Vi gledate na sebe kao na neovisna bića sve dok ne vjerujete u Boga Kojem dugujete vaše postojanje i vaš život.... jer vi ne želite znati (tj. na sebe gledati kao) da ste vođeni Njegovom voljom, o kojoj zavisi vaše postojanje.... A ipak znate da ste sami nesposobni oblikovati vaš život kako vama odgovara, da ste također nesposobni produžiti vaš život čak za jedan dan. Time vi znate da ste zavisni o Sili.... ili, ako niječete ovu Silu.... o zakonu kojem ste dakle podložni po prirodi.... Vi morate prihvatiti ovaj prirodan zakon, ali odbijate priznati Biće kao zakonodavca.... vi odbijate priznati svrhu ili uredbu za vaše postojanje, budući vi i dalje imate previše zajedničkog stava sa onime (Luciferom) koji se jednom odrekao njegovog Stvoritelja i prikazao sebe kao onog koji odlučuje i djeluje nezavisno svim bićima koje je on stvorio u ovom pogrešnom stavu.... Vi ste ta duhovna bića koja je on stvorio, i vi dijelite ista mišljenja poput njega, vi isto tako ne priznajete njegovo postojanje, vi udomaćujete iste osjećaje u vama koji su ga ispunjavali i nagnali da ostavi Boga. Sve dok ne priznate i prepoznate Boga vi ste puni sotonskog duha.... arogantno se oslanjate na vašu vlastitu snagu i kao dodatak tome puni ste sebične Ljubavi, što objašnjava zašto je vaše razmišljanje pogrešno naklonjeno i vi živite u jednom neprosvjetljenom duhovnom stanju na Zemlji. Mudrost za koju smatrate kako je posjedujete vas čini rastuće više arogantnima i samo-uvjerenima, a ipak to je kompletno beskorisno znanje, budući se ono jedino tiče stvari koje za vas nestaju u trenutku smrti. Svatko tko niječe Boga, koji ne vjeruje kako je on sam povezan sa Silom, je izoliran od Boga, i on će ostati izoliran nakon njegove smrti, unatoč tome, on postoji.... Smrt ga ne uništava, kako on pogrešno pretpostavlja tijekom njegova života na Zemlji, on ostaje samo-svjestan kao biće, jedino što prepoznaje sebe da je slab kada želi izvršiti iste stvari kako ih je činio u zemaljskom životu.... I onda će on često zaposjednuti snagu ljudi koji dijele isto mišljenje i čak ohrabriti njihovo pogrešno razmišljanje. Jer sva Bogu-protivna bića ostaju udružena.... i međusobno baš kao i sa bićem (Luciferom) koje je prvo ostvarilo razdvajanje od Boga.
Bog je zasigurno prikazao izvan Sebe u vanjskom obliku sva duhovna bića kao nezavisna tako da bi oni mogli sebe prepoznati kao pojedinačna bića, međutim, On Sam nije raskinuo vezu sa ovim pojedinačnim bićima nego ih je neprestano prožimao sa Njegovom snagom Ljubavi.... I sve dok su oni prihvatili Njegovu snagu Ljubavi oni su bili blaženo sretni.... ali kada je prvo-stvoreno biće odbacilo Božje zračenje Ljubavi.... kada je ono vjerovalo u njegovom vlastitom oholom razmišljanju, da ono to više nije potrebovalo, ono je istovremeno odbacilo Boga i totalno sebe izolirao od Njega i na taj je način postao bijedan i duhovno neprosvjetljen. I zato je ‘nijekanje Božanstva’ uvijek nepogrešivi dokaz sljedbenika onoga (Lucifera) koji je jednom revoltirao protiv Boga.. U zemaljskom životu ljudsko biće može lagano doći do shvaćanja da on zavisi o volji Sile koja je u kontroli nad njime, budući prima previše dokaza za to njega samoga što se tiče baš kao i njegovog okruženja.... Ipak Bog nikada ne odlučuje da volja ljudskog bića razmišlja u skladu sa Božanskim Redom, ali On će podariti svjetlo svakome tko žudi svjetlo.... Nema opravdanja za osobu koja niječe Boga, jer svatko Ga može prepoznati ako odbaci njegov duhovni ponos, nasljedno zlo.... ako on krotko i ponizno pita pitanja u njegovom umu koja će mu sasvim izvjesno biti odgovorena i što mu može podariti vjerovanje u Boga. Svaki ateist je duhovno arogantan, i ova arogantnost ga također spriječava od toga da pita pitanja budući on ponosno tvrdi ‘da zna’ gdje je u potpunosti neupućen. I svaki ateist je u kontaktu sa ljudima koji vjeruju u Boga i vječnog Stvoritelja, Koji odlučuje njihovo postojanje.... I kroz ove on će opet i iznova biti motiviran da o tome razmišlja.... ako, međutim, on iznutra odbija to učiniti onda on još nije odustao od njegovog prošlog protivljenja, i on će isto tako teško prihvatiti objašnjenje u onostranom ako ga se (ljudi na Zemlji) ne prisjećaju u Ljubav-nom zauzimanju.... Svatko tko niječe Boga je i dalje beskrajno daleko od vječnog doma.
AMEN
TranslatorU beschouwt u als onafhankelijke wezens, zolang u niet aan een GOD gelooft - aan WIE u uw bestaan te danken hebt. Want dat u geleid wordt door Zijn Wil, waarvan uw zijn afhankelijk is, daar wilt u niets van weten. En toch weet u dat u niet in staat bent zelf het leven naar wens vorm te geven - dat u ook niet in staat bent zelf het leven een dag te verlengen.
U weet dus dat u afhankelijk bent van een Macht, of als u deze loochent, van een wet, waaraan u natuurlijkerwijze onderworpen bent. Deze natuurwet moet u accepteren - het staat u echter tegen een WEZEN als Wetgever te erkennen, het staat u tegen een doel of een bestemming van uw bestaan te erkennen, omdat in u nog te veel van de gezindheid is van hem (Lucifer) die eertijds met zijn Schepper brak en pretendeerde zelf alleen beslissend en alleen werkend te zijn tegenover alle wezens die hij in deze verkeerde gezindheid d.m.v. GOD's Kracht voortbracht.
U, mensen bent dit door hem (Lucifer) voortgebrachte wezenlijke, u hebt dezelfde mentaliteit als hij, u erkent ook GOD's bestaan niet, u hebt dezelfde innerlijke gevoelens in u die hem vervulden en hem tot zijn afval van GOD dreven. En zolang u GOD niet herkent en erkent, bent u nog vol van duivelse geest, arrogant, vertrouwend op uw eigen kracht en bovendien vol eigenliefde, om welke reden ook uw denken verkeerd gericht is - en u in een verduisterde geestestoestand op aarde vertoeft. En wat u denkt aan wijsheid te bezitten maakt u steeds aanmatigender en zelfbewuster - en toch is het een volledig waardeloze kennis, omdat ze alleen dingen betreft die op het moment van de dood voor u zijn uitgedoofd.
Ieder die GOD loochent - die meent dat er geen verband is tussen Zijn Macht en hemzelf - is van GOD geïsoleerd, hij blijft ook geïsoleerd na zijn dood, doch hij blijft bestaan. De dood wist hem niet uit, zoals hij foutief aanneemt in het aardse leven. Hij blijft zichzelf bewust als wezen - alleen ziet hij in dat hij krachteloos is, als hij hetzelfde zou willen doen wat hij in het aardse leven gedaan heeft. Dan neemt hij vaak bezit van de kracht van mensen die van gelijke gezindheid zijn (bezetenheid) en sterkt dezen enkel nog in hun verkeerde denken. Want al het aan GOD weerspannige staat nog in verbinding, zowel met elkaar als ook met het wezen (Lucifer) dat als eerste de scheiding met GOD voltrok.
GOD plaatste wel al het geestelijke als zelfstandig buiten Zich, opdat het zich zou zien als zelfstandig wezen, maar HIJZELF verbrak de band niet met deze afzonderlijke wezens - maar doorstraalde hen voortdurend met de Kracht van Zijn Liefde. En zolang zij de Kracht van Zijn Liefde in ontvangst namen, waren zij zalig. Toen echter het eerst geschapen wezen die Liefdeaanstraling van GOD afwees, toen het deze vanuit 'n arrogant denken niet meer nodig meende te hebben, wees het tegelijkertijd GOD af en isoleerde zich geheel van HEM - en het werd daardoor onzalig en verduisterd van geest.
En zodoende is het "loochenen van een Godheid" altijd een onfeilbaar bewijs aanhanger te zijn van hem die eens in opstand kwam tegen GOD.
In het aardse leven kan de mens gemakkelijk tot het inzicht komen, afhankelijk te zijn van de Wil van een Macht die over hem te zeggen heeft, want daarvoor worden hem teveel bewijzen gegeven, aan hemzelf en zijn omgeving. Doch GOD bepaalt nooit de wil van de mensen zò te denken, als juist is volgens de goddelijke ordening - maar HIJ geeft iedere mens opheldering die licht verlangt. Er is geen verontschuldiging voor een mens die GOD loochent, want ieder mens kan HEM onderkennen als hij zijn geestelijke hoogmoed, de aardse kwaal, opgeeft, als hij klein en deemoedig in gedachten vragen stelt, die hem zeker beantwoord worden en hem het geloof aan een GOD kunnen schenken.
Iedere godloochenaar is geestelijk arrogant en deze arrogantie verhindert hem vragen te stellen, omdat hij zich een weten aanmatigt terwijl hij absoluut onwetend is. En iedere godloochenaar heeft omgang met mensen die geloven aan een GOD en Schepper van eeuwigheid, DIE hun bestaan bepaalt. En door dezen wordt hij er steeds weer toe gebracht daarover na te denken. Weigert hij echter innerlijk, dan heeft hij nog niets van zijn vroegere weerstand opgegeven - en hij zal ook moeilijk in het rijk hierna opheldering aannemen - als er niet aan gedacht wordt ten gunste van hem te bidden. Wie dus GOD loochent, diens weg is nog eindeloos ver naar het eeuwige Vaderland.
Amen
Translator