Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

Justice

Au juste il sera donné justice aussi dans Mon Règne, parce que celui qui pense et agit d’une manière juste sur la Terre, peut attendre de Moi pour lui un Jugement qui le rende parfaitement satisfait. Chaque homme doit concéder au prochain la plus pleine justice et cela signifie qu'il doit le traiter en frère, avec lequel il partage tout ce qui lui a été assigné par le Père. Il doit le considérer d’une manière juste, c'est-à-dire dans un sens qui est le sens du Père Qui aime les deux fils également et ne veut jamais en voir un mis en arrière de l'autre. Et cela vaut surtout pour le bien spirituel qui sert à l'homme pour le mûrissement de l'âme. Même d’un point de vue terrestre la justice doit être montrée au prochain, il ne doit jamais être trompé ou lui être infligé des dommages d’une manière injuste. Mais d’un point de vue terrestre il ne peut pas être évité que les hommes soient pourvus avec des biens terrestres de manière différente, parce que cela est fondé sur Mon éternel Plan de Salut, de sorte que les différentes situations de vie de chaque homme servent à accroitre la réciproque volonté d'aider ou bien qu’une libre contribution ou une libre prestation d'aide soient des œuvres d'amour désintéressé pour le prochain, qui doivent être exercées sur la Terre dans le but de son perfectionnement. Une prestation d'aide au prochain signifie spirituellement un amour encore plus profond, vu que chacun doit être reconduit au Père, vu que chaque homme doit trouver la voie vers Moi. Et pour cela chaque homme doit considérer l'autre comme son frère qui a le même droit d’être de nouveau accueilli comme Mon fils, et aucun homme ne doit croire que seulement ce droit revient uniquement à lui seul. Chacun doit aider son frère à mûrir spirituellement, bien que pour cela la libre volonté doive maintenant être prête. Mais alors l'homme a montré à son prochain la justice si d'abord il lui donne en main le moyen d'arriver à la perfection. Mais lui-même devra répondre de la façon dont il utilise ensuite la preuve de son amour, mais la récompense du juste est assurée, il est pourvu par Moi de la même manière, à lui il est donné comme lui-même distribue. Et ainsi la justice est une œuvre d'amour pour le prochain qui vise à mettre à la disposition de chaque homme ce que lui-même ne possède pas, mais qui cependant est nécessaire pour le bien de son âme. Et l’homme qui peut s’en réjouir doit par amour de la justice penser à son frère qui n’est dans la même situation et il doit donner spirituellement et matériellement, pour que lui-même reçoive de Moi, parce que J‘ai Ma Joie dans la justice et Je bénis chacun dont les pensées et les actes sont justes, comme le commande le juste amour pour le prochain. Et ainsi l’homme est pourvu par Moi-Même dans le Règne spirituel et il sera bénit, parce que la Justice fait partie de Mon Être d’Ur, auquel vous les hommes devez ressembler, parce qu'elle fait partie de l’Être d’Amour que vous devez de nouveau devenir sur la Terre, et elle est une des Vertus qu'il avait à l’origine, que vous devez de nouveau retrouver si vous voulez revenir à Moi en tant qu’être parfait dans la Maison de votre Père.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

Rechtvaardigheid

De rechtvaardige zal ook in Mijn rijk rechtvaardigheid ten deel vallen, want wie op aarde rechtvaardig denkt en handelt, kan ook van MIJ voor zichzelf een oordeel verwachten, dat hem ten volle tevreden stelt.

Ieder mens moet de medemens volkomen gerechtigheid doen wedervaren, en dat betekent dat hij hem moet bejegenen als een broeder met wie hij alles deelt wat hem van de VADER uit is toebedeeld. Hij moet hem rechtvaardig bedelen, d.w.z. zo als het bedoeld is door de VADER, DIE beide kinderen evenzeer liefheeft en nooit de een bij de ander achtergesteld wil zien. En dit geldt in het bijzonder voor geestelijke goederen, die de mens nodig heeft om de ziel rijp te laten worden.

Ook aards moet de medemens gerechtigheid bewezen worden, doordat hij nooit bedrogen wordt of hem ten onrechte schade wordt berokkend. Maar er is aards niet aan te ontkomen dat de mensen verschillend bedeeld worden met aardse goederen, omdat dit op Mijn eeuwige heilsplan is gebaseerd, dat de verschillende levenssituaties van de afzonderlijke mensen weer ertoe bijdragen de wederzijdse wil om te helpen te vergroten en het vrijwillige weggeven of vrijwillige hulpverlening werken van onbaatzuchtige naastenliefde zijn, die op aarde moet worden beoefend met als doel de eigen voltooiing.

Maar geestelijk betekent het verlenen van hulp aan zijn medemens nog diepere liefde voor hem, daar ieder toch moet worden teruggeleid naar de VADER, daar ieder mens toch de weg naar MIJ moet vinden. En daarom moet ieder mens de ander als zijn broeder beschouwen, die hetzelfde recht heeft weer als Mijn kind te worden aangenomen, en geen mens moet geloven dat hem alleen dit recht toekomt. En ieder moet zijn broeder erbij helpen geestelijk rijp te worden - ofschoon dan eerst de wil daartoe bereid moet zijn.

Maar dan heeft de mens zijn medemens gerechtigheid bewezen, wanneer hij hem vooreerst de middelen ter hand stelt de volmaaktheid te bereiken. Hoe deze dan de bewijzen van zijn liefde zich ten nutte maakt, moet hij zelf verantwoorden, maar het loon van de rechtvaardige is zeker - hij wordt van MIJ uit op dezelfde manier bedacht, hem wordt gegeven zoals hij zelf heeft uitgedeeld. En zo is de rechtvaardigheid een werk van naastenliefde: dat ieder mens dat wat hij zelf niet bezit, maar voor zijn zieleheil nodig is, ter beschikking moet worden gesteld.

En de mens die in het gelukkige bezit hiervan is, moet redelijkerwijs aan zijn broeders denken die niet in dezelfde situatie zijn, en hij moet het hun doen toekomen geestelijk en aards, omdat ook hijzelf krijgt wat IK hem doe toekomen, DIE Mijn vreugde heb aan de gerechtigheid, en ieder zegen wiens denken en handelen rechtvaardig is, zoals de juiste naastenliefde het gebiedt.

En zo ook zal de mens in het geestelijke rijk van MIJ uit bedacht en gezegend worden, want de Gerechtigheid hoort tot Mijn Oerwezen, aan Hetwelk u mensen u zult moeten gelijkstellen, Ze behoort tot het wezen van de liefde waartoe u zich weer zal moeten vormen op aarde en ze is een van de deugden die u eigen waren in het allereerste begin, die u weer zult moeten aannemen, als u als volmaakt weer terug wilt keren naar MIJ in uw Vaderhuis.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Gerard F. Kotte