Compare proclamation with translation

Other translations:

NAJNIŽA DUHOVNA TOČKA.... KRAJ JEDNOG PERIODA ISKUPLJENJA....

Za vječnost ne treba očekivati duhovni napredak, kada je čovječanstvo doseglo najnižu duhovnu točku, da ono više ne prepoznaje niti priznaje Boga, Jer onda je ono potpuno odvojeno od Boga, i stoga također bez ikakvog priljeva snage, koja jedina osigurava duhovni uspon. Mala udaljenost od Boga može lako biti otklonjena, jer tada duhovno još uvijek stoji u krugu strujanja Božanske Ljubavi, čija ga snaga neizbježno nagoni uvis. Ali, kada je udaljenost postala tako velika, da duhovno boravi izvan ovog kruga strujanja, onda je ono također sasvim bez snage, i približavanje Bogu mu više nije moguće, jer onda veći utjecaj ima protivna snaga, koja ga vuče dolje k sebi. Ali, ako je čovječanstvo prispjelo do ovog stupnja razvoja, odnosno, ako je tako daleko nazadovalo u razvoju, onda je duhovno također proigralo pravo da na Zemlji vodi egzistenciju kao ljudsko biće, budući ona kao jedinu svrhu ima viši razvoj, a ono ovu svrhu potpuno zanemaruje. Stoga tada za ovo čovječanstvo završava jedan razvojni period. Zemlja na neki način gura od sebe sve duhovno, koje se nalazi na višoj razini razvoja, ako ono ne živi i ne postupa primjereno ovoj razini razvoja. I onda je završen jedan period iskupljenja prema Božanskoj volji.... A svaki čovjek sam može sam prepoznati trenutak, čim on poklanja pažnju duhovnom razvoju cijelog čovječanstva. Ako je dosegnuta najniža točka, gdje nedostatak Ljubavi (neljubaznost, bezobzirnost) jasno izlazi na vidjelo, ako je djelovanje Bogu-protivne sile prepoznatljivo u tome, da se namjesto stalne izgradnje posvuda događa razaranje.... ako je življenje i djelovanje čovječanstva sasvim Bogu-protivno, i stoga protiv sveg Božanskog reda, onda više ne treba očekivati da se čovječanstvo u slobodnoj volji iznova umetne u Božanski red, i onda se u skladu sa zakonom od vječnosti mora odviti razlaganje svega onoga što u sebi sklanja duhovno, s ciljem sasvim novog prognanstva, kako bi u beskonačno dugom vremenu konačno stiglo do cilja, da iznova prebiva u Božjoj blizini u slobodnoj volji. Za degenerirani (izopačeni) ljudski rod nema nijedne druge mogućnosti uspona, kada je on dosegao ovu najnižu točku, kada se sva Ljubav ohladila, jer onda struja snage Božanske Ljubavi više ne može biti aktivna, a ovo znači potpuni gubitak za snagu protivnu Bogu. A Bog u Svojemu velikom milosrđu oduzima Svojemu protivniku ono što mu je postalo podložno, tako da On to iznova progoni u Stvaranje, na koje Božji protivnik više nema nikakav utjecaj. Tako je i ponovno premještanje u najtvrđu materiju, jedino djelo Božanskog milosrđa, budući je za ovo što stoji u najvećoj udaljenosti od Boga, opet stvorena nova mogućnost da pođe putem razvoja naviše, što mu više nije bio moguće kao čovjeku. A jednom će i za njega kucnuti čas iskupljenja, čak i ako nakon beskonačno dugo vremena. Ali, ne događa mu se nikakva nepravda, kada je premješten nazad u tvrdu materiju, jer je volja tako otvrdnula naspram Boga, da je on sam uzrok tome što ga Bog zavezuje na beskonačno dugo vremena. Budući se on više ne mijenja, ako je dosegnuta duhovno najniža točka, gdje ljudi više ne prepoznaju Boga.

AMEN

Translator
Translated by: Lorens Novosel

Geestelijk dieptepunt - Einde van een verlossingsperiode

Er is eeuwig geen geestelijke vooruitgang te verwachten als de mensheid het dieptepunt heeft bereikt dat ze God niet meer herkent en erkent. Want dan is ze geheel gescheiden van God en dus ook zonder enige toevoer van kracht, die alleen de geestelijke gang opwaarts garandeert. Een geringe verwijdering van God kan gemakkelijk worden opgeheven, want nog steeds bevindt het geestelijke zich dan in de stroomkring van goddelijke liefde en de kracht ervan zet het onvermijdelijk aan om opwaarts te gaan. Is de verwijdering echter zo groot geworden dat het geestelijke zich buiten deze stroomkring ophoudt, dan is het ook volledig krachteloos en een dichter bij God komen is dan niet meer mogelijk omdat dan de vijandige kracht meer invloed heeft, die het tot zich in de diepte trekt. Maar is de mensheid op dit niveau van ontwikkeling aanbeland, dat wil zeggen: is ze in haar ontwikkeling zo ver achteruitgegaan, dan heeft het geestelijke ook het recht verspeeld op aarde een bestaan als mens te leiden, omdat het doel hiervan alleen is, zich positief te ontwikkelen en het dit doel volledig buiten beschouwing liet. Dus dan houdt voor deze mensheid een ontwikkelingsperiode op. De aarde stoot in zekere zin al het geestelijke dat zich op een hogere trap van ontwikkeling bevindt, van zich af, wanneer het niet meer in overeenstemming met deze trede van ontwikkeling leeft en handelt. En dan is een verlossingstijdperk beëindigd volgens goddelijke wil. En ieder mens kan zelf het tijdstip herkennen als hij acht slaat op de geestelijke ontwikkeling van de gehele mensheid.

Is er een dieptepunt bereikt waarin de liefdeloosheid duidelijk aan het licht komt, is het werkzaam zijn van de tegen God gerichte kracht daarin te herkennen dat in plaats van voortdurende opbouw overal verwoesting plaatsvindt, is het leven en doen en laten van de mensheid geheel tegengesteld aan Gods wil en dus tegen alle goddelijke ordening, dan is het ook niet meer te verwachten dat de mensheid zich weer in vrije wil aan de goddelijke ordening aanpast. En dan moet er zich volgens wet van eeuwigheid een ontbinding voltrekken van al datgene wat het geestelijke in zich bergt, met het doel van een volledig nieuwe kluistering om in een oneindig lange tijd het doel te bereiken eindelijk weer in de nabijheid van God te vertoeven in vrije wil.

Er bestaat voor een ontaard mensengeslacht geen andere mogelijkheid zich opwaarts te ontwikkelen wanneer het dit dieptepunt heeft bereikt, wanneer alle liefde bekoeld is omdat dan de stroom van de goddelijke kracht van liefde niet meer werkzaam kan worden en dit een volledig verlies betekent aan de kracht die vijandig staat tegenover God. Maar in Zijn grote erbarmen ontrukt God aan zijn tegenstander datgene wat van hem afhankelijk is geworden, doordat Hij het opnieuw in de schepping bant, waarop de tegenstander van God geen invloed meer heeft. Dus is ook het terugplaatsen in de hardste materie alleen een werk van goddelijke barmhartigheid, want voor datgene wat het verst van God verwijderd is, wordt er weer een nieuwe mogelijkheid geschapen de weg van de positieve ontwikkeling te gaan, wat als mens niet meer mogelijk was.

En eens slaat ook hiervoor het uur van de verlossing, al is het na oneindig lange tijd. Maar het geschiedt geen onrecht wanneer het in de harde materie wordt teruggeplaatst, want de wil is tegenover God zo verhard dat deze zelf aanleiding is dat God hem bindt voor eindeloos lange tijd. Want hij verandert niet meer als er een geestelijk dieptepunt is bereikt waarin de mensen God niet meer herkennen.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte