Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

L'Acte de Pardon des péchés - Jésus Christ comme Rédempteur

L'Acte de Pardon des péchés peut être considéré seulement comme une cérémonie, lorsqu’il manque les conditions pour le Pardon de la faute des péchés. Dès que l'homme se sent pécheur et porte à Dieu la faute de ses péchés, dès qu’il se repent sincèrement de ses péchés et demande à Dieu Pardon, alors Dieu pardonne le péché et au travers de Jésus Christ sa faute est remise, parce que pour cela l'Homme Jésus est mort sur la Croix, pour que la faute des péchés de l'humanité entière soit éteinte pour le passé, le présent et le futur. Et ainsi la première condition pour le Pardon du péché est la foi dans l'Œuvre de Libération du Christ et la volonté de faire partie de ceux qui ont été rachetés de leurs péchés par le Sang du Christ. Le repentir sincère vers Dieu et donc aussi la connaissance d'avoir failli envers Dieu au moyen du péché, d'avoir blessé Son Commandement de l'amour, est une condition nouvelle qui justifie l'Acte de Pardon des péchés. L'homme peut certes énoncer un repentir avec des mots, tandis que son cœur n’est pas affecté, donc il ne souffre pas sous la pression de ses péchés et avec cela il ne reconnaît pas combien gravement il a failli envers Dieu et envers Son Commandement. La faute des péchés ne peut alors pas lui être enlevée tant qu’il ne se rend pas compte de sa faute et que celle-ci l’opprime au point de demander Pardon à Dieu, mais l'homme, n'a aucune raison de faire mention de ses péchés au prochain. Certes c’est une chose bonne, qu'empreint d'humilité, il admette ouvertement ses faiblesses et ses erreurs, mais cette confession ouverte vis-à-vis d'un homme n'a rien à voir avec le Pardon de ses péchés. « À ceux à qui vous remettez les péchés, à eux ils sont remis, et à ceux à qui vous les retenez, à eux ils sont retenus....  » Vous employez cette expression de Jésus comme justification, mais vous ne pensez pas que Jésus l’a dite ainsi à Ses disciples parce qu’au travers de leur mode de vie ils avaient atteint une telle maturité de l'âme qui les rendait clairvoyant et clair-entendant. En outre Jésus parlait des péchés dont les conséquences étaient physiquement visibles et étaient le motif pour que les pécheurs cherchent de l’aide pour enlever leurs souffrances auprès des disciples qui étaient reconnus comme grands hommes de Dieu. Et de cela il s’est levé l'acte du pardon général des péchés après la confession des péchés à un homme, et cela est à nouveau seulement à considérer comme une modification de la Doctrine du Christ, comme une tromperie puisque que les hommes croient faire dépendre le pardon de leurs péchés de la confession, mais cette confession devient le plus souvent une affaire formelle, pendant que le profond repentir intérieur, la confession de la faute contre Dieu, le rejet du péché et le sérieux désir d'une amélioration effleurent le cœur des hommes seulement faiblement, alors que le Pardon des péchés dépend uniquement de cela. Cet aveu intérieur de la faute doit se dérouler face à Dieu. Pour cela il n’est nécessaire d’aucun médiateur et la confession auriculaire est à nouveau seulement un commandement ajouté des hommes à la Doctrine du Christ, qui cependant trouve une très forte considération, mais est contraire à la Volonté de Dieu, lequel veut avoir substitué chaque extériorité par un réel dévouement intérieur à Dieu, au moyen d’une vraie expérience spirituelle et une vie entièrement conforme à Ses Commandements. Parce que chaque extériorité est un grand danger pour les hommes qui observent trop peu ces derniers, ils acceptent seulement les exigences adjointes humainement et avec cela s’affadissent et deviennent tièdes dans leur travail sur l'âme. Parce que la rétrogradation spirituelle des hommes montre que la volonté de répudier le péché, qui est la conséquence d’un profond repentir, n'existe pas ou n'a pas été transformée en action, ce qui serait absolument le cas si l'Acte de Pardon des péchés n'avait pas pris une telle forme, mais s’il était seulement une affaire intérieure de chaque individu. Alors l'homme s'éduquerait lui-même à une meilleure manière de vivre si seulement il en avait la bonne volonté. Mais ainsi, même ceux qui sont de bonne volonté deviennent tièdes et indifférents à cause de fausses dispositions et des représentations du Pardon des péchés qui n'ont pas été voulues par Dieu de la manière dans laquelle elles sont présentées aux hommes. Devant Dieu seulement la vraie intériorité a de la valeur, et chaque forme extérieure ne trouve pas Sa Complaisance et donc ne trouve pas Son Assentiment.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

De daad van zondenvergeving JEZUS CHRISTUS als Verlosser

De handeling van zondenvergeving kan ook alleen als ceremonie worden beschouwd, wanneer de geestelijke voorwaarden om de zondenschuld te vergeven ontbreken. Zodra de mens zich zondig voelt en zijn zondenschuld naar GOD draagt, zodra hij oprecht berouw heeft over zijn zondenschuld en GOD om vergeving vraagt, wordt hem ook door GOD de zonde vergeven en omwille van JEZUS CHRISTUS de schuld kwijt gescholden, want daar stierf JEZUS voor aan het kruis, dat de zondenschuld van de gehele mensheid uit het verleden, het heden en de toekomst gedelgd werd. En zo is dus de eerste vereiste om vergeving van de zonde te verkrijgen het geloof aan het verlossingswerk van CHRISTUS en de wil om tot diegenen te horen die door het bloed van CHRISTUS verlost zijn van hun zondenschuld.

Oprecht berouw tegenover GOD en dus het inzicht door de zonde tegen GOD gezondigd te hebben, Zijn gebod van de liefde te hebben geschonden, is een verdere vereiste, die de daad van de zondenvergeving rechtvaardigt. De mens kan weliswaar met woorden blijk geven van berouw, terwijl zijn hart niet is geraakt, hij dus niet onder de druk van zijn zonden lijdt en bijgevolg ook niet inziet hoe zwaar hij heeft gezondigd tegenover GOD en Zijn geboden. Dan kan de zondenschuld ook niet van hem worden weggenomen, dan blijft hij belast met zijn zonde, tot hij zich bewust is van zijn schuld en ze op hem drukt, zodat hij GOD om vergeving vraagt. Evenwel bestaat er voor de mens geen reden om tegenover zijn medemensen gewag te maken van zijn zonden.

Wel heeft dit voor, dat hij zich oefent in deemoed, als hij openlijk zijn zwakheden en fouten bekent, maar met de vergeving van zijn zonden heeft deze openlijke bekentenis tegenover een mens niets te doen. "Aan wie u de zonden zult vergeven, die zijn ze vergeven, en aan wie u ze zult laten behouden, hun zijn ze behouden". Deze uitspraak van JEZUS voert u als reden aan, maar u bedenkt daar niet bij, dat JEZUS tot Zijn discipelen heeft gesproken, tot hen die door hun levenswandel een rijpheid van ziel hadden bereikt, die hen helderziend en helder horend maakte. Verder sprak JEZUS over de zonden waarvan de gevolgen lichamelijk zichtbaar waren en over de beweegreden, dat de zondaars bij de discipelen, van wie ze inzagen dat het grote mannen GOD's waren, hulp zochten, d.w.z. afwenteling van hun lijden.

Daaruit is de handeling van een algemene zondenvergeving, na de bekentenis tegenover een mens van de zonden, ontstaan, maar dit is weer alleen maar als een omvorming van de leer van CHRISTUS te beschouwen, als een misleiding in zoverre, dat de mensen meestal de vergeving van hun zonden afhankelijk maken van hun bekentenis ervan, maar deze bekentenis vrij vaak een formele aangelegenheid werd, terwijl het diepe innerlijke berouw, het bekennen van de schuld tegenover GOD en het verafschuwen van de zonde met de ernstige wens zich te verbeteren, slechts in een zwakke opwelling het hart van de mens beroeren, maar de vergeving van de zonden daar alleen afhankelijk van is.

Deze innerlijke schuldbekentenis moet tegenover GOD plaatsvinden. Daarvoor is geen bemiddelaar nodig en bijgevolg is de oorbiecht weer slechts een door de mensen aan de leer van CHRISTUS toegevoegd gebod, dat echter uitermate sterk de aandacht krijgt, maar in tegenspraak is met de Wil van GOD, DIE elke uiterlijkheid door ware innerlijke overgave aan GOD, door 'n volledig geestelijk beleven en ontplooien van Zijn geboden wil hebben vervangen. Want elke uiterlijkheid is een groot gevaar voor de mensen, dat zij zichzelf te weinig observeren, zich alleen maar de menselijk toegevoegde eisen gelegen laten liggen en daardoor vervlakken en lui worden bij de arbeid aan hun ziel.

Want de geestelijke achteruitgang van de mensen bewijst, dat de wil om de zonde te verafschuwen, die het gevolg is van diep berouw, niet aanwezig is, of tot een daad is geworden, wat wel beslist het geval zou zijn, wanneer de handeling van de zondenvergeving niet in zo'n vorm zou zijn gegoten, maar steeds alleen een innerlijke aangelegenheid van ieder afzonderlijk zou zijn. Dan zou de mens zichzelf tot een verbeterde levenswandel opvoeden, als hij maar van goede wil was.

Maar zo worden ook de gewilligen lui en onverschillig door de verkeerde onderrichtingen en voorstellingen van de zondenvergeving, die van GOD uit zo niet is gewild, zoals ze de mensen wordt voorgesteld. Voor GOD heeft alleen ware innerlijkheid waarde en elke uiterlijke vorm heeft niet Zijn welgevallen en dientengevolge niet Zijn toestemming.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Gerard F. Kotte