Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

L’Anima – Portatrice di tutte le Opere di Creazione

Le sostanze dell’anima risultano nella loro composizione una formazione costruita estremamente fine che sembrerebbe magnifica all’uomo se la potesse vedere, perché non esiste nulla di ciò che non vi sia in questa forma. Quello che l’intera Creazione ha da mostrare, si trova in infinito rimpicciolimento nell’anima, perché le singole sostanze hanno vivificato ogni Opera di Creazione, con ciò anche conservata ogni forma da loro vissuta che perciò si moltiplica anche attraverso costante unificazione e l’immagine complessiva cambia e si perfeziona continuamente. La capacità di comprensione dell’uomo non sarebbe sufficiente di immaginarsi tutte queste Opere di Creazione, ma sopraffatta dalla Saggezza e Onnipotenza del Creatore contemplerà un giorno l’immagine che gli rivela la più magnifica delle Meraviglie. L’Opera di Creazione minima e insignificante cela in sé di nuovo migliaia di Creazioni in miniatura, che a loro dimostrano di nuovo tutto ciò che è rappresentato nella grande Opera di Creazione di Dio. L’anima umana però è portatrice di queste Creazioni, cioè è costituita da innumerevoli sostanze di cui ognuna ha già compiuto il suo compito nella Creazione e perciò ha potuto unirsi per l’ultimo grande compito, di concludere come anima umana il cammino terreno infinitamente lungo. Non esiste nessuna Opera di Miracolo nell’intera grande Creazione di Dio che è formata così magnificamente come l’anima umana. Ed è una conferma della sua perfezione quando l’anima può contemplare se stessa come in uno specchio e poi riconosca la sua propria magnificenza, cioè lei stessa si vede nella Luce più raggiante in forma e figura mille volte moltiplicata e quindi l’auto contemplazione significa per lei indicibile felicità perché la vista dell’intera Opera di Creazione è per lei qualcosa di sconvolgente Bellezza. E non finirà mai con le sue contemplazioni, perché l’immagine si forma sempre di nuovo, appaiono sempre di nuovo nuove Opere di Creazione che sembrano sempre più magnifiche, perché le Magnificenze di Dio non conoscono fine e perciò nemmeno ciò che l’Amore di Dio offre alle Sue creature che sono perfette che stanno quindi nella Luce. Loro percepiranno sempre e continuamente il Suo Amore e vivono perciò anche sempre e continuamente dell’accresciuta felicità. Non ci sarà fine, nessun limite di ciò che all’occhio spirituale è concesso di vedere. E nulla rimarrà esistente in modo statico, ciò che significa per l’essere uno stato di felicità, ma questo stato di felicità aumenta costantemente, cosa che premette costante mutamento di ciò che viene offerto all’occhio spirituale dell’essere.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

De ziel - Drager van alle scheppingswerken

De zielensubstanties zijn als resultaat van hun samenstelling een bovenmate fijn geconstrueerd product, dat op de mens een betoverende indruk zou maken als hij het kon zien. Want er bestaat niets wat daar niet in te vinden is. Alles wat aanwezig is in de gehele schepping is in een oneindige verkleining in de ziel te vinden, omdat de afzonderlijke substanties ieder scheppingswerk doorleefd hebben en daardoor ook iedere doorleefde vorm vasthouden. Zij vergroten zich door een gestadig aaneensluiten, zodat het totaalbeeld steeds verandert en zich vervolmaakt.

Het bevattingsvermogen van de mens zou niet toereikend zijn om zich al deze scheppingswerken voor te stellen, maar overweldigd door de wijsheid en de almacht van de Schepper zal hij eenmaal dat beeld aanschouwen dat hem de wonderbaarlijkste heerlijkheden onthult. Het geringste en onopvallendste scheppingswerk bergt weer duizenden miniatuurscheppingen in zich, waarin zich wederom alles bevindt wat in het grote scheppingswerk van God vertegenwoordigd is.

Maar de menselijke ziel is drager van al deze scheppingen, dat wil zeggen: zij is samengesteld uit ontelbare substanties waarvan ieder reeds haar bestemming in de schepping vervuld heeft en waardoor ze zich aaneen mochten sluiten voor de laatste grote opgave: als menselijke ziel de eindeloos lange weg over de aarde te beëindigen. Er is geen wonderwerk in de gehele oneindige schepping zo bovenmate prachtig samengesteld als de menselijke ziel.

En het is een bewijs van haar volmaaktheid wanneer de ziel zichzelf als in een spiegel kan aanschouwen en dan haar eigen heerlijkheid beseft, dat wil zeggen: wanneer zij zichzelf in het stralendste licht ziet in een duizenden malen veelvoudige vorm en gedaante. En die zelfbeschouwing zal haar onzegbaar zalig maken omdat het aanschouwen van het gehele scheppingswerk een overweldigende schoonheid voor haar betekent. En nooit zal er een einde komen aan haar beschouwingen, want steeds weer vormt dat beeld zich opnieuw. Steeds weer komen nieuwe scheppingswerken te voorschijn die steeds weer betoverender op haar overkomen. Want de heerlijkheden van God nemen geen einde, dus ook niet dat wat Gods liefde aanbiedt aan Zijn schepselen die volmaakt zijn en zodoende in het licht staan. Zij zullen voortdurend Zijn liefde voelen en daardoor ook voortdurend toenemende gelukzaligheid ervaren.

Er zal geen einde aan komen, geen begrenzing van hetgeen het geestelijke oog mag aanschouwen. En er zal niets onveranderd blijven bestaan, wat voor het wezen een zalige toestand betekent. Want zonder ophouden zal deze zalige toestand worden verhoogd, waarvoor voortdurende veranderingen nodig zijn van hetgeen het geestelijke oog van de ziel aangeboden wordt.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Gerard F. Kotte