Vous ne pouvez pas mesurer la béatitude de ceux qui déposent leur enveloppe corporelle et peuvent entrer dans le Royaume de la Lumière dans leur éternelle Patrie. Ils laissent derrière eux toute souffrance terrestre, rien de lourd ne les écrase, aucun ennemi ne les opprime, la peur et la tristesse leur sont étrangères, leurs yeux voient seulement de belles régions outre mesure aimables, de merveilleuses formes issues de Ma Volonté de Création et des figures lumineuses s'approchent d’eux pour les introduire dans le Royaume de la Paix et de la Béatitude. Et dans cette ambiance ils peuvent s'arrêter et agir selon leur volonté. Et la liberté est leur béatitude après un état où leur âme était encore liée et enveloppée de matière terrestre. Leurs cœurs sont aptes et de bonne volonté pour aimer, ils sont remplis d'amour, et déjà seulement pour cela ils sont bienheureux, parce qu'ils trouvent un accomplissement constant. Ils s'unissent avec des âmes qui sont entièrement semblables à elles, donc qui se trouvent dans le même degré de maturité, et ces unions augmentent leur béatitude, parce que l'unification par l’Amour augmente aussi la force de chaque être, et a aussi pour conséquence l’incitation à l'activité et à l’union pour agir dans l’amour, mais ce qui rend incroyablement heureux c’est de s'ouvrir à une force qui apporte toujours une nouvelle force. L'arrivée de la force est un sentiment de très grand délice, parce que c’est la confirmation de la Proximité de Dieu. Mes créatures Me sentent et arrivent même, selon combien leur degré de maturité rend possible le rayonnement de la Lumière, à la contemplation de Moi-Même d’une manière qui leur soit supportable. Leur béatitude intérieure croît, parce que le désir pour Moi augmente constamment et trouve toujours son accomplissement. Ce que cela signifie, aucun homme sur la terre ne peut le comprendre, parce que l'amour terrestre est seulement un reflet de l'amour spirituel et déjà sur la terre c’est la chose la plus désirable, mais dans le Royaume spirituel cela dépasse tout ce qui est offert à l'âme en magnificences, parce que cela signifie un constant afflux de Lumière et de Force donc aussi une constante proximité de Dieu. Mais dès que Mes créatures sont entrées dans le Royaume de la Lumière, Je Suis pour elles l’archétype de la Béatitude, et elles ne renoncent jamais plus à Moi. Et alors chacun obtiendra la récompense pour son amour qu’il a eu pour Moi sur la terre. J'augmente constamment la Béatitude, Je remplis l'âme avec Mon Amour et prépare pour elle toujours de nouveaux délices parce que, ce qu’aucun œil d'homme n’a jamais vu et ce qu’aucune oreille d'homme n’a jamais entendu, Je l'ai préparé pour ceux qui M’aiment.
Amen
TraducteursU zult niet de gelukzaligheid kunnen beseffen van diegenen die hun lichamelijk omhulsel afleggen en binnen mogen gaan in het rijk van het licht, in hun eeuwige vaderland. Al het aardse leed laten ze achter zich, niets zwaars belast ze, geen vijand bedreigt ze, vrees en droefenis is hen vreemd, hun ogen zien alleen het mooie, buitengewoon lieflijke gebieden, prachtige maaksels van mijn wil om te scheppen en gestalten vol van licht naderen hen om ze binnen te leiden in het rijk van vrede en gelukzaligheid. En in deze omgeving mogen ze vertoeven en zich naar eigen wil bezighouden. En de vrijheid is hun gelukzaligheid, na een toestand dat hun zielen nog gekluisterd waren en door aardse materie omgeven.
Hun harten zijn bekwaam en bereid lief te hebben. Ze zijn zo doorgloeid door de liefde, dat ze alleen daarom al gelukzalig zijn, want ze vinden voortdurend vervulling. Ze sluiten zich aaneen met zielen die geheel op hen lijken, dus dezelfde graad van rijpheid hebben, en deze verbindingen vergroten de gelukzaligheid omdat de aaneensluiting uit liefde ook de kracht van de afzonderlijke wezens vergroot, evenals de drang om bezig te zijn, en een gemeenschappelijk werkzaam zijn in liefde nu het gevolg is, dat echter buitengewoon gelukkig maakt, want het is een ontplooiing van kracht die steeds weer nieuwe kracht oplevert.
Het toestromen van kracht is echter een gevoel van hoogste verrukking, want het is een bewijs van Gods nabijheid. Mijn schepselen voelen Mij en komen ook naar gelang hun rijpheid, die lichtdoorstraling mogelijk maakt, tot het aanschouwen van Mij zelf op de voor hen draaglijke wijze. Hun innerlijke gelukzaligheid neemt toe, want het verlangen naar Mij neemt voortdurend toe en vindt steeds vervulling. Wat dat betekent kan geen mens op aarde begrijpen, want de aardse liefde is slechts een afstraling van de geestelijke liefde en al op aarde het meest begerenswaardige, maar in het geestelijke rijk overtreft ze alles wat de ziel aan heerlijkheden wordt geboden, omdat ze de voortdurende toevoer van licht en kracht betekent en dus ook de voortdurende nabijheid van God. Maar zodra mijn schepselen het lichtrijk zijn binnengegaan, ben Ik voor hen het summum van gelukzaligheid en geven ze Mij nooit meer op. En dan zal ieder het loon ontvangen voor zijn liefde die op aarde Mij heeft gegolden. Ik vergroot voortdurend de gelukzaligheid. Ik vervul de ziel met mijn liefde en bereid haar steeds nieuwe verrukkingen, want "wat geen menselijk oog ooit heeft gezien en geen menselijk oor ooit gehoord, dat heb Ik diegenen bereid die Mij liefhebben."
Amen
Traducteurs