Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

L'Église du Christ à son début

Mes disciples ont reçu de Moi-Même l'Évangile de l'amour lorsque Je marchais sur la Terre, et ils pouvaient donc le porter dans le monde pur et non falsifié lorsqu’a été accomplie Mon Œuvre de Libération et après que Je sois monté dans Mon Royaume de la Lumière. Et de leur part Ma Doctrine a été conservée pure, et les hommes prenaient connaissance de Moi en tant que leur Rédempteur du péché et de la mort. Ils étaient instruits par Mes disciples qui leur enseignaient qu’ils devaient prendre la voie vers la Croix et mener une vie dans l'amour, pour s'acquitter du but de leur vie terrestre et pouvoir entrer dans Mon Royaume après leur mort. Mes disciples étaient guidés par Moi dans la Vérité et ils portaient au-delà cette Vérité, parce que Mon Esprit pouvait agir en eux. Initialement les hommes acceptaient Mon pur Évangile et s’efforçaient de mener aussi une vie d'amour, et ainsi ils réveillaient à la Vie cet esprit en eux, et Moi-même Je pouvais agir en eux. Et ainsi Ma Doctrine a été conservée pure pendant un certain temps, Mes disciples donnaient à d’autres la fonction de l'enseignement, parce qu'ils reconnaissaient l'état spirituel de ceux qu’ils établissaient comme leurs successeurs. Mais il ne se passa pas beaucoup de temps, jusqu'à ce que les hommes s'assignent tout seul par eux-mêmes une telle fonction d'enseignement, en partie par un certain amour propre, en partie par une grande ferveur de s'acquitter de Ma Volonté, sans cependant attendre pour cela l'appel intérieur. Et ainsi il s'est passé que cette fonction d'enseignement fut ensuite assignée de manière irréfléchie, ce n'était plus le talent intérieur, ni l'état spirituel d'une personne qui était déterminant, mais les conditions extérieures, et maintenant même la pure Vérité était toujours plus en danger, chose qui cependant n'était pas reconnue justement par un esprit non réveillé de la part de ces forces d'enseignement. Mais aux hommes auxquels il était annoncé l'Évangile, il était refusé le droit de se former son jugement pour faire valoir des doutes sur l'absolue Vérité de ce qui était enseigné. Ceux qui se considéraient comme enseignants spirituels, étaient convaincus de leur mission et de leur valeur, et ils n'acceptaient aucune objection. Et à ceux qui étaient instruits, il était imposé le devoir d'accepter tout comme Vérité sans pouvoir examiner ce qui leur était offert. La Vérité pouvait être conservée pure seulement tant que ses gardiens étaient eux-mêmes d'esprit réveillé. Mais vite le nombre de ceux qui s’étaient insérés dans la fonction et la dignité, sans être éclairés par Mon Esprit devint le plus grand, et chaque objection d'un homme réveillé spirituellement était rejetée. Le pouvoir de ceux-ci augmenta, et la pure Vérité fut mélangée avec l'erreur, avec un patrimoine mental qui était procédé de l'esprit des hommes et qui était présenté par eux comme Vérité divine. Et même si des hommes réveillés spirituellement cherchaient toujours de nouveau à éliminer ces erreurs, Mon adversaire réussit à s'affirmer, parce que le pouvoir de ses disciples était déjà très grand, et la pure Vérité n'a plus été reconnue comme telle. Ainsi donc vous pouvez vous expliquer que dans le cours du temps il s'était formé comme « Église du Christ », quelque chose d’entièrement différent de celle qui avait été fondée par Moi sur la Terre. Seulement ainsi on peut expliquer qu'une organisation est arrivée au pouvoir, que des scissions se sont produites toujours et toujours de nouveau à l'intérieur de cette organisation et toutes veulent toujours être considérées comme l'« Église fondée par Moi » toujours seulement comme un édifice spirituel qui embrasse les hommes qui se bougent dans la Vérité comme conséquence d'une vie d'amour, que produit une vivante foi et le réveil de l'esprit. Et cette Église s'est conservée jusqu'à présent, parce que Mon Esprit pouvait toujours de nouveau se répandre sur les hommes qui s’efforcent de vivre dans l'amour et de s'acquitter de Ma Volonté. Et ainsi à ceux-ci il pouvait toujours de nouveau être transmis la pure Vérité qui découvre tous les enseignements erronés et à chaque homme qui désire sérieusement la Vérité il sera donné l'éclaircissement, de pourquoi l'humanité a pu arriver dans une pensée confuse et n'est pas disposée à s’en libérer. Mais il sera aussi compréhensible à chacun que la masse n'est jamais accessible à la Vérité, mais admet volontairement l'erreur, et chaque individu doit chercher à se libérer du faux patrimoine spirituel, dès qu'il a la Grâce que lui soit offert de Ma Part la pure Vérité, parce que si seulement il la désire sérieusement, il sera aussi en mesure de séparer la Vérité de l'erreur et alors il appartiendra aussi à l'Église que Moi-même J’ai fondée sur la Terre.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

De kerk van Christus in haar begin

Mijn discipelen namen het evangelie van de liefde aan van Mij zelf toen Ik op aarde leefde. Zij konden het dus ook zuiver en onvervalst in de wereld uitdragen toen mijn verlossingswerk was volbracht en Ik weer in mijn rijk van licht en zaligheid was opgevaren. En van de kant van deze discipelen is mijn leer ook zuiver gebleven, en de mensen vernamen over Mij dat Ik hun Verlosser was van zonde en dood.

Zij werden door mijn apostelen onderwezen dat zij de weg naar het kruis moesten gaan en een leven in liefde leiden, om het doel van hun aardse leven te vervullen en om na hun dood mijn rijk binnen te kunnen gaan. Mijn discipelen werden door Mij met de waarheid vertrouwd gemaakt en zij gaven ook diezelfde waarheid verder, omdat mijn geest in hen kon werken.

Aanvankelijk namen nu ook de mensen mijn zuiver evangelie aan en waren ijverig om eveneens een leven in liefde te leiden. En daardoor wekten ook zij de geest in zich tot leven en Ikzelf kon in hen werken. En zo werd mijn leer ook een bepaalde tijd zuiver gehouden. Mijn discipelen gaven het leraarschap door, aangezien ze de geestelijke toestand zagen van hen die zij als hun opvolgers aanwezen.

Maar het duurde niet lang meer, of de mensen eigenden zich ook zelf zo'n leraarschap toe. Gedeeltelijk uit een zekere eigenliefde, gedeeltelijk uit een al te grote ijver om mijn wil te vervullen, zonder daartoe echter de innerlijke roeping af te wachten.

En zo kwam het dat dit leraarschap dan willekeurig werd toegekend. Dat niet meer de innerlijke begaafdheid - de geestestoestand van een mens - maatgevend was, maar uiterlijke omstandigheden mede een rol speelden. En nu kwam ook steeds meer de zuivere waarheid in gevaar, wat echter niet werd ingezien - juist vanwege de niet ontwaakte geest van deze leerkrachten.

Maar de mensen aan wie het evangelie verkondigd werd, hun werd het recht ontzegd zich een eigen oordeel te vormen en hun twijfels uit te spreken over de onvoorwaardelijke waarheid van dat, wat hun geleerd werd.

Die zich als geestelijke leiders beschouwden waren van hun missie en haar waarde overtuigd en verdroegen geen tegenspraak. En degenen die onderwezen werden, werd het als plicht opgelegd, onbeproefd alles als waarheid te aanvaarden wat hun werd aangeboden. De waarheid kon slechts zolang zuiver behouden blijven, zolang haar behoeders zelf een ontwaakte geest hadden. Maar spoedig overheerste het aantal van hen die in "ambt en waardigheid" waren aangesteld, zonder door mijn geest verlicht te zijn. En iedere tegenwerping van een geestelijk gewekte mens werd verworpen.

De macht van hen die onverlicht waren steeg onophoudelijk, de zuivere waarheid werd vermengd met dwalingen, met opvattingen die het resultaat waren van menselijk denken en door hen als "goddelijke waarheid" werd voorgestaan. En of nu ook steeds weer geestelijk ontwaakte mensen probeerden de dwaling uit te roeien -

mijn tegenstander gelukte het zich te handhaven, want de macht van zijn aanhangers was reeds te groot en de zuivere waarheid werd niet meer als zodanig herkend. En zo kunt u het zich indenken dat in de loop van de tijd zich iets anders als kerk van Christus ontwikkeld heeft dan die, welke door Mij op aarde gegrondvest werd.

Alleen zo is het te verklaren dat er een organisatie aan de macht kwam, dat er binnenin deze organisatie steeds weer scheuringen ontstonden, terwijl Ik de door Mij gegronde kerk steeds alleen als een geestelijk gebouw beschouwd wil hebben, dat alle mensen omvat die in de waarheid leven ten gevolge van een leven in liefde dat blijk geeft van een levend geloof en een ontwaakte geest. En deze kerk is ook tot in deze tijd blijven bestaan, want mijn geest kon steeds weer worden uitgestort over mensen die hun best deden in de liefde te leven en mijn wil te vervullen.

En zo kon ook aan dezen steeds weer de zuivere waarheid worden geopenbaard die alle dwalingen onthult. En ieder mens die ernstig naar de waarheid verlangt, zal ook opheldering gegeven worden, hoe het komt dat de mensheid in een verward denken kon geraken en ook niet bereid is zich daar vrij van te maken. Doch voor een ieder zal het nu begrijpelijk zijn dat de massa nooit ontvankelijk is voor de waarheid, maar bereidwillig instemt met de dwaling. Daarom moet ieder afzonderlijk proberen zich los te maken van verkeerde opvattingen, zodra hij de genade heeft dat hem van Mij uit de zuivere waarheid wordt aangeboden. Want als hij er maar ernstig naar verlangt, zal hij ook de waarheid van de dwaling kunnen onderscheiden, en hij zal dan ook behoren tot de kerk die Ik zelf op aarde heb gesticht.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Gerard F. Kotte