sarete rinati nello spirito, quando avrete conoscenza del Mio Piano di Salvezza dall’Eternità, della liberazione dello spirituale che non è ancora libero. Soltanto allora riconoscerete la necessità che gli uomini stessi devono prima modificarsi, se vogliono raggiungere un cambiamento della loro situazione di vita, benché Io Sia il Signore su Cielo e Terra, e tutto è possibile soltanto tramite la Mia Volontà o alla Mia Concessione. Come l’uomo stesso si dispone verso le Mie eterne Leggi, com’egli stesso si adatta o si ribella contro il Mio eterno Ordine, così è anche la sua sorte sulla Terra e nel Regno spirituale che egli stesso si prepara. Non spezzerò mai violentemente la volontà dell’uomo, cercherò soltanto di muovere le Mie creature attraverso diversi mezzi, in modo che possano modificare da sé stessi la loro volontà. Ed un tale mezzo è anche la grande miseria che passa sulla Terra, che però è causata dagli uomini stessi mediante la loro volontà errata. IO devo lasciarli sfogare per via di loro stessi, se non voglio impedire la possibilità che usino un giorno, da creature libere, anche la volontà nella giusta direzione per diventare perfetti. Quello che è proceduto dalla Mia Forza era e rimane divino, che non può rimanere per sempre nello stato non libero, anche se si messo nello stesso con la propria volontà. Ma se tolgo all’uomo la libertà della sua volontà, allora la creatura rimane eternamente non libera, non può mai più ritornare nel suo stato primordiale che può raggiungere soltanto nella libera volontà. Oppure devo togliere alla creatura da Me proceduta ogni conoscenza della sua destinazione e poi guidarla secondo la Mia Volontà. Ma allora è un essere giudicato che è ancora molto lontano dalla Divinità. Se però deve avvicinarsi al suo stato primordiale, gli deve essere data la libertà nella volontà, ed ora deve usare la volontà nel modo giusto. Per questo gli ho dato la vita come uomo, gli ho dato la facoltà di pensare e di agire, e non escluderò mai la sua libera volontà prima che il suo tempo di prova sulla Terra sia trascorso. Ma devo di nuovo legare per lungo tempo una volontà male utilizzata, restituendole la libertà solamente quando ha di nuovo la Grazia di percorrere la via sulla Terra, incorporata nell’uomo per sostenere nuovamente l’ultima prova di volontà. E’ la Legge dall’Eternità che non posso invertire, perché questo contraddirebbe la Mia Legge dall’Eternità e deruberebbe totalmente l’essenziale della sua divinità, perché ciò che è proceduto da Me, rimane sempre ed in eterno la Mia Parte, a cui è posta come ultima meta il raggiungimento dello stato ur, e per questo è inevitabilmente necessaria la libera volontà. E se questa libera volontà partorisce delle azioni della più madornale assenza d’amore, non la legherò prima del tempo, ristabilirò solo tramite la Mia Volontà l’Ordine là dove la libera volontà dell’uomo è usata per l’avvicinamento a Me. Ma quando è venuta l’ora della fine, che ho stabilito dall’Eternità, la Mia Volontà interrompe lo sviluppo in alto ed in basso, soltanto allora viene prima ristabilito uno stato dell’Ordine, affinché la liberazione dello spirituale possa nuovamente prendere il suo inizio, perché non smetto mai di provvedere per lo spirituale proceduto e caduto da Me nella libera volontà affinché riottenga la sua libertà, che raggiunga il suo stato ur e diventi un giorno beato.
Amen
TraduttoreIk laat de menselijke wil zijn vrijheid. Wat dat betekent en waarom het niet anders toelaatbaar is zult u pas kunnen begrijpen als u wedergeboren bent in de geest, als u bekend bent met mijn heilsplan van eeuwigheid, met de verlossing van het geestelijke dat gebonden is. Dan pas zult u de noodzaak inzien dat de mensen zelf zich eerst moeten veranderen, willen zij een verandering in hun levenssituatie bereiken, ofschoon Ik de Heer over hemel en aarde ben en alles alleen mogelijk is door mijn wil of mijn toelating. Hoe de mens zichzelf tegenover mijn eeuwige wetten instelt, hoe hij zichzelf naar mijn eeuwige ordening voegt of er zich tegen verweert, zo is ook het lot op aarde en in het geestelijke rijk dat hij zichzelf bereidt. Ik zal nooit ofte nimmer de wil van de mensen met geweld breken, alleen door allerlei middelen mijn schepselen trachten te bewegen hun wil zelf te veranderen. En zo'n middel is ook de grote nood die over de aarde gaat, die echter door mensen zelf veroorzaakt is juist door hun verkeerde wil. Ik moet hen laten uitrazen ter wille van hen zelf, wil Ik de mogelijkheid niet verhinderen dat zij als vrije schepselen eens die wil ook gebruiken in de goede richting en volmaakt worden.
Wat uit mijn kracht is voortgekomen, was en blijft goddelijk. Het kan nimmermeer in een gebonden toestand blijven, zelfs al heeft het zich uit eigen wil in deze toestand gebracht. Ontneem Ik echter de mens de vrije wil, dan blijft het schepsel voor eeuwig onvrij, het kan nooit meer in zijn oertoestand terugkeren, die het alleen in "vrije wil' bereiken kan. Of, Ik moet het uit Mij voortgekomen schepsel iedere kennis over zijn bestemming ontnemen en het dan sturen volgens mijn wil. Dan echter is het een wezen dat zich schikken moet, dat nog ver van de goddelijkheid verwijderd is. Wil het echter dichter bij zijn oertoestand komen, dan moet het die vrijheid van wil gegeven worden en het moet dan die wil op de juiste manier gebruiken. Daartoe gaf Ik hem het leven als mens. Ik gaf hem de bekwaamheid te denken en te handelen en Ik zal zijn vrije wil nooit uitschakelen voordat zijn proeftijd op aarde is afgelopen. Doch een misbruikte wil moet Ik opnieuw binden voor lange tijd, hem dan pas de vrijheid weer teruggevend als hij weer de genade verkrijgt als mens belichaamd over de aarde te gaan en opnieuw de laatste wilsproef af te leggen.
Dit is wet van eeuwigheid en Ik kan het niet ongedaan maken, want dat zou mijn wet van eeuwigheid tegenspreken en het wezenlijke geheel van zijn goddelijkheid beroven. Want wat van Mij is uitgegaan, blijft altijd en eeuwig een deel van Mij, dat als uiteindelijk doel het bereiken van de oertoestand gesteld is, waartoe de vrije wil onvermijdelijk noodzakelijk is. En al brengt deze vrije wil daden van de grofste liefdeloosheid voort, Ik zal hem niet voortijdig binden. Ik zal alleen door mijn wil daar de orde weer tot stand brengen, waar de vrije wil van de mensen gebruikt wordt om nader tot Mij te komen. Maar als het uur gekomen is dat Ik als het einde bestemd heb sinds eeuwigheid, breekt mijn wil de opwaartse of neerwaartse ontwikkeling af. Dan wordt er eerst weer een toestand van orde geschapen die het binden van de totaal verkeerde wil vereist, opdat de verlossing van het onvrije geestelijke weer opnieuw kan beginnen. Want Ik houd nooit op te zorgen voor het uit Mij voortgekomen en uit vrije wil van Mij afgevallen geestelijke, dat het zijn vrijheid weer terugkrijgt, dat het zijn oertoestand bereikt en eens zalig wordt.
Amen
Traduttore