Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

La vita - L’attività - La morte - L’inattività

La Vita o la morte nell’aldilà è il successo della vita terrena, e perciò la responsabilità dell’uomo è immensamente grande, dato che non è uno stato di breve durata, che può essere terminato secondo l’arbitrio, ma dura eternamente, cioè un tempo indicibilmente lungo. Nella vita terrena tutto è limitato, sia nel tempo come anche nello spazio, e perciò l’uomo non può afferrare il significato della parola “eterno”. Non riesce minimamente immaginarsi ciò che significa, essere sempre e costantemente vivo o senza vita. E perciò sovente non considera importante la sua vita terrena, trascurando con ciò che determina la vita infinitamente lunga nell’Eternità. L’anima, che è autorizzata a vivere nell’aldilà, ha adempiuto il compito della sua vita ed ora, nell’aldilà, assume un nuovo compito, che però per lei non significa più un obbligo come sulla Terra, ma fa scaturire la più alta Beatitudine, che significa quindi uno stato di delizia. E così l’anima inattiva sulla Terra trova lo stesso, solo che sulla Terra lei stessa ha preferito lo stato dell’inattività, mentre nell’aldilà viene condannata ad essere inattiva, perché essere attiva significa felicità e l’anima non ne ha nessun diritto. E prima che venga ammessa all’attività che rende felice, possono passare tempi eterni, perché ad un’anima che è stata inattiva sulla Terra, è indicibilmente difficile cambiare. Prima di tutto intorno a lei è così buio, cioè non possiede nessun genere di sapere, né della causa né della possibilità di un cambiamento del suo stato sconsolato, e perciò attende nell’inattività, non ha nessuna volontà di liberarsene. Senza la sua volontà però non può diventare attiva, quindi giungere nel Regno dove tutto vive. All’uomo nella vita terrena viene così sovente presentato che ha una responsabilità verso la sua anima, che attraverso il suo cammino di vita decide la sorte della sua anima nell’aldilà. Ma non bada a quest’indicazione, perché non crede. Al miscredente non può essere dato in nessun modo conoscenza di ciò che lo attende dopo la morte del suo corpo, ma nessun uomo può dire, di non averne mai sentito parlare, perché rifiuta tutto ciò che lo ammonisce a pensare alla sua Vita futura, finché lui stesso non è attivo nell’amore. Ogni uomo attivo amorevolmente crederà anche. Chi nella vita terrena bada al destino del prossimo, sarà anche convinto, che la vita non può cessare, ed ora, anche se inconsciamente, vivrà sulla Terra per l’Eternità. Perché chi è attivo amorevolmente, i suoi pensieri vengono anche guidati e non sarà nemmeno in uno stato senza Luce, saprà del suo compito sia sulla Terra come anche nell’aldilà dopo la sua morte corporea. Chi vive soltanto per sé stesso, chi sulla Terra ha soltanto un istinto, di procurarsi dei piaceri, e chi passa oltre alla miseria del prossimo, non accetterà mai come Verità ciò che gli viene sottoposto sulla Vita dopo la morte. E di conseguenza in lui non viene accesa nessuna Luce, già sulla Terra cammina nell’oscurità dello spirito, e così non può essere nemmeno diversamente dopo la sua morte. E’ buio intorno a lui ed anche buio nel suo pensare. E soltanto dov’è la Luce, è Vita. Ma l’’oscurità è morte.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Leven-Actief zijn – Dood-Passief zijn

Leven of dood in het hiernamaals is het resultaat van het leven op aarde en daarom is de verantwoordelijkheid van de mens enorm groot, omdat het niet een toestand van korte duur is die naar believen beëindigd kan worden, maar eeuwig, of beter gezegd, een onnoemelijk lange tijd aanhoudt.

In het aardse leven is alles begrensd, zowel qua tijd als qua ruimte en daarom kan de mens de betekenis van het woord “eeuwig” niet begrijpen. Hij kan het zich in de verste verte niet voorstellen wat het betekent om zonder ophouden te leven of levenloos te zijn. En daarom hecht hij niet veel betekenis aan zijn aardse leven, ongeacht het feit dat hij daarmee het eindeloos lange leven in de eeuwigheid bepaalt.

De ziel, die in het hiernamaals gerechtigd is te leven, heeft haar levensopdracht vervuld en neemt nu in het hiernamaals een nieuwe taak op zich, die echter niet meer zoals op aarde een plicht voor haar betekent, maar de hoogste gelukzaligheid veroorzaakt en zodoende een gelukzalige toestand betekent.

En zo treft de op aarde passieve ziel hetzelfde aan, behalve dan dat ze op aarde zelf de voorkeur gaf aan de staat van passiviteit, terwijl ze er in het hiernamaals toe verdoemd is om passief te zijn, omdat actief zijn geluk betekent en de ziel daar geen recht op heeft. En voordat ze tot de gelukkig makende activiteiten toegelaten wordt, kunnen er eeuwige tijden voorbijgaan, want een ziel die op aarde passief was, valt het onnoemelijk zwaar om te veranderen.

Eerst is het zonder licht rondom haar. Dat wil zeggen dat ze geen enkele kennis heeft, noch van de oorzaak, noch van de mogelijkheid tot een verandering van haar troosteloze toestand en daarom volhardt ze in de passiviteit. Dat wil zeggen dat ze niet de wil heeft om daarvan bevrijd te worden. Maar zonder haar wil kan ze niet actief worden, dus in het rijk komen, waar alles leeft.

Het wordt de mens in het aardse leven zo vaak bekendgemaakt dat hij een verantwoordelijkheid heeft ten opzichte van zijn ziel. Dat hij door zijn levenswandel het lot van zijn ziel in het hiernamaals bepaalt. Maar hij slaat geen acht op deze wenken, omdat hij niet gelooft. De ongelovige kan er op geen enkele manier kennis van gegeven worden, wat hem na zijn levensdood wacht. Er kan evenwel geen mens zeggen, dat hij hier niets over gehoord heeft. Want hij wijst alle waarschuwingen af om aan zijn toekomstige leven te denken, zolang hij niet zelf in de liefde werkzaam is.

Elk mens, dat in liefde actief is, zal ook geloven. Degene die in het aardse leven het lot van de medemensen in het oog houdt, zal er ook van overtuigd zijn dat het leven niet op kan houden en hij zal nu, ofschoon ook onbewust, op aarde leven voor de eeuwigheid. Want de gedachten van degene, die in liefde actief is, worden ook geleid en hij zal ook niet in een toestand zonder licht zijn. Hij zal dus zijn opdracht kennen, zowel op aarde als ook na zijn lichamelijke dood in het hiernamaals.

Maar wie nu voor zichzelf leeft, wie op aarde alleen maar de drijfveer heeft om zichzelf geneugten te bezorgen en aan de nood van de medemens voorbijgaat, die zal nooit als waarheid accepteren, wat hem over het leven na de dood ter overweging gegeven wordt. En bijgevolg wordt in hem geen licht ontstoken. Hij gaat al in duisternis van de geest over de aarde en dit kan na zijn dood niet anders zijn. Het is duister om hem heen en ook duister in zijn denken. En enkel waar licht is, is leven, maar duisternis betekent dood.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Peter Schelling