• Indietro

La ricerca con e senza l’Aiuto di Dio - La Verità

Il ricercatore intellettuale respinge ogni possibilità di un chiarimento senza lacune con la motivazione, che per le soluzione conquistate in un tal modo non potrebbe essere offerta nessuna garanzia per la Verità. Ma non esiste nessun’altra via per avvicinarsi alla pura Verità, che attraverso la ricerca spirituale. Lo scienziato terreno può portare delle più piccole dimostrazioni, egli sbaglierà comunque finché è miscredente e considera capace solo sè stesso di risolvere problemi spirituali. E perciò i risultati dei ricercatori si distanziano moltissimo, proprio come sono differenti le loro predisposizioni verso Dio. E chi si avvicina allo studio di tali problemi spirituali con l’Aiuto di Dio, potrà sempre rappresentare le sue opinioni con convinzione, ma colui che crede di non aver bisogno dell’Aiuto di Dio è e sarà sempre nell’errore. Ed i ricercatori saranno concordi solamente, se sono della stessa fede, cioè dello stesso spirito, perché a costoro giunge anche la giusta soluzione dall’Alto. E malgrado ciò proprio questa via viene raggirata, perché il mondo attuale preferisce l’esatto lavoro scientifico ai successi conquistati spiritualmente, e così l’umanità accetta questo primo senza opposizione e respinge decisamente la pura Verità. Ed il procedimento di inaudita importanza, l’Agire dello Spirito divino, rimane sconosciuto ed inutilizzato, e solo pochi credenti ne traggono il loro sapere, e perciò solo costoro stanno nella Verità, perché accettano ciò che Dio Stesso offre loro, la pura Dottrina divina non falsificata, la pura Parola di Dio e con ciò il pienissimo chiarimento su tutto ciò che cela la divina Creazione, mentre il sapere conquistato intellettualmente, malgrado una presunta dimostrazione, è molto lacunoso e non soddisfa mai definitivamente. Proprio la scienza ha stabilito delle tesi, che contraddicono più o meno la Verità, ed invece di avvicinarsi alla Verità, l’umanità le se ne allontana sempre di più. E là, dove si trova la Verità, la volontà umana si erige delle barriere insuperabili. L’uomo si rifiuta di indagare in questo modo, ed ora si avvale ancora di più del pensare d’intelletto per trovare una spiegazione a lui gradevole per il sorgere di risultati spirituali. Perciò è impossibile diffondere la pura Verità attraverso dei ricercatori scientifici. Persino i ricercatori che nella profonda fede vorrebbero portare alla comunità dei risultati corrispondenti alla Verità, urteranno contro una veemente resistenza e verranno combattuti dai loro avversari, che lasciano parlare solo il loro proprio intelletto ed escludono totalmente l’Agire di Dio. Tali risultati non hanno nessun valore, ma vengono comunque considerati come unici validi, e quindi il pensare dell’uomo è del tutto deformato, perché trae le sue conclusioni e deduzioni da insegnamenti errati e con ciò entra sempre di più nel pensare errato. La pura Verità si trova solo dove la profondissima fede ha richiesta la Benedizione di Dio per ogni lavoro spirituale. Solo costoro camminano nella Verità, perché sono stati istruiti dall’eterna Verità Stessa. Un tale uomo non può mai e poi mai trovarsi nell’errore, perché Dio Stesso lo protegge da questo, quando l’uomo attraverso la sua preghiera si è dato nella Custodia di Dio. Il Nocciolo della Verità Sarà sempre ed in eterno Dio Stesso e tutto ciò che si inizia con Dio corrisponde alla Verità, ma senza Dio non ne può essere data nessuna garanzia, per quanto fervente l’uomo cerchi intellettualmente di documentare ciò che sostiene, la sua opinione devierà notevolmente da quella di colui che si sottomette a Dio, perché i risultati provengono da diverse fonti e la Verità può defluire solo dalla Fonte divina, perché Dio Stesso E’ la Verità.

Amen

Onderzoeken met en zonder Gods hulp – Waarheid

De verstandelijk onderzoekende wijst de enige mogelijkheid op een volledige opheldering af met als reden dat hem geen garantie voor de waarheid geboden kan worden voor op deze manier verkregen oplossingen. En toch is er geen andere manier om dichter bij de zuivere waarheid te komen dan door geestelijk onderzoek.

De aardse wetenschapper kan het kleinste bewijs leveren, maar toch zal hij dwalen, zolang hij ongeloofwaardig is en zichzelf ertoe in staat acht om geestelijke vraagstukken op te lossen. En daarom lopen de resultaten van de onderzoekers heel erg uiteen, zoals ze in hun instelling ten opzichte van God eveneens verschillend zijn. En degene, die met Gods hulp aan het onderzoeken van zulke geestelijke vraagstukken begint, zal met overtuiging op kunnen komen voor zijn opvattingen, maar degenen die geloven Gods hulp niet nodig te hebben, zijn en blijven dwalend. En de onderzoekers zullen het alleen maar met elkaar eens zijn, als ze hetzelfde geloof hebben, dat wil zeggen van dezelfde geest zijn. Want hun wordt ook de juiste oplossing van boven toegestuurd.

En toch wordt juist aan deze weg voorbijgegaan, omdat de wereld van deze tijd de voorkeur geeft aan exacte wetenschappelijke arbeid boven de geestelijk verkregen resultaten en zo accepteert de mensheid deze resultaten zonder verzet en wijst ze hardnekkig de zuivere waarheid af. En een fenomeen van een enorm belang, het werkzaam zijn van de goddelijke geest, wordt helemaal niet herkend of gebruikt en slechts weinig gelovigen putten daar hun kennis uit en toch staan alleen zij maar in de waarheid, want ze nemen aan wat God Zelf hun biedt, de zuivere, onvervalste goddelijke leer, het zuivere woord van God en daarmee de volledige opheldering over alles, wat de goddelijke schepping bevat, terwijl de verstandsmatig verworven kennis ondanks zogenaamde bewijsvoering zeer onvolledig is en nooit geheel tevreden zal stellen.

De wetenschap heeft juist stellingen geponeerd, die de waarheid in meer of mindere mate tegenspreken en in plaats van dichter bij de waarheid te komen, verwijdert de mensheid zich daar meer en meer van. En daar, waar de waarheid te vinden is, richt de menselijke wil een onoverkomelijke barrière op. De mens weigert op deze manier onderzoek te doen en doet nu pas goed een beroep op het verstandsmatige denken om voor het ontstaan van geestelijke resultaten een hem bevallende verklaring te vinden. En daarom is het voor een wetenschappelijke onderzoeker onmogelijk om de zuivere waarheid te verspreiden.

Zelfs onderzoekers, die in het diepe geloof andere, dat wil zeggen met de waarheid overeenkomende resultaten dichter bij de gemeenschap willen brengen, zullen op hevige tegenstand stuiten en door hun tegenstanders bestreden worden, die enkel hun eigen verstand willen laten spreken en Gods werkzaam zijn volledig uit willen schakelen. Zulke resultaten hebben geen enkele waarde en worden toch als alleen waardevol geacht en zodoende is het denken van de mens geheel misvormd, want hij trekt zijn conclusies en gevolgtrekkingen uit dwaalleren en raakt steeds verder verstrikt in een verkeerd denken.

Alleen daar, waar in het diepste geloof de zegen van God voor elk geestelijk werk gevraagd werd, is de zuivere waarheid in ontvangst te nemen. Alleen dezen wandelen in de waarheid, omdat ze door de eeuwige Waarheid Zelf werden onderwezen. Nooit en te nimmer kan zo’n mens dwalend zijn, want God Zelf beschermt hem daartegen, als de mens zich door zijn gebed onder de bescherming van God gesteld heeft.

De kern van de waarheid zal dus eeuwig en altijd God Zelf zijn en alles wat met God begonnen wordt, zal met de waarheid overeenstemmen. Maar zonder God zal hier geen garantie voor zijn. De mens mag verstandsmatig nog zo ijverig proberen te bewijzen wat hij beweert, zijn mening zal aanzienlijk afwijken van die van degene, die zich ondergeschikt maakt aan God, omdat de resultaten uit verschillende bronnen stammen en alleen uit de goddelijke bron de waarheid maar stroomt, omdat God de Waarheid Zelf is.

Amen