Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

Il risveglio della scintilla spirituale

Senza lo spirito da Dio rimane nascosta anche la Sapienza più profonda. Dapprima dovete aver portata al risveglio la scintilla spirituale in voi prima che vi possa essere dischiuso il sapere su Dio ed il suo Agire ed Operare. Il risveglio della scintilla spirituale in voi è il compito della vostra vita, perché con questo inizia il vostro sviluppo come uomo verso l’Alto. L’anima inizia ad unirsi con lo spirito che è scopo e meta della vita terrena. L’unione dell’anima con lo spirito deve però portare il sapere all’anima che prima è ignara, dato che lo spirito in lei sà tutto, perché è una parte di Dio. Il penetrare nel sapere divino però dà all’anima una certa libertà, perché l’oscurità dello spirito è un legaccio, l’anima è limitata nel suo sapere, mentre la trasmissione della Sapienza da Dio è per lei uno stato di Luce e Forza, quindi uno stato di libertà. Questo diventa comprensibile, quando viene preso in considerazione il vero compito dell’anima che deve superare la materia, quindi deve lasciar inosservato il desiderio del corpo per cose terrene che sono materia, deve tendere all’unione dello spirito in sé. Perciò quest’ultima deve sembrarle desiderabile e lo spirito le deve offrire qualcosa che può opporre al corpo. E questa è la Sapienza da Dio. Ora l’anima percepisce anche ciò che le manca ancora, che quindi è in uno stato di ignoranza, in uno stato di imperfezione, della limitazione e della non-libertà. E percepisce che può cambiare questo stato attraverso la sua volontà, che lo può cambiare in uno stato del sapere e quindi anche della libertà e perfezione, appena cerca il collegamento con la scintilla spirituale divina in sé che, come parte di Dio, è qualcosa di perfetto. Percepisce che questo collegamento la libera dalla sua non-libertà, perché in lei si fa Luce e chiarezza, perché viene guidata fuori dallo stato di ignoranza in quello della conoscenza. Sapere è libertà, sapere è Luce e sapere è Forza, e tutto questo lo trasmette lo spirito nell’uomo all’anima, appena l’uomo porta al risveglio questa scintilla spirituale in sé. Il risveglio dello spirito è però un atto della libera volontà e perciò dipende anche dall’uomo stesso se i Misteri divini rimangano per lui Misteri oppure se viene guidato nel sapere più profondo dalla scintilla di Dio che sonnecchia in lui, dallo spirito da Dio. Deve manifestare la sua volontarietà attraverso l’agire nell’amore, allora lo spirito in lui si risveglia alla Vita e guida l’anima dell’uomo in una regione che diversamente è irraggiungibile per gli uomini. Gli trasmette il sapere divino e libera l’anima.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Tot leven wekken van de geestvonk

Zonder de geest van God blijft ook de diepste wijsheid verborgen. U moet eerst de geestvonk in u tot leven gewekt hebben, voordat de kennis van God en Zijn besturen en werkzaam zijn voor u ontsloten kan worden. Het tot leven wekken van de geestvonk in u is uw levenstaak, want met het tot leven wekken van de geest in u begint uw opwaartse ontwikkeling als mens. De ziel begint zich met de geest te verenigen, hetgeen de zin en het doel van het aardse leven is.

En een verenigen van de ziel met de geest moet ook de ziel, die eerst onwetend is, de kennis opleveren, omdat de geest in haar alles weet, omdat deze een deel van God is. Want het binnendringen in de goddelijke kennis geeft de ziel een bepaalde vrijheid, omdat de duisternis van de geest een gebondenheid betekent. De ziel is nauw begrensd in haar kennis, terwijl het overdragen van de wijsheid uit God voor haar een toestand van licht en kracht is, dus een toestand van vrijheid.

Dit wordt begrijpelijk, als we de eigenlijke opdracht van de ziel in aanmerking nemen. De ziel moet de materie overwinnen, dus moet ze op het verlangen van het lichaam naar wereldse dingen, die materie zijn, geen acht slaan. Ze moet de vereniging met de geest in zich nastreven. Daarom moet dat laatste haar begerenswaardig voorkomen en de geest moet haar iets bieden, wat ze tegenover het verlangen van het lichaam kan zetten. En dit is de wijsheid uit God.

Nu voelt de ziel ook, dat haar dit nog ontbreekt. Dat ze dus in een toestand van onwetendheid verkeert. In een toestand, die onvolmaakt is, van een beperkt zijn en een niet vrij zijn. En ze voelt, dat ze deze toestand door haar wil kan veranderen. Dat ze deze veranderen kan in een toestand van kennis hebben en dus ook in de toestand van vrijheid en volmaaktheid, zodra ze de verbinding met de goddelijke geestvonk in haar zoekt, die als deel van God iets volmaakts is.

Ze voelt dat deze verbinding haar van haar onvrijheid verlost, omdat het licht en helder in haar wordt. Omdat ze uit de toestand van onwetendheid naar de toestand van weten geleid wordt. Kennis is vrijheid. Kennis is licht en kennis is kracht. En dit alles geeft de geest in de mens aan de ziel, zodra de mens deze geestvonk in zich tot ontwaken brengt. Maar het doen ontwaken van de geest is een daad van de vrije wil. En daarom hangt het ook van de mens zelf af, of de goddelijke geheimen, geheimen voor hem blijven of dat hij in de diepste kennis binnengeleid wordt door de in hem sluimerende geestvonk, de geest uit God.

En zijn bereidwilligheid moet hij door een werkzaam zijn in liefde tot uitdrukking brengen. Dan ontwaakt de geest in hem tot leven en deze leidt de ziel van de mens een gebied binnen, dat anders onbereikbaar voor de mens is. Hij geeft hem goddelijke kennis en maakt de ziel vrij.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Peter Schelling