Il contatto che deve essere sempre e continuamente stabilito con il mondo spirituale procura grande successo ed a cui si deve sempre di nuovo aspirare. Agli uomini non può essere abbastanza indicato di mettere sé stessi in collegamento con le Forze donanti del Regno spirituale, perché se si affidano a tali Forze, è garantito il loro sviluppo verso l’Alto. Dove agli uomini ne manca la forza, esse sono sempre pronte di trasmetterla e per questo hanno solo bisogno della disponibilità di riceverla, cosa che può avvenire solo quando l’uomo stabilisce il cosciente collegamento con le Forze donanti. Anche questi esseri sono sottoposti a certe leggi e devono essere adempiute determinate pre-condizioni, se questi esseri possono entrare in azione. Ma appena l’uomo crede che le Forze spirituali possono influenzare la via della sua vita, gli esseri spirituali hanno una certa libertà. Ora possono provvedere l’uomo secondo il proprio misurare e dato che sono estremamente volenterosi di dare e pronti ad aiutare, l’uomo viene da loro oltremodo provveduto e non deve davvero languire. Le Forze dell’aldilà si fanno sovente riconoscere dagli uomini e li vogliono stimolare a stabilire un collegamento con loro. Utilizzano ogni occasione per guidare i loro pensieri al Regno che è al di fuori di quello terreno ed appena l’uomo si occupa di tali pensieri, cioè se ne occupa più a lungo, esse sono già capaci di agire su di lui attraverso trasmissioni mentali. Ma quando l’agire di questi esseri può essere reso credibile ad un uomo in modo che lui stesso stabilisca il collegamento con loro, allora gli affluisce mentalmente una misura di sapere che non gli fa più sentire il peso terreno, quindi questo significa per l’uomo Forza e Grazia. Le Forze spirituali possono elargire smisuratamente, non mettono limiti finché l’uomo non se ne mette da sè. Sono sempre e sempre pronte per il figlio terreno che li desidera, perché questi sono stati affidati alla loro protezione e lo possono provvedere rispetto al tempo della carriera terrena. E se ora conservano il contatto con quegli esseri spirituali, non sono mai senza assistenza, perché gli esseri spirituali possono fare moltissimo e nel loro amore sono sempre pronti a dare. Ma gli uomini stessi devono iniziare la frequentazione, perché possono offrire i loro Doni spirituali soltanto a coloro che si mettono in collegamento con loro attraverso interrogazioni mentali oppure nella fede nella loro Forza la desiderano attraverso l’intima preghiera rivolta a Dio oppure una silenziosa invocazione a quelle Forze che Dio ha messo a loro fianco per il tempo del loro cammino sulla Terra.
Amen
TraduttoreHet contact met de geestelijke wereld levert zoveel succes op, dat het voortdurend in stand moet blijven en steeds opnieuw nagestreefd moet worden. De mensen kunnen er niet genoeg op gewezen worden zichzelf in verbinding te stellen met de gevende krachten van het geestelijke rijk, want als ze zich aan deze krachten overgeven, is hun opwaartse ontwikkeling gegarandeerd. Waar het de mens daartoe aan kracht ontbreekt, zijn deze steeds bereid om hem kracht te geven en ze hebben daarvoor alleen maar de bereidwilligheid nodig om deze in ontvangst te nemen. Maar dit kan pas dan gebeuren, wanneer de mens de bewuste verbinding met de gevende krachten tot stand brengt.
Ook deze wezens zijn onderworpen aan bepaalde wetten en er moeten bepaalde eisen vervuld worden om deze wezens in actie te kunnen laten komen. Maar zodra de mens gelooft dat de geestelijke krachten zijn levensweg kunnen beïnvloeden, zodra hij de invloed op zich in wil laten werken, hebben de geestelijke wezens een bepaalde vrijheid. Ze mogen de mensen nu naar eigen goeddunken bedenken en omdat ze uiterst bereidwillig zijn om te geven en te helpen, zal de mens meer dan rijkelijk door hen bedacht worden en hoeft hij waarlijk geen gebrek te lijden.
De krachten in het hiernamaals geven zich vaak aan de mensen te kennen en willen hen aansporen om een verbinding met hen tot stand te brengen. Ze gebruiken elke gelegenheid om hun gedachten naar het rijk te leiden, dat buiten het aardse ligt en zodra de mens zich met zulke gedachten bezighoudt, dat wil zeggen dat die gedachte langer bij hen blijft hangen, zijn ze al in staat om op hem in te werken door overdrachten via de gedachten. Maar als een mens het werkzaam zijn van deze wezens geloofwaardig gemaakt wordt, zodat hij zelf de verbinding met hen tot stand brengt, dan vloeit hem nu via de gedachten een hoeveelheid kennis toe, zodat dit hem ook de zwaarte van de aarde niet meer gewaar laat worden, dus kracht en genade voor de mens betekent.
En de geestelijke krachten kunnen onbeperkt uitdelen. Ze stellen geen grenzen, zolang de mens deze zelf niet stelt. Ze staan steeds opnieuw klaar voor het naar hen verlangende mensenkind, omdat deze aan hun bescherming toevertrouwd werd en ze het voor de tijd van zijn gang over de aarde overeenkomstig zijn verlangen mogen bedenken. En als deze nu contact met deze geestelijke wezens houdt, is het nooit zonder hulp, want de geestelijke wezens zijn tot heel veel in staat en in hun liefde zijn ze ook altijd tot geven bereid.
Maar de mens zelf moet de weg banen voor het contact, want hun geestelijke geschenken mogen ze alleen maar aan diegenen aanbieden, die zich met hen in verbinding stellen door vragen, die ze in gedachten hebben, of in het geloof in hun kracht deze kracht begeren door een vurig gebed tot God of een stille roep aan deze krachten, die God hun ter beschikking gesteld heeft voor de tijd van hun gang over de aarde.
Amen
Traduttore