Cara figlia, nei pochi mesi del tuo operare spirituale il tuo orecchio ha sentito così molte Parole dell’Amore del Signore e Salvatore attraverso noi. Ti giungono giornalmente ed in ogni ora degli Ammonimenti, di perseverare nell’amore fedele per il Salvatore, noi rivolgiamo i tuoi pensieri al tendere spirituale ogni volte che ci è possibile. Verrà una volta il tempo, quando devi dare agli altri gli Insegnamenti che ricevi, precisamente come ti immergi nelle eterne Verità, così intorno a te vi saranno molti che ascoltano le Parole e le accolgono nei loro cuori. In quel tempo ti sarà facile l’accoglienza dei nostri pensieri, sentirai senza ostacoli, e ti potranno continuamente istruire, perché il Signore ti ha assegnato questa missione, che devi agire per Lui e per la Sua Parola. Ogni pur minima opera d’amore per i tuoi confratelli ti preparerà soddisfazione, sarai attiva nell’amore e prenderai vivace parte all’Opera di Redenzione del Signore. Perché è venuto di nuovo il tempo, in cui il Signore dimora sulla Terra, dove Egli Si sofferma nel cuore di ogni uomo che Lo invoca. Perché c’è una grande miseria fra gli uomini. La Sua Parola echeggia non udita da innumerevoli figli terreni, le potenze dell’oscurità sono scatenate, e ci sono molti che si sottomettono a questi poteri. Comincerà una dura lotta per le anime di costoro, e perciò il Signore manda i Suoi messaggeri e cerca di penetrare nei cuori degli uomini ovunque si muove solamente il minimo pensiero rivolto al Salvatore. Qualcuno pensa al Signore nella Festa dell’Amore. Voglia il suo cuore non essere ancora indurito ed accogliere ciò che i suoi amici spirituali cercano di trasmettergli, perché è venuto di nuovo il tempo, dove la volontà dell’uomo deve soltanto essere rivolta all’Eternità, per essere guidata sulla retta via accolta dalle Forze spirituali. Devi sempre essere onesta e pensare in modo retto in tutte le cose. Il tuo cuore dev’essere appunto libero da ogni impurità, perciò devi sempre sforzarti, di celarvi soltanto l’amore. La sofferenza e la preoccupazione induriscono gli uomini, ma l’amore li porta più vicini alla Divinità. Perciò lascia sempre soltanto regnare l’amore. Ed ora, figlia mia, continua: Le Benedizioni della fede riceverà colui, che si dichiara apertamente per Dio. Ci sono molti insospettati ostacoli, che vogliono sbarrare la via per la conoscenza a tali ricercatori, ma oltre a tutto l’anima trova il Padre suo, perché il pensiero dell’uomo è in grado di lanciarsi in Alto nel Cosmo, può superare tutti gli ostacoli ed appena il pensiero si rivolge allo spirituale, l’uomo trova il collegamento con gli esseri spirituali assegnati a lui, che attendono già che egli li vada incontro e che sono subito pronti a concedergli l’assistenza. Allora si vorranno bensì anche impadronire dell’anima umana le forze maligne, ma la Forza del Bene sarà sempre maggiore, più la volontà umana le si rivolge e supplica l’Aiuto nel desiderio di Dio. La lotta dura soltanto un breve tempo, finché l’uomo non si è deciso nel cuore e se cede alla spinta interiore che indica i suoi pensieri verso l’Alto, allora gli verrà trasmetta la Forza spirituale, perché il Signore E’ sempre pronto ad aiutare dove lo si chiede a Lui., Egli fortifica sempre il debole, istruisce sempre colui che domanda, e guida l’errante, ma il figlio terreno deve sempre avere il desiderio per il Padre, allora cominciano tutte le Benedizione, che il Padre tiene pronte per i Suoi figli e che Egli assegna loro secondo il bisogno e la saggia Misura. Perciò viene anche offerta a tutti l’occasione di ricevere, e soltanto lo stolto respinge da sé questa Grazia divina, il Suo Amore vi prepara tutto ciò che voi supplicate.
Amen
TraduttoreLief kind, in de weinige maanden van je geestelijke werkzaamheid ontving je oor via ons zo veel woorden van liefde van de Heer en Heiland. Elke dag van uur tot uur gaan er aanmaningen naar je uit om in trouwe liefde op de Heiland te wachten. Zo vaak als het ons mogelijk is, richten we je gedachten op het geestelijke streven. Er zal eens een tijd komen dat je de leringen, die je ontvangen hebt, zult doorgeven. Net zoals jij je verdiept in de eeuwige waarheden, zo zullen er rondom je velen zijn die naar de woorden luisteren en ze in hun harten opnemen. In deze tijd zal het voor jou gemakkelijk zijn onze gedachten op te nemen. Je zult zonder hindernissen ontvangen en we zullen je ononderbroken mogen onderwijzen. Want de Heer heeft je deze opdracht toebedeeld, dat je zult werken voor Hem en voor Zijn Woord. Elk werk van liefde aan je medemensen, hoe gering ook, zal je voldoening geven. Je zult liefdevol bezig zijn en actief deelnemen aan het verlossingswerk van de Heer.
Want opnieuw is de tijd gekomen dat de Heer op aarde vertoeft, dat Hij zich ophoudt in het hart van ieder mens die Hem maar roept. Want er is een grote nood onder de mensen. Bij ontelbare kinderen van de aarde weerklinkt Zijn Woord zonder gehoord te worden. De machten van de duisternis zijn ontketend en er zijn velen die zich aan deze machten onderwerpen. Er zal een harde strijd ontbranden om hun zielen. En daarom zendt de Heer Zijn boden en probeert Hij overal in het mensenhart binnen te dringen waar ook maar de geringste gedachte aan de Heiland opkomt. Menigeen zal aan de Heer denken tijdens het feest van de liefde. Moge zijn hart nog niet verhard zijn en ontvangen wat zijn geestelijke vrienden hem proberen over te brengen. Want opnieuw is de tijd gekomen dat slechts de wil van de mensen zich naar de eeuwigheid hoeft te richten om door geestelijke krachten aangenomen te worden en op de juiste weg te worden geleid.
In alle dingen moet je steeds rechtvaardig zijn en rechtvaardig denken. Je hart moet immers vrij zijn van al het onreine. Daarom moet je steeds je best doen om er alleen liefde in te bewaren. Lijden en verdriet verharden de mensen, de liefde brengt hen echter dichter bij de goddelijkheid. Laat daarom steeds alleen liefde heersen.
En nu, mijn kind, ga verder: wie zich openlijk voor God bekent, zal de zegeningen van het geloof ontvangen. Er zijn ongekende hindernissen die zulke zoekenden de weg naar inzicht willen versperren. Maar door dit alles heen vindt de ziel haar Vader, want de gedachte van de mens is in staat zich in het heelal te projecteren. De gedachte kan alle hindernissen overwinnen en zodra de gedachte zich naar het geestelijke toekeert, vindt de mens verbinding met de hem toebedeelde geestelijke wezens die al wachten op zijn komst en onmiddellijk bereid zijn hem bijstand te verlenen. Weliswaar zullen dan eveneens de boze machten de menselijke ziel willen bemachtigen. Toch wordt de kracht van het goede steeds groter, hoe meer de menselijke wil zich er naartoe wendt en verlangend naar God om hulp smeekt.
De strijd duurt maar zo korte tijd totdat de mens in zijn hart het besluit genomen heeft. En als hij toegeeft aan de innerlijke drang die zijn gedachten naar boven wijst, dan wordt geestelijke kracht op hem overgedragen. Want de Heer is steeds tot helpen bereid, wanneer er om gevraagd wordt. Altijd sterkt Hij de zwakken, altijd onderwijst Hij hen die vragen en leidt Hij hen die dwalen. Maar het kind moet altijd een verlangen hebben naar de Vader, dan vangen alle zegeningen aan die de Vader voor Zijn kinderen bereid heeft en die Hij hen toebedeelt naar behoefte en wijs oordeel. Daarom wordt ook aan allen de gelegenheid geboden te ontvangen. En alleen de dwaas wijst deze goddelijke genade af. Gods liefde bezorgt jullie alles waar jullie om bidden.
Amen
Traduttore