• Retour

La nouvelle relégation du spirituel – Libération dans une période

Être engendré dans la matière solide est la dure punition qui peut frapper un être spirituel qui était déjà incarné comme homme sur la Terre. Les innombrables Créations actuelles sont la confirmation qu’un nombre incalculable d’êtres doivent de nouveau commencer leur parcours de développement. Parce que tant qu'il existe du spirituel qui nécessite un développement, il existera aussi des Créations terrestres, matérielles qui servent de porteurs au spirituel et rendent possible son développement à travers la multiplicité et la diversité de ses formes, selon leur forme et leur substance plus ou moins dure ou souple. Ces Créations ne finiront pas tant que tout le spirituel ne sera pas sauvé.

Dans l'espace de temps d'une période de développement le spirituel peut se développer vers le haut depuis la matière dure jusqu'à l'homme. Il existe cette possibilité. Mais pour cela le renoncement à la résistance dans un temps déterminé est nécessaire, chose qui est possible bien qu’elle échoue souvent à cause de l’obstination du spirituel qui au début est si opposé à Dieu qu’il doit se passer des éternités avant que sa résistance soit cassée ou affaiblie. Et cette résistance apparait dans les Créations qui sont visibles à l'œil humain et semblent inchangées souvent pendant des temps infinis. Ces Créations qui forment la croute terrestre doivent êtres dissoutes par la Volonté divine, pour que soit donné au spirituel la possibilité d’un développement vers le Haut. Donc pour ce spirituel une période de développement ne suffit pas. Mais à la fin d’une telle époque il perçoit une agitation dans l'univers et lui-même tend maintenant aussi vers une nouvelle forme. Sa résistance contre Dieu diminue, parce qu'il arrive à percevoir Son immense Force et Sa Puissance. Et Dieu tient compte de Son Désir et dissout à la fin de l’époque la Création entière, ce qui signifie maintenant un tournant pour le spirituel qui était lié inactif à l'intérieur de la Terre depuis une éternité. Maintenant le spirituel est prêt à servir et il est engendré dans une forme extérieure qui permet une activité, même si initialement celle-ci n’est que minimale. Et le parcours de développement au-dessus de la Terre commence maintenant et mène de façon garantie à l'incarnation en tant qu’homme, même si de nouveau cela se passe seulement après longtemps. Cela est une nouvelle explication pour la destruction de la Terre qui doit avoir lieu dans le temps à venir, qui est prévue depuis l'Éternité dans le Plan de Salut, bien que beaucoup de vies humaines en soient victimes, mais pour le spirituel qui tend avec nostalgie vers une nouvelle forme c’est le salut.

Amen

De zwaarste straf

Hernieuwd gekluisterd te worden in de hardste materie is de zwaarste straf die een geestelijk wezen treffen kan, dat alreeds als mens belichaamd was op de aarde. De talloze scheppingen zijn het bewijs dat ontelbare wezens hun ontwikkelingsweg weer beginnen moeten. En zolang er nog iets geestelijks is dat ontwikkeling nodig heeft - zullen er ook aardse materiële scheppingen bestaan die als dragers dienen voor dit geestelijke en hiervoor de ontwikkeling mogelijk maken door hun veelzijdigheid en verscheidenheid van vormen al naar gelang voorkomenen hardere- of zachtere substanties. Zolang deze scheppingen geen einde hebben, is ook het geestelijke nog niet verlost.

In het tijdsbestek van een verlossingsperiode kan het geestelijke zich opwaarts ontwikkeld hebben tot mens van uit de hardste materie, deze mogelijkheid bestaat. Maar daartoe is het opgeven van alle weerstand tegen GOD in een bepaalde tijd nodig. Dit is wel mogelijk, maar mislukt meestal door de hardnekkigheid van het geestelijke dat in het begin zo weerspannig is tegen GOD - dat het eeuwigheden kan duren tot die weerstand gebroken is of verzwakt. Deze weerstand is te zien in scheppingen die voor het menselijke oog schijnbaar onveranderd blijven voor een eindeloze tijd. Het geestelijke in de scheppingen die in zekere zin de korsten van de aarde vormen en een gewelddadige ontbinding door GOD's wil ondergaan, moet ook de mogelijkheid van een opwaartse ontwikkeling gegeven worden.

Voor dit geestelijke is een verlossingsperiode niet voldoende. Toch bespeurt het in het einde van deze periode de opstand in het heelal, en streeft nu ook zelf naar een nieuwe omvorming. De weerstand tegen GOD wordt nu zwakker omdat het Zijn enorme Kracht en Macht bij zichzelf ondervondt. En GOD houdt rekening met dit verlangen en lost op het einde van deze periode alle scheppingen op, wat dan ook een keerpunt betekent voor het geestelijke dat werkeloos en gekluisterd was al sinds eeuwigheden - in het binnenste van de aarde.

Het geestelijke is nu tot dienen bereid en wordt in die uiterlijke vorm ingelijfd die een, zij het in het begin slechts minimale, werkzaamheid toelaat. En zo begint bovenop de aarde de weg naar hogere ontwikkeling en voert ook zeker tot belichaming als mens al is het ook pas na een zeer lange tijd. Dit is een nadere verklaring voor de verwoesting van de aarde die binnenkort zal plaats vinden, en in het eeuwige verlossingsplan al is voorzien. Want ofschoon veel mensenlevens aan deze vernietiging ten offer vallen, zal het verlossing betekenen voor het geestelijke dat een nieuwe omvorming uiterst verlangend tegemoet ziet.

Amen