• Retour

L'apport de Lumière dans l'au-delà

Une claire Lumière brille pour les âmes dans l'au-delà, là où Je peux guider Ma Parole sur la Terre. L'obscurité autour de ces âmes est souvent si épaisse qu’elles voudraient s’échapper des tourments indicibles qu’elle leur cause. Et lorsque le désir pour la Lumière se réveille en elles, alors Je leur rends reconnaissable des Sources lumineuses, parce que maintenant ces âmes les cherchent. Et maintenant leur remontée commence, certes elle est à peine perceptible au début, mais une âme qui a trouvé une fois le lieu où elle a détecté un Rayon de Lumière, y revient toujours de nouveau, et il n'existe alors plus aucun danger de redescendre dans l'obscurité. Mais en quoi consiste la Lumière qui leur fait du bien et augmente en elles le désir pour une plus grande Lumière ? Les âmes qui séjournent totalement apathiques dans des régions obscures, sont sans force, et elles ne peuvent rien reconnaître dans leur ambiance. Mais elles savent qu'elles vivent, qu'elles ne sont pas anéanties, et cette conscience est pour elles outre mesure atroce, parce qu'elles peuvent penser, bien que leur savoir accueilli sur la terre soit devenu confus. Mais elles peuvent réfléchir sur leur état malheureux et commencer ainsi à se demander, si et comment elles-mêmes en sont arrivées à cet état. Et lorsque se lèvent en elles de telles pensées interrogatives, alors Je suis aussi prêt à répondre à ces questions. Mais Je ne peux pas le faire directement, Je dois seulement leur donner la possibilité de trouver quelqu'un qui les instruit sur cela. Toute question et tout désir de réponse est déjà un désir de Lumière. Chaque ignorance de l'âme équivaut à l'obscurité, chaque juste savoir est une Lumière. Une âme qui ne se trouve plus dans le corps, qui donc n'est plus en mesure de contempler à travers l'œil corporel, est aveugle tant qu’elle est totalement ignorante, et alors c’est la nuit autour d'elle. Mais il peut lui être apporté la Lumière, elle peut recevoir des éclaircissements, et lorsqu’elle écoute avec bonne volonté ces éclaircissements, elle sent que la nuit s'éclaire. Alors elle entre dans un état crépusculaire, elle commence à saisir des pensées claires et ressent un bénéfice, et il se fait toujours plus de Lumière en elle ; elle peut reconnaître ce qu’elle ne réussissait pas à voir auparavant, seulement son sentiment de bien-être n’est pas le fruit d’impressions terrestres-matérielles mais c’est un état de Lumière intérieure qui la rend heureuse, parce que maintenant elle sait qu'elle peut se libérer de sa terrible situation et comment elle peut le faire. Entre temps devant elle un champ de travail se présente pour la stimuler d’une façon indescriptible après son précédent état d'inactivité, parce que maintenant elle perçoit aussi la Force pour un travail, auquel la pousse maintenant l'amour. Maintenant les lieux où résonne Ma Parole sont de tels lieux de clarification qui brillent dans une claire Lumière et attirent d’innombrables âmes, mais de tels lieux sont vus seulement par ceux qui désirent ardemment sortir de l'obscurité, qui désirent la Lumière. Parce qu'il y a aussi des âmes qui craignent la Lumière, qui ont été précipitées si bas qu'elles ressentent la Lumière comme un tourment, parce qu'elles sont remplies de leurs dépravations, et donc elles combattent contre la Lumière, et croient pouvoir l’éteindre. Mais de telles âmes sont repoussées, par contre chaque âme qui désire la Lumière est attirée ou bien guidée vers des êtres prêts à aider et dès qu'elles écoutent sans résistance ce qui leur est annoncé, elles commencent déjà à changer leur état d'obscurité en un état crépusculaire. Maintenant ces âmes ressentent la poussée vers la Vie, elles commencent à espérer, elles veulent vivre pour pouvoir être actives, et leur volonté leur procure aussi la Force. La Lumière est le savoir, la Lumière est Vérité et Lumière, pour les âmes dans l'obscurité c’est donc l'unique chose qui doit être guidée vers elles, pour qu’elles-mêmes se réveillent à la Vie. Et donc vous serez toujours entourés d'âmes affamées de Lumière, qui veulent participer à la transmission de la Lumière, lorsque Ma Parole vous est guidée, lorsque Je vous éclaire vous les hommes, lorsque Je guide à vous la pure Vérité au moyen de Mon Esprit. Donc une Lumière brillera toujours pour attirer les innombrables âmes, dès que vous vous reliez avec Moi pour recevoir Ma Parole. Parce que par la Lumière dans le Règne spirituel il faut toujours entendre l'apport de Ma pure Vérité. La Lumière est connaissance, la Lumière est le savoir qui est en Moi depuis l’Origine, qui rayonne de Moi-Même en bas sur Terre, pour que l'obscurité soit cassée, pour que les hommes puissent devenir bienheureux, mais vous pouvez la recevoir toujours seulement lorsque vous vous reliez avec Moi, avec la Lumière de l'Éternité.

Amen

Toevoer van licht in het hiernamaals

Voor de zielen in het hiernamaals schijnt een helder licht waar Ik mijn woord naar de aarde kan sturen. De duisternis rondom die zielen is vaak zo diep dat het hen onuitsprekelijk kwelt en ze zouden deze willen ontvluchten. En wanneer het verlangen naar licht in hen ontwaakt, dan laat Ik hun ook lichtbronnen herkenbaar worden omdat deze nu ook door die zielen worden opgezocht. En nu begint voor hen de ontwikkeling opwaarts. Weliswaar in het begin nauwelijks merkbaar, maar een ziel die eens de plaats heeft opgezocht waar een lichtstraal te zien was, keert daar steeds weer naar terug en dan is er geen gevaar meer dat ze terugvalt in de duisternis. Maar waaruit bestaat het licht, dat hun goed doet en hen naar steeds meer licht zal doen verlangen?

De zielen die geheel apathisch in duistere streken vertoeven, zijn zonder kracht en ze kunnen ook niets herkennen van hun omgeving. Maar ze weten dat ze leven, dat ze niet zijn uitgewist. En dit bewustzijn is voor hen uiterst kwellend, want ze kunnen denken, ofschoon hun weten dat ze op aarde hebben vergaard in de war is geraakt. Maar ze kunnen nadenken over hun ongelukkige toestand. En dus kunnen ze nu beginnen te vragen of en waardoor ze zelf schuldig zijn aan deze toestand. En wanneer zulke vragen als gedachten in hen opduiken ben Ik ook bereid deze vragen te beantwoorden. Doch Ik kan het niet rechtstreeks, maar moet hun alleen de mogelijkheid geven dat ze iemand vinden die hun daarover onderricht. Elk van zulk soort vragen en het verlangen naar antwoord is al verlangen naar licht. Elke onwetendheid van de ziel is net als duisternis, elk waar weten is als licht. Een ziel die niet meer in haar lichaam verblijft, die dus niet meer door het lichamelijk oog kan kijken, is blind zolang ze geheel onwetend is. En zolang is het dus nacht om haar heen.

Maar er kan haar licht worden gebracht. Ze kan worden voorgelicht en zodra ze deze opheldering gewillig aanhoort merkt ze ook dat de nacht lichter wordt. Eerst gaat ze een schemertoestand binnen. Ze begint heldere gedachten te krijgen en ondervindt daarbij een welbehagen en steeds wordt het lichter in haar. Ze kan herkennen wat ze eerst niet kon zien, alleen zijn het geen aards-materiële indrukken die in haar dit welbehagen teweegbrengen. Veeleer maakt haar een toestand van innerlijk licht gelukkig omdat ze nu ook weet dat en hoe ze zich uit deze vreselijke situatie kan bevrijden. Tevens ligt er een arbeidsveld voor haar dat haar onbeschrijflijk stimuleert na haar eerdere toestand van werkeloosheid, want nu ervaart ze ook kracht voor een taak waartoe nu een drang om in liefde werkzaam te zijn haar aandrijft.

De plaatsen nu, waar mijn woord weerklinkt, zijn zulke oorden om opheldering te verkrijgen. Ze stralen in helder licht en trekken ontelbare zielen aan, doch worden alleen gezien door hen die vurig ernaar verlangen hun duisternis te verlaten, die naar licht verlangen. Want er zijn ook zielen die het licht schuwen, die zo diep zijn gezonken dat ze het licht als kwelling ervaren omdat het hun verdorvenheid aan het licht brengt en die daarom strijden tegen het licht dat ze menen te kunnen doven. Maar zulke zielen worden opzij drongen. Daarentegen wordt elke ziel die naar het licht verlangt, aangehaald of door hulpvaardige wezens erheen geleid. En zodra ze maar zonder weerstand aanhoren wat hun daar verkondigd wordt, begint ook al de toestand van duisternis te veranderen in een schemertoestand. In deze zielen komt nu de drang om te leven boven. Ze beginnen te hopen, ze willen leven om werkzaam te kunnen zijn en hun wil levert hun nu ook de kracht op.

Licht is weten, licht is waarheid en licht is dus voor zulke zielen in de duisternis het enige dat hun moet worden gebracht opdat ook zij ontwaken ten leven. En daarom zult u steeds omgeven zijn door zielen die hongeren naar licht, die deel willen hebben aan de overdracht van licht wanneer mijn woord u wordt toegestuurd, wanneer Ik u mensen opheldering verschaf, wanneer Ik u de zuivere waarheid doe toekomen door mijn geest. Daarom zal er steeds een licht stralen dat talloze zielen lokt zodra u zich met Mij verbindt om mijn woord in ontvangst te nemen. Want onder licht in het geestelijke rijk is steeds alleen het toevoeren van de zuivere waarheid uit Mij te verstaan. Licht is inzicht, licht is weten dat in Mij zijn oorsprong vindt, dat door Mij zelf op de aarde neer straalt opdat de duisternis zal worden doorbroken, opdat u mensen gelukzalig zult kunnen worden, maar dat u alleen dan zult kunnen ontvangen, wanneer u zich met Mij verbindt, met het Licht van eeuwigheid.

Amen