Confronta annuncio con traduzione

Altre traduzioni:

L’entità nella forma solida – La materia

L’essenziale dell’entità? Riconoscere l’entità nella Creazione di Dio premette un determinato sapere, perché senza questo sapere l’uomo vede soltanto la cosiddetta materia morta, ma non l’entità che questa materia cela in sé. La Creazione di Dio è soprattutto visibile agli uomini soltanto quando cela in sé un’entità. Quello che è visibile all’uomo come materia non è assolutamente morto. Tutto vive, anche la forma solida di per sé apparentemente esamine. Soltanto che lo spirituale celato in questa è ancora nel più basso grado di maturità, quindi condannato ad una inattività, come ogni essere basso sarà continuamente inattivo e proprio un’attività aumentata di un essere o di qualunque Creazione rivela uno stato superiore di maturità. La forma esterna quindi non racchiude nulla che sia esanime, ma un’entità, che obbligatoriamente sosta nell’inattività, che quindi appare esanime, perché a causa del suo basso grado di maturità non è ancora ammessa all’attività che rende felice. Perché ogni attività è uno stato che rende felice, quindi premette un certo grado di maturità. Perciò prima che ora venga dato allo spirituale nella forma solida l’occasione di servire, cioè prima che gli venga posto un qualunque compito che sia a vantaggio di un altro essere, deve prima adempiere la sua destinazione e poi può sfuggire a questa forma solida. Ed ogni nuova forma esteriore può significare per l’essere uno stato di costrizione più alleggerito. Lo sviluppo del mondo vegetale ed animale però procede molto più velocemente che quella nella forma solida. Perché per liberare lo spirituale dalla forma solida, richiede ogni volta violenti rimpicciolimenti, che ora procedono attraverso la Volontà di Dio, cioè secondo la natura, oppure attraverso la mano dell’uomo. I primi sono decisi secondo il Piano nella più profonda Sapienza, quando lo spirituale è maturato in questa forma e quindi deve diventare libero. Questo avviene attraverso delle catastrofi della natura, le quali trasformano totalmente delle Creazioni di indicibile lunga durata di vita in brevissimo tempo, in modo che attraverso frantumazioni della precedente forma solida lo spirituale legato in lei diventa libero. Nell’altro caso contribuiscono gli uomini stessi a liberare lo spirituale legato dalla solida forma, mentre vogliono trasformare del materiale esistente ed a questo scopo lo rimpiccioliscono, lo dissolvono e lo assemblano poi di nuovo diversamente. Ogni opera di distruzione, a cui è però di nuovo alla base un determinato scopo, cioè significa un vantaggio per altre Creazioni, ha in certo qual modo per conseguenza un’occasione di servire per l’essere e quindi è voluta da Dio, premesso che tutto ciò che sorge tramite la mano dell’uomo corrisponda ora alla Sua divina Volontà, cioè che non vi siano alla base dei motivi bassi, p.e. un danno causato al prossimo oppure tutto ciò che è a svantaggio per gli uomini oppure per ogni Creazione. La trasformazione sovente ripetuta di ciò che cela dello spirituale in sé, è soltanto una grande benedizione per l’essere e viene accolto da lui con gratitudine, se la nuova forma esterna ha un qualche utile scopo di servire. La forma e quindi anche lo spirituale in questa forma ora serve, e questo servire gli procura di nuovo una nuova riformazione, e questo continua, finché la forma intorno all’essere diventa sempre meno aggravante, e le trasformazioni procedono sempre più velocemente. Questo percorso del divenire di tutto l’essenziale sovente non è riconoscile all’uomo e perciò viene considerato troppo poco, ma se l’uomo s’immagina i molti oggetti che hanno la destinazione di servirgli, se soltanto pensa, che tutti questi oggetti portano in sé una Vita spirituale, se infine si immagina, che egli stesso ha già vissuto attraverso questa prigionia ed ha dovuto sopportare pure dei tempi infiniti del tormento e dell’essere legato, allora osserverà ogni Opera di Creazione soltanto in questo pensiero, ma darà anche più attenzione alla sua vita terrena e riconoscerà anche la responsabilità, che porta nei confronti della sua anima. Egli aiuterà lo spirituale nella forma solida possibilmente alla liberazione e sforzerà anche sé stesso, di servire sempre Dio ed il suo prossimo, per liberare sé stesso dall’ultima forma mediante il servire.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Ingrid Wunderlich

Het wezenlijke in de vaste vorm – Materie

Het essentieel wezenlijke in de schepping van God te herkennen, vereist een bepaalde kennis, want zonder deze kennis ziet de mens enkel de zogenaamde dode materie, maar niet het wezenlijke, dat deze materie in zich bergt. De schepping van God is überhaupt pas zichtbaar voor de mensen, als ze iets wezenlijks in zich bergt. Dus dat, wat voor de mens als materie zichtbaar is, is op geen enkele manier dood.

Alles leeft, ook de op zich levenloos lijkende vaste vorm. Alleen bevindt het daarin verborgene geestelijke zich nog in de laagste graad van rijpheid, dus tot een inactiviteit veroordeeld, zoals elk laag staand wezen inactief zal zijn en juist de verhoogde activiteit van een wezen of wat voor schepping dan ook verraadt een hogere staat van rijpheid. De uiterlijke vorm omsluit dus niets levenloos, maar een wezen, dat in zekere zin gedwongen inactief blijft, dat dus levenloos lijkt, omdat ze door haar lage graad van rijpheid nog niet tot gelukbrengende werkzaamheid toegelaten is.

Want actief zijn geeft een gelukkig makende toestand. Het vereist dus een zekere rijpheidsgraad. Hoe eerder nu het geestelijke in de vaste vorm gelegenheid gegeven wordt tot dienen, dus hem één of andere taak gegeven wordt, die een ander wezen tot voordeel strekt, des te eerder vervult het zijn bestemming en kan het nu zijn vaste vorm ontvluchten. En elke nieuwe uiterlijke vorm zal voor het wezen een iets lichtere dwangtoestand betekenen.

De ontwikkeling binnen de planten- en dierenwereld gaat echter aanzienlijk sneller voorwaarts dan die in de vaste vorm. Want om het geestelijke uit de vaste vorm te bevrijden, behoort telkens het gewelddadig kleiner maken, die nu of door de wil van God, dat wil zeggen op een natuurlijke manier, of door mensenhand gebeurt. Het eerste is planmatig in de diepste wijsheid besloten, zodat het geestelijke in deze vorm uitgerijpt is en dus vrij moet komen. Dit geschiedt door natuurrampen, die scheppingen van onnoemelijk lange levensduur binnen korte tijd volledig omvormen, zodat door vernietigingen hetgeen vroeger in de vast vorm gebonden was, vrijkomt.

In andere gevallen dragen de mensen er zelf aan bij om hetgeen gebonden is uit de vaste vorm te bevrijden, doordat ze bestaand materiaal om willen vormen en het voor dit doel kleiner maken, oplossen of het op een andere manier weer samenvoegen. Elk vernietigingswerk, waar weer een bepaald doel aan ten grondslag ligt, wat dus voor andere scheppingswerken voordeel betekent, heeft eveneens voor het wezen een gelegenheid tot dienen tot gevolg en is dus door God gewild. Dit veronderstelt, dat alles, wat nu door mensenhand ontstaat met Zijn goddelijke wil overeenstemt, dat wil zeggen dat er geen lage motieven aan ten grondslag liggen, zoals bijvoorbeeld een bij de naaste aangebrachte schade of alles, wat nadelig is voor mensen of voor de schepping.

Het vaker omvormen van dat, wat geestelijks in zich bergt, is alleen maar een grote zegen voor het wezen en wordt dankbaar door hem verwelkomd, als de nieuwe uiterlijk vorm één of ander nuttig doel dient. De vorm en dus ook het geestelijke in deze vorm dient nu en ook dit dienen levert hem weer een nieuwe vorm op en dat zo door, tot de vorm om het wezen steeds minder belastend wordt en de omvormingen steeds sneller optreden.

Deze ontwikkelingsgang van al het wezenlijke is voor de mensen vaak niet herkenbaar en er wordt daarom veel te weinig acht op geslagen. Maar als de mens zich de vele voorwerpen voorstelt, die de bestemming hebben om hem te dienen, wanneer hij er nu aan denkt, dat al deze voorwerpen geestelijk leven in zich dragen, wanneer hij zich tenslotte voorstelt, dat hij zelf deze gevangenschap al doorleefd heeft en eveneens eindeloos lange tijden de kwellingen en het gebonden zijn moest verdragen, dan zal hij elk scheppingswerk alleen maar met die gedachten bekijken. Maar hij zal ook meer aandacht aan zijn aardse leven schenken en dus ook de verantwoordelijkheid herkennen, die hij ten opzichte van zijn ziel draagt. Hij zal het geestelijke in de vaste vorm zoveel mogelijk de vrijheid bezorgen en zich ook inspannen om steeds God en zijn medemensen te dienen om zichzelf door dienen uit de laatste vorm te verlossen.

Amen

Traduttore
Tradotto da: Peter Schelling