Vous ne pouvez pas entrer dans les sphères des bienheureux tant que vous-mêmes prêtez encore résistance à Moi-Même, puisque vous ne reconnaissez pas le Rédempteur Jésus Christ, dans lequel Moi-même Je Me suis incorporé. Si donc vous Le refusez, vous Me refusez aussi Moi-Même, bien que vous souteniez de croire dans un Dieu. Jésus Christ et Moi sommes devenu Un, même si pour vous les hommes, pour tout le spirituel imparfait, ce soit encore un Mystère. Un jour vous pourrez aussi comprendre que vous n'êtes pas encore arrivés à la foi en Lui. Mais laissez-Moi vous dire et toujours de nouveau vous répéter que vous ne pouvez pas venir à Moi si vous ne prenez pas le chemin vers Jésus Christ. Si vous Le refusez, et si vous ne voulez pas avec cela Me refuser aussi Moi-Même, alors cherchez à obtenir sur cela l'éclaircissement de votre Dieu et Créateur, parce que Jésus-Christ doit être reconnu, pour arriver à la béatitude. Et il vous sera vraiment donné cet éclaircissement d’une manière qui vous apporte une totale compréhension. Le fait que beaucoup d'hommes aient perdu la foi en Jésus Christ et en Son Œuvre de Libération, a été dû à l'enseignement souvent faux qui poussait à refuser tout ce qui était lié à Lui et à Son Œuvre de Libération. Mais une juste explication peut aussi de nouveau vous rendre la foi, si seulement c’est votre sérieuse volonté d’écouter justement cette explication : le fait que vos âmes soient chargées avec la grande faute du péché est le motif de votre vie terrestre, et cette faute du péché rend entièrement impossible l'entrée dans le Règne de Lumière, dans le Règne de la Béatitude, car la faute du péché doit d'abord être éteinte, avant que s’ouvre les Portes dans ce Règne, c’est pour cela que l’Unique a offert pour vous l'Expiation pour cette faute, l'Homme Jésus, Lequel a souffert et est mort pour vous sur la Croix, pour éteindre cette faute du péché, pour vous ouvrir les Portes, et dans cet Homme Jésus Moi-même Je Me suis incorporé sur la Terre, parce qu’en tant que l'Éternel Amour Je voulais accomplir l'Œuvre de la Libération qui donc devait se dérouler dans une enveloppe humaine extérieure, pour que vous puissiez prendre connaissance de cela, parce que l'acte spirituel ne pouvait pas être visible pour vous et parce que vous devez avoir connaissance de l'Œuvre de Libération, pour vous insérer librement dans la foule des pécheurs qui peuvent trouver la Libération. La grande faute du péché consistait dans le fait qu'une fois vous avez refusé de Me reconnaitre comme votre Dieu et Père, que vous vous êtes éloigné de Moi et avez suivi un autre, qui était Mon adversaire. Donc vous devez de nouveau Me reconnaître dans la libre volonté, et vu que Moi-même Je Me suis incorporé dans l'Homme Jésus, pour souffrir et mourir pour vous, la reconnaissance de Jésus Christ et de l'Œuvre de Libération est aussi en même temps la reconnaissance de Moi-Même, qu'autrefois vous avez nié. Parce que seulement l’enveloppe extérieure était l'Homme, ce que cachait cette enveloppe extérieure était Moi-même, Lui et Moi sommes devenu Un. L'enveloppe humaine cachait en elle dans toute la plénitude l'Amour, la Substance d’UR de l'Éternelle Divinité, Moi-même donc comblais l'Homme Jésus qui s'est donc totalement déifié sur la Terre et dont la forme extérieure s’est aussi unifiée avec Moi, et donc après Sa mort il pouvait monter dans Mon Règne. Vous ne pouvez pas Me séparer de Jésus Christ, parce qu'Il Était en Moi et J'étais en Lui, J'ai seulement assumé une Forme pour vous les hommes et pour tous les êtres dans le Règne spirituel, parce qu’autrement Je ne pouvais pas Être visible pour tout l'essentiel créé par Moi. Dans la forme de l'Homme Jésus vous pouvez M'imaginer Moi-Même, vous pouvez Me voir lorsque vous Le voyez. Mais vous pouvez Le voir seulement lorsque vous Le reconnaissez comme votre Dieu et Père de l’Éternité, lorsque vous vous donnez à Lui et Lui demandez Pardon pour vos péchés, lorsque vous prenez le chemin vers la Croix qui seul mène à Moi, à la Vie éternelle dans la Béatitude.
Amen
TraducteursU zult niet het verblijf van de gelukzaligen kunnen binnengaan zolang u Mij zelf nog weerstand biedt in zoverre dat u de Verlosser Jezus Christus niet erkent in Wie Ik Me zelf heb belichaamd. Wanneer u dus Hem afwijst, wijst u ook Mij zelf af, hoewel u voorwendt in een God te geloven. Jezus Christus en Ik zijn één, al is het ook voor u mensen, voor al het onvolmaakte geestelijke nog een mysterie. Eens zult ook u die nog niet tot het geloof in Hem bent gekomen, het kunnen begrijpen. Maar laat het u toch zeggen en steeds herhalen dat u niet bij Mij zult kunnen komen wanneer u niet de weg via Jezus Christus neemt. Wijs Hem niet af wanneer u niet zult willen dat u daarmee ook Mij zelf afwijst. Tracht veeleer van uw God en Schepper daarover uitsluitsel te krijgen waarom Jezus Christus erkend moet worden om gelukzalig te worden. En dit uitsluitsel zal u waarlijk worden gegeven op zodanige wijze dat u het volledig zult begrijpen.
Dat veel mensen het geloof in Jezus Christus en Zijn werk van verlossing hebben verloren lag aan het vaak verkeerde onderricht daarover, dat hen niet beviel en daarom aanleiding gaf alles af te wijzen wat met Hem en het werk van verlossing samenhangt.
Maar een juiste verklaring kan u ook weer het geloof teruggeven wanneer het maar uw ernstige wil is juist die verklaring te horen: dat uw zielen met een grote zondeschuld belast zijn die ook de beweegreden is van uw aards bestaan, en dat deze zondeschuld het binnengaan in het lichtrijk, in het rijk van de gelukzaligheid, totaal onmogelijk maakt. Dat dus eerst de zondeschuld teniet moet zijn gedaan, voordat de poorten naar dat rijk opengaan. Dat Een voor u de boetedoening heeft aangeboden voor deze schuld, de mens Jezus Christus Die aan het kruis heeft geleden en is gestorven voor u om die zondeschuld teniet te doen, om voor u de poorten te openen. Dat in deze mens Jezus Ik zelf Me op aarde belichaamde, omdat Ik als de eeuwige Liefde voor u het werk van de verlossing wilde volbrengen dat in een menselijk omhulsel moest gebeuren opdat u daar kennis van zou kunnen nemen omdat geestelijk werkzaam zijn voor u niet zichtbaar kon zijn en omdat u op de hoogte zult moeten zijn van het verlossingswerk om u vrijwillig ook aan te sluiten bij de schare van zondaars die verlossing kunnen krijgen.
De grote zondeschuld echter bestond daarin dat u Mij, als uw God en Vader, eens de erkenning onthield. Dat u zich van Mij afkeerde en een ander gevolgd bent die mijn tegenstander was. U zult dus nu weer in vrije wil Mij moeten erkennen. En daar Ik zelf Me in de mens Jezus belichaamde om voor u te lijden en te sterven, is de erkenning van Jezus Christus en van het verlossingswerk ook tegelijk de erkenning van Mij zelf, die u Mij eens hebt geweigerd. Want alleen het uiterlijk omhulsel was mens. Wat dit uiterlijk omhulsel in zich droeg was Ik zelf. Hij en Ik zijn één geworden. Het menselijk omhulsel borg in alle volheid de liefde in zich die oer-substantie is van de eeuwige Godheid. Ik zelf vervulde dus de mens Jezus die zich op aarde daarom volledig vergoddelijkte en wiens uiterlijke vorm zich ook met Mij aaneensloot en daarom ook na zijn dood kon opstijgen in mijn rijk.
U zult Mij niet van Jezus Christus kunnen scheiden, want Hij was Ik en Ik was Hij - alleen dat Ik voor u mensen en voor alle wezens in het geestelijke rijk een gedaante heb aangenomen omdat Ik anders niet zichtbaar kon zijn voor alle door Mij geschapen wezens. In de gedaante van de mens Jezus zult u zich dus Mijzelf voor kunnen stellen. U zult Mij kunnen zien wanneer u Hem zult zien. Maar u zult Hem pas dan kunnen zien, wanneer u Hem erkent als uw God en Vader van eeuwigheid. Wanneer u zich aan Hem overgeeft en Hem om vergeving van uw zonden vraagt. Wanneer u de weg inslaat naar het kruis, de enige weg die naar Mij leidt, naar het eeuwige leven in gelukzaligheid.
Amen
Traducteurs