• Retour

Emousser la voix intérieure à travers le refus de l'esprit

Lorsque l'esprit en vous veut se manifester, vous ne devez pas le refuser, et il veut se manifester lorsque vous êtes poussés intérieurement à des pensées spirituelles, dès que vos pensées s'occupent toujours avec ce qui ne concerne pas votre corps, mais votre âme, dès que vous devez penser à la mort, à une continuation de vie après la mort, à Dieu, à une responsabilité devant Lui, à votre son imperfection, à vos erreurs et à vos faiblesses que vous-mêmes percevez comme telles et qui vous rendent intérieurement insatisfaits et craintifs. Toutes ces choses sont des manifestations de l'esprit en vous, qui voudrait pénétrer avec sa Voix, qui attire votre attention envers ces choses qui sont les seules importantes pour l'Éternité. Toutes ces choses sont des pensées qui ne s'occupent plus avec le monde terrestre, mais qui se rapportent au Règne spirituel et on doit s’occuper de ces pensées pour qu'elles ne se lèvent pas en vain dans l'homme. Ce sont des admonestations et des avertissements, c’est la Voix intérieure mais elle n'est pas reconnaissable en tant que Voix mais elle dit cependant que l'homme doit réfléchir sur lui-même, qu’il ne doit pas vivre dans l'indifférence, qu’il ne doit pas mener une vie seulement terrestre, parce qu'alors il cause un incroyable dommage à son âme. Le réprobateur dans l'homme ne se tait pas, mais souvent il n'est pas écouté, parce que la voix de l'extérieur est plus forte et alors elle rend inaudible la Voix intérieure, lorsque les sens de l'homme sont trop tournés vers le monde. Alors il émousse la Voix fine qui sonne en lui, il ouvre les yeux et les oreilles seulement au monde et alors il est en grand danger de perde entièrement la faculté d’entendre cette Voix, de perdre toute foi et de n’être plus en mesure d'avoir des pensées spirituelles. Chaque homme, même l'homme du monde qui est au milieu de la vie, a des minutes silencieuses où il peut se rendre compte de lui-même s'il le veut. Chaque homme est parfois impliqué dans des discours qui touchent des problèmes spirituels ; dans chaque homme l'esprit cherche à se manifester de la Part de Dieu, parce que Dieu touche tous les hommes et cela toujours de nouveau, parce qu'Il veut les détourner de ce qui est purement terrestre et les faire se tourner vers ce qui est spirituel. Mais celui qui refuse en lui l’esprit, qui repousse toutes les pensées qui le touchent, qui se ferme à tout enseignement de l'intérieur, empêche l’esprit en lui d’agir et cela à son propre détriment, parce qu'il perd tout lien avec le Divin, il coupe chaque Pont, il reste sur Terre et il ne pourra jamais entrer dans des sphères spirituelles, même lorsqu’il aura terminé sa vie terrestre, parce que son âme s’est ajustée si matériellement qu’elle ne peut pas abandonner la sphère terrestre, elle s’est durcit comme la matière vers laquelle étaient tournées ses pensées et sa tendance dans la vie terrestre. Pour cette âme il faudra un chemin infiniment long avant qu'elle puisse arriver dans les sphères de l'Esprit, parce qu'il est beaucoup plus difficile à parcourir que sur la Terre.

Amen

Het ongevoelig worden voor de innerlijke stem door het weren van de Geest

De Geest in u mag u niet weren, wanneer hij zich wil uiten. En hij wil zich uiten als u innerlijk wordt aangespoord tot geestelijk denken, zodra uw gedachten zich weer met datgene bezighouden wat niet uw lichaam, maar uw ziel betreft. Zodra u zult moeten denken aan de dood, aan een voortleven na de dood, aan God, aan een verantwoording voor Hem, aan uw eigen onvolmaaktheid, aan fouten en zwakheden die u zelf als zodanig opvat en die u innerlijk ontevreden en angstig maken. Dit zijn allemaal uitingen van de Geest in u, die zich graag verstaanbaar wil maken, die uw opmerkzaamheid vraagt tegenover al deze zaken die alleen belangrijk zijn voor de eeuwigheid.

Dit zijn allemaal gedachten die zich niet met de aardse wereld bezighouden. Integendeel, ze maken u attent op het geestelijke rijk. En op zulke gedachten moet acht worden geslagen, want ze duiken niet voor niets in de mens op. Het zijn stille aanmaningen en waarschuwingen. Het is de innerlijke stem - die de mens alleen niet als stem herkenbaar is - die hem hetzelfde zegt, dat de mens zich moet bezinnen en niet onverschillig moet voortleven. Dat hij niet alleen een aards leven moet leiden, omdat hij daardoor zijn ziel onnoemelijke schade toebrengt.

De maner in de mens zwijgt niet, maar wordt heel vaak niet gehoord. Want de stem van buitenaf is luider en overstemt de innerlijke stem, wanneer het denken van de mens te zeer op de wereld is gericht. Dan wordt hij ongevoelig voor de fijne stem die in hem weerklinkt. Hij opent zijn ogen en oren alleen nog voor de wereld. En dan is hij in groot gevaar, dat hij het vermogen die stem te horen helemaal verliest, dat hij elk geloof verliest en niet meer in staat is geestelijk te denken.

Ieder mens, ook de wereldse mens die midden in het leven staat, heeft stille ogenblikken, waarin hij zich op zichzelf kan bezinnen wanneer hij het wil. Ieder mens wordt soms bij gesprekken betrokken, die geestelijke problemen aanroeren. In ieder mens tracht de Geest die een deeltje is van God, zich te uiten. Want God raakt alle mensen even aan. En dat steeds weer, omdat Hij ze graag van het zuiver aardse af wil brengen en op het geestelijke wil richten.

Maar wie de Geest in zich weert, wie alle gedachten die indruk op hem maken opzij drukt, wie zich afsluit voor elke onderrichting van binnen uit, die hindert de Geest in zich werkzaam te zijn, in zijn eigen nadeel. Want hij verliest elke binding met het goddelijke. Hij breekt zelf alle bruggen af. Hij blijft op aarde en zal nooit geestelijke sferen kunnen betreden, zelfs niet wanneer zijn aardse leven is beëindigd. Want zijn ziel is zo materieel ingesteld, dat ze de aardse sfeer niet kan verlaten. Ze is verhard, net als de materie die in het leven op aarde haar denken en streven beheerste. En voor deze ziel is de weg oneindig ver, voordat ze in de sfeer van het geestelijke kan komen. Want hij is veel moeilijker te gaan dan op aarde.

Amen