• Retour

Pendant combien de temps la Doctrine du Christ s'est-elle conservée pure ?

Je Me baisse en bas vers vous qui voulez être interpelés par Moi, qui bougez en vous des questions auxquelles Moi seul peux vous répondre. Déjà souvent il a été posé la question : pendant combien de temps la Doctrine du Christ s'est-elle conservée pure, et pour quelles raisons a-t-elle été défigurée. Et Je vous ai toujours enseigné qu'elle est restée pure tant que l’action de Mon Esprit a été possible. Il est compréhensible qu’elle dût se modifier lorsque des hommes d'esprit non réveillé ont pris en main la tête, des hommes qui ne pouvaient pas être instruits directement par Moi, dans lesquels Mon Esprit ne pouvait pas agir. Les premiers disciples et même leurs disciples étaient intimement unis avec Moi, ils étaient donc encore sous l'impression de Ma mort sur la Croix, parce que, même si après il s’est passé du temps, c’était un événement très miraculeux, les premiers disciples témoignaient de sorte qu’ils ont trouvé de nombreux disciples qui ont accepté la Doctrine divine de l'Amour et se sont efforcés de vivre dans l'amour, et de ce fait ils acceptaient la foi dans le divin Rédempteur et ils arrivèrent aussi au réveil de leur esprit. Et alors Ma Doctrine est restée pure tant que leur foi est restée vivante, et Mes disciples pouvaient éduquer toujours de nouveau des apôtres et les envoyer dans le monde avec la tâche d’annoncer l'Évangile de l'amour. Et chacun de ces messagers était directement sous Mon Influence, il donnait aux autres toujours seulement ce qu’il entendait en lui au moyen de la Voix de l'Esprit, et qu’il devait exprimer parce qu'il était rempli de l'« Esprit de Dieu ». La dilution de Ma Doctrine ne s'est pas produite tout à coup, une chose venait d’une autre, lorsque l’un ou l’autre n'était pas approprié à cette fonction, mais s'élevait lui-même à celle-ci, ou bien avait été élu par ceux qui n’étaient pas d'esprit réveillé. Avec le temps, des petites communautés se formaient en unions plus grandes de sorte qu'elles étaient soumises ensuite à un personnage toujours plus puissant qui s'élevait lui-même, parce qu'il disposait d'un savoir qui manquait aux autres frères, cependant on ne pouvait pas parler d'un savoir de l'Esprit. Et ainsi il a été édifié une construction qui, au début, était dirigée encore par des hommes bons, qui cependant assumait des formes toujours plus mondaines, vu que ces hommes voyaient leur tâche certes dans la diffusion de l'Évangile, mais ils poursuivaient aussi des buts terrestres, parce qu'ils ne possédaient plus le signe de Mon Église, l'éclairage intérieur au moyen de l'Esprit qu’à la fin ils considéraient seulement comme lettre morte, mais ne pouvaient plus montrer une foi vivante. L'Église que Moi-même J'ai fondée sur la Terre n'est pas changée, elle existe encore aujourd'hui dans ceux qui croient vivement en Moi, et dans lesquels Mon Esprit peut agir, que donc Je peux guider dans leurs pensées, qui pensent seulement de la manière juste, parce qu'ils sont dans un contact vivant avec Moi. Et cette Église s'est conservée à travers tous les temps, elle est restée au beau milieu de grandes organisations, parce qu'elle embrasse les membres de toutes les confessions qui sont vivants dans leurs pensées, leur volonté et leurs actes. Donc il ne peut pas être indiqué une période durant laquelle la Doctrine du Christ est restée conservée pure. Et Je vous dis toujours de nouveau que Je considère comme appartenant à Mon Église seulement ces hommes qui se sentent uni avec Moi et qui vivent en constante communion avec Moi, qui croient en Moi, et avec lesquels Je peux donc parler à travers l'esprit. Et partout et dans chaque confession il a existé des hommes avec lesquels J'ai tenu une intime communion, Je pouvais M’exprimer partout et les guider dans un profond savoir. Mais s'ils étaient reconnus comme vrais vases pour les Révélations divines, cela dépendait de l'état spirituel de ces hommes qui se considéraient être à la première place mais ils étaient de toute façon déjà considérablement loin de la Vérité. Le nombre de Mes vrais disciples maintenant est devenu de nouveau petit d’une manière préoccupante, mais encore aujourd'hui Je les envoie pour prêcher l'Évangile aux peuples, l'Évangile de l'Amour, parce que seulement au moyen de l'amour les hommes peuvent Me montrer leur appartenance à Mon Église, parce qu'alors Mon Esprit peut aussi agir dans l'homme, et cela est le signe le plus visible. Et seulement ceux-ci conquerront le Règne des Cieux, seulement à eux Je peux mener la Vérité, et initier seulement ceux-ci à Mon Plan de l'Éternité. Parce qu’il s’agit de choses beaucoup plus importantes que seulement l'observance d'usages et d’actions ecclésiastiques qui ne procurent aucun progrès à l'âme humaine. Il s'agit de la vie de l'âme qui peut être atteinte seulement au moyen d'œuvres d'amour et de la foi vivante. Et seulement avec cela J'ai chargé Mes premiers apôtres pour qu’ils en donnent connaissance à leur prochain. Et J'ai accueilli dans Mon Église chacun qui s’est conformé à ces Commandements. Et encore aujourd’hui vaut le même Commandement : « Aime Dieu plus que tout et ton prochain comme toi-même ! »

Amen

Hoe lang is de leer van Christus zuiver gebleven?

Ik neig mijzelf tot u die door Mij wil worden aangesproken, die vragen overdenkt die alleen Ik u kan beantwoorden. De vraag is al vaak naar voren gebracht hoe lang de leer van Christus zuiver is gebleven en door welke oorzaken ze verontreinigd is. En Ik heb u steeds zo onderricht, dat ze zuiver is gebleven zolang van mijn kant een directe inwerking op de geest mogelijk was.

Zij moest begrijpelijkerwijs veranderen toen mensen met een onverlichte geest de leiding overnamen.

Mensen die niet rechtstreeks door Mij onderricht konden worden, in wie mijn geest eenvoudig niet meer kon werken.

De eerste discipelen en ook hun opvolgers waren innig met Mij verbonden, zij waren dus nog onder de indruk van mijn kruisdood. Want, al verliep er daarna ook langere tijd, mijn kruisdood was een geweldig gebeuren waarvan de eerste discipelen getuigden, zodat zij daardoor ook veel aanhangers vonden die de leer van de goddelijke liefde aannamen en zich inspanden evenzo in de liefde te leven. Zij namen daardoor ook het geloof in de goddelijke Verlosser aan en bereikten evenzo de opwekking van hun geest.

En zolang bleef ook mijn leer zuiver. Zolang was hun geloof levend en konden mijn eerste discipelen ook steeds weer apostelen opleiden en hen de wereld inzenden met de opdracht, het evangelie van de liefde te verkondigen. En ieder van deze afgezanten stond onder mijn directe invloed. Hij gaf steeds alleen maar door wat hij door de stem van de geest in zich hoorde, wat hij moest zeggen omdat hij van de geest Gods vervuld was. De verwatering van mijn leer heeft zich ook niet plotseling afgespeeld, het ene kwam uit het andere voort toen de een of ander niet geschikt was voor dat ambt, maar zichzelf daartoe verhief of daarvoor gekozen werd door diegenen die evenzo onverlicht van geest waren. Want mettertijd ontstonden uit die aanvankelijke gemeenten grotere organisaties, die steeds weer ondergeschikt waren aan een machtig iemand, die zich vaak daartoe zelf aanstelde, omdat hij over kennis beschikte die de andere broeders ontbrak, maar waarbij geen sprake kon zijn van een geestelijk weten. En zo werd een gebouw opgericht dat aanvankelijk nog door goede mensen werd geleid, maar steeds meer wereldse vormen aannam, daar deze mensen hun opdracht wel zagen in het verbreiden van het evangelie, maar deze ook wereldse doeleinden nastreefden. Zij bezaten niet meer het kenmerk van mijn kerk, namelijk de innerlijke verlichting door de geest, zodat ze tenslotte alleen nog maar de dode letter in acht namen, maar niet meer op een levend geloof konden bogen. De kerk die Ik zelf op aarde gesticht heb is niet veranderd. Zij bestaat ook vandaag nog uit hen die een levend geloof in Mij hebben en in wie mijn geest werkzaam kan zijn. Van wie Ik dus hun gedachten kan richten, die juist denken omdat zij een levende band met Mij hebben. En deze kerk heeft zich door alle tijden heen staande gehouden. Zij is te midden van grote organisaties blijven bestaan omdat zij leden van alle confessies omvat die levend zijn in hun denken, willen en handelen. Dus kan er niet een bepaald tijdsbestek worden aangegeven, hoelang ze zuiver is gebleven.

Want steeds weer zeg Ik het u dat Ik alleen die mensen behorend tot mijn kerk beschouw, die zich met Mij verbonden weten en in voortdurende gemeenschap met Mij leven. Die in Mij geloven en met wie Ik dus ook kan spreken door de geest.

En overal en in alle confessies waren er mensen met wie Ik in innige verbinding stond, overal kon Ik Mij openbaren en hen binnen voeren in een diep weten.

Maar of zij erkend werden als ware opnamevaten voor goddelijke openbaringen, dat bepaalde de geestestoestand van de mensen die zich op de eerste plaats staande waanden, maar al heel ver van de waarheid verwijderd waren. Het aantal van mijn ware discipelen is ook al bedenkelijk klein geworden. En ook nu nog zend Ik hen uit om de volkeren het evangelie te verkondigen, het evangelie van de liefde, omdat alleen door liefde de mensen Mij bewijzen kunnen dat zij tot mijn kerk behoren, omdat dan ook mijn geest in de mens kan werken en dit het zekerste teken hiervan is. Maar ook alleen dezen zullen het hemelrijk verwerven. Alleen aan hen kan Ik de waarheid doen toekomen en alleen dezen kan Ik inwijden in mijn plan van eeuwigheid.

Want het gaat om veel gewichtiger zaken dan alleen om het in acht nemen van kerkelijke gebruiken en handelingen die de menselijke ziel geen enkele vooruitgang opleveren.

Het gaat om het leven van de ziel, dat zij alleen door werken van liefde en een levend geloof bereiken kan.

En dat alleen heb Ik mijn eerste apostelen opgedragen om aan hun medemensen te verkondigen. En Ik heb een ieder in mijn kerk opgenomen die zich aan deze geboden gehouden heeft. En ook heden nog geldt datzelfde gebod: "Heb God lief boven alles en uw naasten als uzelf".

Amen