Il Processo di Redenzione dello spirituale dura tanto tempo quanto necessita allo spirituale stesso. Quindi non si può parlare della stessa lunghezza della durata, ma ogni entità stessa la determina mediante la durezza della resistenza, mediante la sua volontà di lasciarsi redimere. E perciò possono passare delle Eternità, prima che questo Processo sia terminato, e possono essere necessari più periodi di Redenzione; ma può anche essere sufficiente un’Epoca per la totale Redenzione dello spirituale, appena esso stesso ha la volontà e tende coscientemente alla Redenzione nell’ultimo stadio di sviluppo.
Quest’ultimo stadio può essere vissuto fino in fondo dallo spirituale, prima o più avanti in un periodo di Redenzione, perché anche qui è determinante la volontà dello spirituale nello stato legato, benché questa volontà non sia libera. L’essere deve bensì svolgere delle determinate attività, può non combattere contro l’Ordine divino, può però eseguire quest’attività con disponibilità; ed allora non ha più bisogno di un lungo tempo per il suo sviluppo verso l’Alto nello stato dell’obbligo e può entrare prima nell’ultimo stadio della libertà della volontà, dove si deve decidere definitivamente, se è disposto ad aiutare nell’amore e nella libera volontà oppure se ricade nella resistenza contro Dio. E perciò un essere, che è salito velocemente in Alto nello stadio antecedente, può prolungare il Processo di Redenzione mediante una vita terrena inutilizzata come uomo, dovendolo poi continuare nel Regno dell’aldilà sotto condizioni notevolmente più difficili. Nel Regno spirituale possono di nuovo passare delle Eternità, prima che possa entrare nel Regno di Luce; esiste anche la possibilità, che sprofonda più in basso ed infine debba di nuovo percorrere il cammino attraverso la Creazione nella volontà legata, che quindi un secondo periodo di Redenzione sia necessario per questa entità ed anche di più, per giungere una volta alla meta. Lo spirituale che persiste nella dura resistenza contro Dio necessita uno spazio di tempo molto maggiore per la sua Redenzione. Viene tenuto saldo nella dura materia, ha già bisogno di Eternità per il suo sviluppo in Alto nello stato dell’obbligo, ma anche questo lo porta una volta all’ultimo stadio come uomo, dove deve superare l’ultima prova di volontà. Ed anche allora esiste ancora il pericolo di un punto fermo o di una retrocessione, ma anche la possibilità della definitiva Redenzione. Ma quest’ultima in numero è sempre più piccola, più procede un periodo di Redenzione. Si dimostra, che la resistenza contro Dio non è ancora spezzata malgrado una prigionia antecedente infinitamente lunga, questo si dimostra nel basso stato spirituale dell’umanità, nella sua miscredenza ed in una vita senza contatto con Dio. Ma gli uomini, che raggiungono in questo tempo comunque la loro meta, hanno da sostenere forti lotte come pareggio per la loro resistenza infinitamente lunga in precedenza, ma possono aspettarsi anche ultraforte Forza e Grazia da Parte di Dio, il Quale assiste lo spirituale nell’ultragrande Amore, per condurlo alla meta. Ma l’entità che fallisce, ripercorre ancora una volta inevitabilmente il percorso dello sviluppo, senza che le sia data l’occasione di maturare nell’aldilà, perché non raggiunge più il grado di maturità, che è richiesto da uno sviluppo verso l’Alto nell’aldilà. Si trova piuttosto nel potere di Satana, quindi è già sprofondata fino al punto, che soltanto il legare nella materia più solida, un ripetuto percorso attraverso la Creazione nello stato dell’obbligo, può aiutare questo spirituale, per diminuire la lontananza da Dio e così anche la totale assenza di Forza, che è la conseguenza della lontananza da Dio. E così è possibile, che siano necessari più periodi di sviluppo, per condurre un essere alla meta, e perciò si parla anche dell’eterna dannazione, di inferno e morte, perché sono degli spazi di tempo, che secondo la misura umana durano delle Eternità, che l’intelletto dell’uomo nel suo concetto di tempo non può afferrare e che perciò spiegano anche l’Amore compassionevole di Dio, con cui Egli cerca di agire sugli uomini in ogni tempo ed in particolare nel tempo della fine, per salvarli da un tale ripetuto percorso terreno, per guidarli allo stato di maturità, che rende possibile l’ingresso nel Regno dell’aldilà, per continuare ivi lo sviluppo. Perché una volta sarà trascorso il tempo che Dio ha concesso allo spirituale per la Redenzione, ed un nuovo periodo inizia secondo il Piano di Salvezza dall’Eternità, su cui si basa ogni avvenimento, e che ha per meta soltanto la Redenzione dello spirituale non libero.
Amen
TraduttoreHet verlossingsproces van het geestelijke duurt zolang, als het geestelijke zelf daarvoor nodig heeft. Dus kan er niet van eenzelfde lange duur worden gesproken, maar ieder wezen bepaalt deze zelf, door de hardheid van zijn weerstand, door zijn wil om zich te laten verlossen. En daarom kunnen er eeuwigheden voorbijgaan, eer dit proces is beëindigd en er kunnen meerdere verlossingsperioden nodig zijn, maar er kan ook één tijdperk toereikend zijn voor de verlossing van het geestelijke, zodra het zelf gewillig is en de verlossing in het laatste stadium bewust nastreeft.
Dit laatste stadium kan eerder of later in een verlossingsperiode worden doorgemaakt door het geestelijke, want ook hier is de wil van het geestelijke in gebonden toestand doorslaggevend, ofschoon deze wil niet vrij is. Het wezen moet wel bepaalde bezigheden verrichten, het kan niet tegen de goddelijke Wil ingaan. Maar het kan deze bezigheid bereidwillig nakomen, het kan zelf streven naar een losser maken van zijn keten en dan heeft het niet zo’n lange tijd nodig voor zijn positieve ontwikkeling in de “je moet” toestand en kan het des te eerder het laatste stadium met wilsvrijheid binnengaan, waarin het definitief moet kiezen of het in liefde en uit vrije wil bereid is dienstbaar te zijn, of terugvalt in de weerstand tegen God.
En daarom kan een wezen, dat in het voorstadium snel opwaarts klom, door een niet benut leven op aarde als mens het verlossingsproces zelf langer maken, terwijl hij dit dan in het rijk hierna moet voortzetten onder aanzienlijk moeilijkere omstandigheden. In het geestelijke rijk kunnen er weer eeuwigheden voorbijgaan, voordat het in het lichtrijk kan binnengaan. Ook bestaat de mogelijkheid, dat het dieper wegzinkt en tenslotte weer de gang door de schepping moet gaan in gebonden wil, dat er dus een tweede verlossingsperiode nodig is voor dit wezenlijke en ook meerdere, om eens het doel te bereiken.
Het in harde weerstand tegen God volhardende geestelijke heeft een heel wat grotere tijdsduur nodig voor zijn verlossing. Het wordt in de harde materie vastgehouden, het heeft al eeuwigheden nodig voor zijn positieve ontwikkeling in de “je moet” toestand, maar ook deze leidt eenmaal naar het laatste stadium als mens, waarin het de laatste wilsproef moet afleggen. Ook dan nog bestaat het gevaar van een stilstand of achteruitgang, maar ook de mogelijkheid van een volkomen verlossing. Doch dit laatste zal qua aantal steeds kleiner worden, hoe verder een verlossingsperiode is gevorderd. Kennelijk is de weerstand tegen God nog niet gebroken, ondanks de eindeloze gevangenschap tevoren. Dit blijkt uit het lage geestelijke niveau van de mensheid, uit haar ongeloof en uit een leven zonder verbinding met God. Maar de mensen, die in deze tijd toch hun doel bereiken, hebben veel zware strijd te doorstaan als compensatie voor hun eindeloos lange weerstand tevoren, maar ook uitermate veel kracht en genade te verwachten van de kant van God, Die het geestelijke bijstaat in overgrote Liefde om het naar het doel te leiden.
Maar het wezenlijke, dat faalt, gaat onherroepelijk nogmaals de ontwikkelingsgang, zonder dat het de gelegenheid wordt geboden, in het hiernamaals rijp te worden. Want het bereikt de rijpheidsgraad niet meer, die voor een positieve ontwikkeling in het hiernamaals is vereist. Het is veel meer in de macht van satan, dus al zo ver weggezonken, dat alleen nog maar het binden in de vaste materie - een volgende gang door de schepping in de toestand van “je moet” - dit geestelijke kan helpen, de grote afstand tot God te verminderen en zodoende ook de totale krachteloosheid, die het gevolg is van het van God verwijderd zijn. En zo is het mogelijk, dat meerdere ontwikkelingsperioden nodig zijn om een wezen naar het doel te brengen. En daarom wordt er ook van eeuwige verdoemenis gesproken, van hel en dood, omdat het perioden zijn, die naar menselijk gevoelen eeuwigheden duren, die het verstand van de mens met zijn begrip van tijd niet kan begrijpen en die daarom ook de erbarmende Liefde Gods duidelijk maken, waarmee Hij te allen tijde op de mensen probeert in te werken en in het bijzonder in de tijd van het einde, om hen voor zo’n herhaalde gang over de aarde te behoeden, om hen te brengen in de toestand van rijpheid, die een binnengaan in het rijk hierna mogelijk maakt, om de ontwikkeling daar voort te zetten. Want eens is de tijd afgelopen, die God het geestelijke heeft toegestaan om zich te verlossen en een nieuwe periode begint volgens heilsplan van eeuwigheid, die aan al het gebeuren ten grondslag ligt en die alleen de verlossing van het onvrije geestelijke tot doel heeft.
Amen
Traduttore