Mortifiez toutes vos convoitises, et vous mûrirez dans un délai très bref.... Si vous avez la volonté d’être parfaits, il faut surmonter tout ce qui attire encore aux profondeurs.... il s‘agit de toutes les convoitises et passions subsistant encore du temps du développement préalable.... et vous donnant encore beaucoup de travail sur terre parce que, à travers ces instincts et convoitises, c’est Mon adversaire qui agit sur vous dans l’intention de vous empêcher de retourner auprès de Moi.... Ces instincts et ces convoitises sont des obstacles empêchant l’union avec Moi parce que ce sont des qualités non divines qu’un être parfait ne peut pas avoir.... et qu’il faut donc vaincre avant que l’union avec Moi puisse s’effectuer.
Il faut donc que l’homme lutte contre tout désir aspirant aux choses matérielles, car il y a là-derrière toujours une avidité de posséder quelque chose appartenant au règne de Mon adversaire, c’est à dire qui ne sert qu’à la satisfaction des sens.... quoi que ce soit.... Tant que les sens corporels de l’homme s’en réjouissent, il s’agit de convoitises qui sont satisfaites de manière terrestre.... Cela comprend tout ce qui procure à l’homme un bien-être physique lorsque l’homme y aspire de toutes ses forces, ce qui signifie qu’il lui manque la base de toute aspiration spirituelle : la connaissance du caractère passager de tout ce qui est terrestre.
Le bien-être physique des hommes est également pris en considération par Moi, et leur vie terrestre sera également bénie, et leur offrira tout, et cela en abondance – à partir du moment où Je reconnais leur aspiration spirituelle, où leur amour s’adresse à Moi, et où ils ont pour cible première de s’approcher de Moi.... Alors, Mon amour les pourvoit abondamment, et leur existence terrestre sera bénie et leur offrira tout, parce que cela ne leur nuira plus en n’enchaînant plus leur sens. Pourtant, là où l’homme a encore un fort désir de connaître des jouissances terrestres, d’avoir des possessions et des animations, alors il faut qu’il le combatte, car ces convoitises sont les armes de Mon adversaire qui souvent le rendent victorieux. L’homme ne sera pourtant pas inapte à la vie sur terre, sa force s’augmentera, mais il s’en servira d’une autre manière.... Il aura la volonté de travailler spirituellement, et ne trouvera sa satisfaction que par là.... Mais dès que de nouveau ses regards se tournent vers le monde, qu’il y aperçoit quelque chose qu’il désire posséder, il perdra tout de suite son élan....
C’est pour cela que «le royaume céleste a besoin de violence, et seul s’en saisira celui qui use de la violence....» La terre, c’est le règne des esprits déchus, c’est le règne de Mon adversaire.... Celui qui y réfléchit sérieusement en déduira alors que tout ce qui est désirable du point de vue terrestre n’exige toujours que le paiement d’un tribut à lui, et que celui qui lui paye son tribut appartiendra donc à lui ....Il saura également qu’il ne peut pas y avoir de compromis entre Moi et lui, que Je vous demande tout entier, et que peu de ceux qui guignent encore le règne de Mon adversaire M’appartiendront....
Il ne faut pas vous laisser fasciner par le monde, il faut vous contrôler vous- mêmes pour savoir quelles choses vous paraissent encore désirables, et puis il vous faut totalement supprimer ces désirs, il ne faut pas y céder, mais vous avez le droit de vous réjouir tranquillement de ce que Je vous donne Moi-même.... Vous pouvez vous réjouir de tout ce que vous recevez sans y avoir aspiré avidement.... de ce que mon amour vous donne parce que vous M’appartenez, parce que vous avez reconnu le but de l’existence terrestre et que vous êtes prêts à Me servir....
Mais contentez-vous-en et étouffez toujours toute avidité qui surgit, et reconnaissez-y un simple piège que veut vous poser Mon adversaire pour vous regagner, pour vous avoir à lui.... Vous n’aurez pas la victoire sur lui sans lutter – mais si votre aspiration est pour Moi, vous n’aurez plus besoin de lutter, car alors, le monde ne vous attirera plus, alors vous ne convoiterez que les choses du ciel.... alors, la matière aura perdu son empire sur vous, alors vous apprendrez à la dédaigner.... Il faudra qu’elle vous serve parce que vous l’aurez maîtrisée....
Amen
TraducteursDood al uw begeerten en u zult rijp worden in de kortst mogelijke tijd. Als u de wil hebt volmaakt te worden, zult u alles moeten overwinnen wat u nog naar beneden, de diepte in trekt. En al deze begeerten en hartstochten kleven u nog aan uit de periode van uw ontwikkeling voordat u mens was en die u daarom op aarde nog veel last bezorgen, omdat door die aandriften en begeerten mijn tegenstander op u inwerkt, die daardoor de terugkeer naar Mij verhinderen wil. Deze driften en begeerten zijn echter een belemmering voor de vereniging met Mij, omdat het niet-goddelijke eigenschappen zijn die een volmaakt wezen niet hebben kan en die daarom eerst overwonnen moeten worden voordat een vereniging met Mij kan plaatsvinden.
De mens moet nu strijden tegen elk verlangen dat de materie betreft, want steeds is daarmee een begeerte verbonden iets te bezitten wat hoort bij het rijk van mijn tegenstander, wat dus dient om de zinnen te bevredigen, het doet er niet toe wat het ook mag zijn. Zodra de lichamelijke zinnen van de mens zich eraan verlustigen, zijn het begeerten die hun vervulling op aardse wijze vinden. Alles wat de mens lichamelijk welbehagen verschaft behoort daartoe, als het door de mens met alle kracht zelf wordt nagestreefd en er daarom voor geestelijk streven de reden ontbreekt: het besef van de vergankelijkheid van al het aardse.
Maar de mensen worden door Mij ook aards bedacht en dat ook rijkelijk, zodra Ik hun geestelijk streven zie, zodra hun liefde Mij geldt en het nader komen tot Mij hun voornaamste doel is. Dan schenkt mijn liefde hun rijkelijk en ook hun aardse leven zal gezegend zijn en hun alles bieden, omdat het hen niet meer schaadt, omdat het hun zinnen niet kluistert. Zodra echter de begeerte naar aards genot, bezit en vermaak nog sterk is in de mens moet hij daar strijd tegen voeren, want deze begeerten zijn de wapens van mijn tegenstander, die hem dikwijls helpen de overwinning te behalen. Nochtans zal de mens niet ongeschikt worden voor het leven op deze aarde, veeleer zullen zijn krachten groeien, maar hij zal ze anders gebruiken. Hij zal geestelijk willen werken en alleen daarin zijn bevrediging vinden, echter dadelijk verzwakken door zijn blik weer naar de wereld te keren wanneer hij daar iets ziet wat hij graag zou willen bezitten.
Daarom "heeft het hemelrijk geweld nodig en alleen hij die geweld gebruikt, trekt het naar zich toe". De aarde is het rijk van de gevallen geesten, ze is het rijk van mijn tegenstander. Wie daar ernstig over nadenkt, zal ook weten dat al het begerenswaardige van de materiële wereld altijd alleen maar het voldoen van de tol aan hem vereist en dat, wie deze tol betaalt ook hem zal toebehoren. Hij zal ook weten dat er geen compromissen kunnen bestaan tussen Mij en hem, dat Ik u geheel en al opeis en dat de mens die nog met een oog naar de wereld van mijn tegenstander lonkt, bezwaarlijk met Mij in contact zal komen.
U mag u niet gevangen laten nemen door de wereld. U moet uzelf controleren op de dingen u nog begerenswaardig voorkomen en nu moet u de begeerte ernaar serieus onderdrukken. U mag er niet aan toegeven, maar u mag gerust genieten van wat Ik zelf u schenk. U mag u verheugen over datgene wat u ontvangt zonder het begerig te hebben nagestreefd, u mag u verheugen over datgene wat mijn liefde u geeft, omdat u van Mij bent - omdat u uw levensdoel hebt ingezien en nu bereid bent Mij te dienen.
Maar stel u zich ermee tevreden en onderdruk elke begerigheid die opduikt en zie daarin altijd slechts een val die mijn tegenstander voor u wil zetten om u voor zich terug te winnen. Zonder innerlijke strijd zult u geen overwinnaar over hem worden. Is uw streven echter op Mij gericht, dan hoeft u niet meer te strijden, want dan lokt de wereld u niet meer. Dan is uw verlangen op de hemel gericht, dan heeft de materie de heerschappij over u verloren. Dan leert u haar versmaden, ze moet u dienen omdat u de baas over haar bent geworden.
Amen
Traducteurs