Dovete essere di fede viva e non soddisfare soltanto la formalità. Così lo pretende il Padre dai figli Suoi, e dovrete corrispondere a questo Desiderio se volete anche stare nella Benedizione di questa fede. Quando vi viene insegnata la giusta fede e l’accettate solo puramente nell’esteriore, cioè con l’accettazione della fede non collegate contemporaneamente anche l’azione, questa fede è morta, perché non risveglia lo spirito in voi, è soltanto una formalità, calcolata per il mondo, ma non è utile per voi stessi. Al contrario, una tale fede può ancora richiamare l’errata opinione, di aver adempiuto pienamente il proprio dovere, e di essere quindi sospeso da ogni responsabilità. Ma una tale fede formale ha causato immensi danni fra l’umanità, dato che migliaia si cingono con lo scudo di una tale fede, e le loro anime sono morte e non ne traggono nessuna utilità. La fede diventa viva solamente, quando l’uomo prende coscientemente contatto con Dio; quando il pensiero rivolto a Dio lo fa pensare ed agire diversamente di come era originariamente il caso. La fede viva deve determinare tutto il pensare, non dev’essere riconosciuto solo per prudenza o per provare qualcosa, che poi si cerca di dimostrare, ma la convinzione deve esistere nel cuore dell’uomo senza poter portare la dimostrazione che Dio E’, e questa convinzione deve di nuovo far scaturire la volontà di preporre la Volontà divina davanti alla propria. Allora ciò che l’uomo crede, viene trasportato nell’azione, ed allora questa non è più una fede morta, dato che vivifica l’uomo, quindi stimola all’azione. Ma ora nel tempo attuale solo una piccola parte quasi in estinzione può sentire in sé la Forza della fede, perché questa parola non è per essa soltanto un concetto vuoto. L’uomo parla bensì della fede, perché così è stato educato, ma non si rende nemmeno chiaro che cosa sia in sé la fede. Non soltanto l’affermazione di qualcosa che non si può dimostrare, la fede è piuttosto l’affermazione di tutto ciò che non si può afferrare con i sensi, e nel sorgere in questa e nell’accettazione incondizionata di tutte le pretese, che vengono poste a noi attraverso appunto questa fede. Se l’uomo fa ciò che l’eterna Divinità pretende da lui, allora riconosce questa esortazione e così è diventato vivo, cioè la Forza di Dio agiva ora in modo vivificante su colui che si è dichiarato definitivamente per Dio. E chi sta così nella viva fede, non sarà mai più un uomo formale; non adempirà ciò che viene preteso da lui per abitudine oppure per via dei prossimi, ma unicamente per via di Colui, il Quale secondo la fede E’ appunto il Simbolo di tutto; affermerà appunto perché crede e quindi diventerà sveglissimo nello spirito.
Amen
TraduttoreJe moet een levend geloof hebben en niet alleen maar de vorm voldoende vinden. Zo verlangt de Vader het van Zijn kinderen en jullie zullen aan dit verlangen moeten beantwoorden, als jullie in de zegen van dit geloof willen staan. Wanneer u het juiste geloof geleerd wordt en u neemt dit alleen puur uiterlijk aan, dat wil zeggen, als u niet met de aanname van het geloof ook tegelijkertijd de daad verbindt, dan is dit geloof dood, want hij wekt niet de geest in u op. Het is slechts een vorm, berekend voor de wereld, maar voor uzelf niet nuttig. Zo’n geloof kan integendeel nog de verkeerde mening tevoorschijn roepen, volop aan zijn verplichtingen voldaan te hebben en dus van elke verantwoordelijkheid ontheven te zijn.
Maar zo’n vormgeloof heeft buitengewoon veel schade onder de mensheid aangericht. Duizenden wapenen zich immers met het schild van zo’n geloof en hun zielen zijn dood en het brengt hen niet het minste nut. Het geloof wordt pas dan levend, wanneer de mens bewust contact zoekt met God. Wanneer de gedachte aan de eeuwige Godheid hem anders laat denken en handelen, dan oorspronkelijk het geval was.
Het levende geloof moet al het denken bepalen. Er mag niet enkel uit voorzichtigheid of bij wijze van proef iets erkend worden, waar men er dan naar streeft om het te bewijzen, maar zonder het bewijs te kunnen leveren, moet de overtuiging in het hart van de mens aanwezig zijn, dat God bestaat. En deze overtuiging moet weer de wil in werking zetten om de goddelijke wil boven de eigen wil te plaatsen. Dan wordt, wat de mens gelooft, in de daad omgezet en dit is dan geen dood geloof, omdat hij de mens immers stimuleert, dus tot werkzaamheid aanspoort.
Maar nu in de huidige tijd is er nog maar een uiterst klein deel, dat de kracht van het geloof in zich gewaarwordt, omdat dit woord voor dit deel niet slechts een leeg begrip is. De mens spreekt weliswaar van geloof, omdat dit hem door opvoeding eigen gemaakt werd, maar het wordt hem niet duidelijk, wat geloof op zich inhoudt. Niet alleen het beamen van iets, wat niet te bewijzen valt. Het geloof is veeleer een beamen van al dat, wat met het denken niet te bevatten is en een erin opgaan en onvoorwaardelijk aannemen van alle eisen, die door juist dit geloof aan ons gesteld worden.
Als de mens dat doet, wat de eeuwige Godheid van hem eist, dan erkent hij deze eis en dan is hij levend geworden. Dat wil zeggen, dat de kracht uit God nu een tot levenwekkend effect heeft op degenen, die God volledig beleden. En degene, die dus een levend geloof heeft, zal nooit een mens zijn, die de vorm voldoende vindt. Hij zal niet voldoen aan dat, wat uit gewoonte of ter wille van de medemensen van hem geëist wordt, maar enkel en alleen ter wille van Degene, Die volgens het geloof toch het hoogste doel van alles is. Hij zal beamen, juist omdat hij gelooft en dus in de geest klaarwakker geworden is.
Amen
Traduttore