Rendetevi presente la Grandezza e l’Onnipotenza di Dio, e soltanto allora potrete afferrare l’incommensurabile Amore che circonda voi figli terreni, che l’essere vivente per quanto possa essere minuscolo è sempre in costante Custodia del Padre Celeste e non può mai subire un danno, perché l’Amore di Dio ha innumerevoli mezzi e vie, per guidare comunque ancora sulla via della conoscenza il pur più indegno essere che si ribelli coscientemente alla Volontà di Dio, anche se sovente dopo un tempo indicibilmente lungo. All’essere vengono sempre di nuovo assegnati nuovi involucri, ed il percorso del divenire di questi attraverso così tanti ostacoli è una nuova opportunità per maturare. Per l’anima è però di estremo guadagno di raggiungere una maturità spirituale la più alta possibile nella vita terrena, perché la lotta nella vita terrena di per sé è bensì difficile e richiede molto superamento, perseveranza e lavoro, ma proprio nella vita terrena sono nuovamente offerti all’essere delle abbondanti facilitazioni, che rendono possibile una maturazione in un tempo già relativamente breve. Ma dove la volontà dell’uomo si pone in una forte difesa verso le facilitazioni offertegli, là il perfezionamento è messo in dubbio, anzi è piuttosto da registrare una retrocessione. Ora l’Amore del Padre nel Cielo è rivolto sempre e sempre di nuovo a guidare l’essere alla sua ultima destinazione, e cioè ora viene offerta all’anima l’occasione di lavorare alla sua perfezione e di elevarsi nello stato, che ha per conseguenza il distacco da ogni materia. Questo è un inizio molto più difficile in un mondo dove tutto l’afferrabile consiste soltanto nell’immaginazione dell’essere, dove l’anima è per così dire ancora ingarbugliata in tutte le brame e voglie mondane, dove è esposta ad ogni sorta di tentazioni e non se ne può liberare con la propria forza, dove tutte le brame, che hanno contribuito nella vita terrena all’esaudimento dei desideri terreni, diventano ora un tormento, dato che non possono più essere esauditi e preparano all’anima questo tormentoso stato finché non se ne distoglie coscientemente e percepisce il desiderio per un godimento puramente spirituale. Un tale desiderio verrà subito assecondato mediante degli esseri spirituali più perfetti attivi nell’amore, che ce la mettono tutta per liberare un’anima infelice dal suo stato. L’aiuto viene subito concesso all’anima, soltanto la sua volontà deve essere diventata attiva e distogliersi da ciò che la lega ancora alla Terra ed ai desideri mondani. Dove e come si svolge questo trasformare dell’essere, per gli uomini è sempre stato ancora motivo per questioni discordanti che riguardano la re-incorporazione sulla Terra. Così vi sia sufficiente sapere che passano dei tempi infiniti ed innumerevoli involucri della più differente formazione hanno avvolto la vostra anima, prima che tutti questi esseri viventi, tramite la Volontà di Dio, hanno preso dimora in, su ed al di sopra della Terra, ma stando sempre nel più stretto contatto con la Terra che ha appunto lo scopo della maturazione, che l’ultimo stadio come uomo può essere vissuto fino in fondo soltanto sulla Terra, che però con l’abbandono del corpo terreno l’anima passa oramai in un Regno assolutamente indipendente dalla Terra, non importa quale stato di maturità l’anima abbia raggiunto. Per il suo ulteriore sviluppo esistono delle opportunità le più impensabili al di fuori di questa Terra, e se l’anima ha una volta abbandonato il suo involucro corporeo terreno ed il suo soggiorno sulla Terra durato millenni non le ha portato l’ultima maturazione, allora nell’aldilà inizia un lottare così indicibilmente difficile che supera di gran lunga quello nella vita terrena, ed una re-incorporazione sulla Terra sarebbe quasi lo stesso come se il Padre concedesse sempre e sempre di nuovo Clemenza nei confronti di un figlio minore che Gli nega l’obbedienza, invece di darlo in una scuola severa che gli faccia riconoscere l’errore del suo agire.
Interruzione
TraduttoreBreng u de Grootte en Almacht van God voor de geest en u zult dan pas de onmetelijke Liefde kunnen begrijpen, die u, mensenkinderen, omvat, dat elk nog zo klein levend wezen zich in voortdurende hoede van de hemelse Vader bevindt en nooit meer verloren kan gaan, want de Liefde Gods heeft ontelbare middelen en manieren om ook het meest onwaardige - zich bewust tegen de Wil van God verzettende - wezen, toch nog op de weg van het inzicht te leiden, al is het ook na onuitsprekelijk lange tijd. Steeds worden het wezen weer nieuwe omhullingen toegewezen en steeds weer is de ontwikelingsgang ervan door zo vele weerstanden een nieuwe gelegenheid om rijp te worden. Een zo groot mogelijke geestelijke rijpheid in het aardse leven te verkrijgen is evenwel voor de ziel uiterst winstgevend, want de strijd in het aardse leven is op zich wel zwaar en eist veel overwinning, volharding en arbeid, maar er zijn wederom juist in het aardse leven het wezen overvloedig voordelen geboden, die een rijp worden al in naar verhouding korte tijd mogelijk maken. Maar waar de wil van de mens zich erg afwerend opstelt tegenover de hem geboden faciliteiten, is een vervolmaken in twijfel te trekken, ja vaak eerder een teruggang te melden.
Nu is de Liefde van de Vader in de Hemel er steeds weer op bedacht, het wezen naar zijn laatste bestemming te voeren, en wel wordt de ziel nu ook in het hiernamaals gelegenheid geboden, aan haar vervolmaking te werken en op te klimmen in de staat, die een zich losmaken van alle materie tot gevolg heeft. Dit is een erg moeilijke onderneming in een wereld, waarin al het tastbare alleen in de verbeelding van het wezen bestaat, waarin de ziel als het ware nog verstrikt is in alle begeerten en wereldse lusten, waarin ze aan alle aanvechtingen van dat soort is blootgesteld en zich daar niet door eigen kracht uit kan bevrijden, waarin alle begeerten, die in het aardse leven tot vervulling van het aardse verlangen bijdroegen, nu tot kwelling worden, omdat er niet meer aan voldaan kan worden en ze de ziel deze kwellende toestand zo lang bereiden, tot ze zich er bewust van afkeert en een verlangen naar zuiver geestelijk genot bemerkt. Aan zo’n verlangen zal direkt gevolg worden gegeven door de in liefde werkzame, meer volmaakte geestelijke wezens, die er alles aan doen een ongelukkige ziel van haar toestand te bevrijden. De hulp wordt de ziel dadelijk verleend, alleen moet slechts haar wil aktief geworden zijn en zich afkeren van datgene, wat haar nog met de aarde en het wereldse verlangen verbindt.
Waar en hoe dit omvormen van het wezen geschiedt, is voor de mensen nog steeds aanleiding geweest tot geschilpunten, de herbelichaming op aarde betreffend. Zo moet het voor u voldoende zijn, te weten, dat wel oneindige tijden voorbijgaan en ontelbare omhullingen in de meest verschillende vorm uw ziel hebben omsloten; dat al deze levende wezens door Gods Wil verblijf namen in, op en boven de aarde, toch steeds in nauwste verbinding staand met de - juist met het doel van het rijp worden bestaande - aarde, dat het laatste stadium als mens eveneens alleen op de aarde kan worden doorgemaakt; dat echter met het verlaten van het aardse lichaam de ziel in een voortaan van de aarde volledig onafhankelijk rijk overgaat, het doet er niet toe welke toestand van rijpheid de ziel op aarde heeft bereikt. Voor haar verdere ontwikkeling zijn er de meest ondenkbare gelegenheden ook buiten deze aarde en heeft de ziel eens haar lichamelijke aardse omhulling verlaten en heeft het duizenden jaren durende verblijf op de aarde haar niet de uiteindelijke rijpheid gebracht, dan begint er in het hiernamaals een zo onnoemelijk zwaar worstelen, dat het worstelen in het aardse leven ver overtreft en een hernieuwde belichaming op de aarde zou ongeveer hetzelfde zijn, als wanneer de Vader tegenover een onmondig kind, dat weigert Hem te gehoorzamen, steeds en steeds weer clementie betracht, in plaats van het op een strenge school te doen, die het het verkeerde van zijn handelen laat inzien.
Amen
Traduttore