Souvent des suppositions portent à des conclusions erronées, et même la science se trompe complétement lorsqu’elle suppose que dans le point central du Soleil se trouve une masse incandescente, et que la boule de feu se consommerait lentement et que le Soleil perdrait en Lumière et en Force de briller. Mais cela n'est pas le cas depuis des Éternités et ne le sera pas pour des temps infinis. Si on le compare à un foyer, ce dernier ne peut rayonner de la chaleur seulement tant qu’il y a en lui de la braise, mais toute braise doit un jour s'éteindre, si elle n'est pas nourrie, c'est-à-dire si l’on ajoute pas de la substance qui s'allume à nouveau et vient augmenter la braise. Appliqué au Soleil, cet incroyablement grand corps céleste devrait devenir constamment plus petit, ou bien devrait attirer à lui autres corps célestes qui fusionneraient ensuite avec lui et seraient ainsi la constante substance nutritive du foyer qui offre lumière et chaleur. Mais l'Œuvre de Création divine n'a pas vraiment besoin de telles nécessités purement matérielles. L'effet des rayons du Soleil relève de lois entièrement différentes. La Force de Dieu Lui-même brille sans n'importe quel apport venant de l'extérieur. La Force de Dieu est Lumière en soi, cette Force passe quotidiennement et à tout instant sans interruption dans le Cosmos, elle est accueillie par d'innombrables porteurs spirituels et est à nouveau conduite au-delà à travers chaque être, visible et invisible. Et donc par les rayons du Soleil vous recevez directement la Force de Vie de Dieu, et pour faire prospérer chaque être vital le Soleil doit distribuer cette Force et cela se produit d’une manière qui pour les concepts humains est totalement étrangère et incompréhensible tant que les hommes attribuent trop peu de valeur au spirituel en lui-même, parce que l'effet des rayons des Soleil est justement un processus purement spirituel qui est même en même temps visible par les hommes. Alors que tout le reste du spirituel lui est caché du point de vue terrestre, mais ici se manifeste visiblement pour les hommes l'activité du monde spirituel mûr, mais elle n’est pas reconnue comme telle. Le déploiement véhément de sa Force, auquel cependant s'oppose aussi du spirituel, engendre certaines frictions, et tout ce qui doit être repoussé s'agite et s'allume d’une certaines manière, et vu que la Force spirituelle veut à tout prix arriver à la Terre, ce Courant de Lumière et de Feu doit être remarqué même sur la Terre et se manifester d'en haut comme un rayonnement. Et ce processus ne peut jamais finir tant que le spirituel libéré ne vivifie pas encore de quelque façon le cosmos, parce qu’alors le spirituel mûr ne craindra aucune résistance et vraiment à travers le dépassement de cette résistance il cherchera à arriver là où les êtres ont besoin de Force spirituelle. Donc le Soleil brillera tant que tout le spirituel ne sera pas libéré.
Amen
TraducteursNiet zelden leiden veronderstellingen tot verkeerde conclusies en de wetenschap vergist zich ook ongelofelijk, wanneer ze aanneemt, dat er zich één of andere massa in de kern van de zon bevindt. De vuurbol zou tenslotte toch langzaam verteerd worden en de zon zou aan licht en lichtintensiteit verliezen. Maar dit is sinds eeuwigheid niet het geval en zal dat tot in ondenkbare tijden niet zijn.
Ter vergelijking: een vuurhaard kan slechts zo lang warmte uitstralen, als hij vuurgloed in zich bergt, maar deze gloed moet eens tot uitdoven komen, als ze niet gevoed wordt. Dat wil zeggen, haar stoffen toegevoerd worden, die weer ontbranden en zo de gloed doen toenemen. Toegepast op de zon zou dit onvoorstelbaar grote hemellichaam dus of voortdurend kleiner moeten worden of hij zou andere hemellichamen aan moeten trekken, die dan als het ware één met hem worden en zo voortdurend voedingsstoffen voor de licht en warmte gevende brandhaard zouden zijn.
Maar het goddelijke scheppingswerk heeft zulke puur inhoudelijke argumenten niet nodig. De stralenwerking van de zon is op geheel andere wetten terug te voeren. De kracht van God Zelf straalt zonder enige invloed van buitenaf. De kracht van God is licht in Zichzelf. Deze kracht stroomt dagelijks en ieder uur zonder onderbreking in het heelal over, opgenomen door talloze dragers van geestelijke kracht en wordt weer verder geleid door elk wezen, zichtbaar en onzichtbaar.
En daarom ontvangen jullie de levenskracht uit God rechtstreeks uit de stralen van de zon. Daarom moet de zon, voor het gedijen van elk levend wezen, deze kracht uitdelen. En dit gebeurt op een manier, die voor het menselijke bevattingsvermogen volledig vreemd en onbegrijpelijk is, zolang de mensen te weinig waarde hechten aan het geestelijke, want juist de stralenwerking van de zon is een puur geestelijke gebeurtenis, die echter tegelijkertijd ook uiterlijk zichtbaar voor de mensen is. Terwijl al het andere geestelijke voor hen verborgen is, respectievelijk aards omhuld is, uit de werkzaamheid van de rijpe geestelijke wereld zich hier zichtbaar aan de mensen, maar het wordt niet als zodanig herkend.
Een ongeremd ontplooien van haar kracht, waar het geestelijke zich echter tegen verzet, brengt bepaalde wrijvingen voort en alles wat verdrongen moet worden, wordt geprikkeld en ontbrandt in zekere zin en omdat de geestelijke kracht absoluut naar de aarde wil, moet deze licht- en vuurstroom ook op aarde op te merken zijn en zich dus als stralenbundel vanaf boven uiten. En dit proces kan nooit tot een einde komen, zolang nog niet bevrijd geestelijks op één of andere manier het heelal bevolkt, want net zo lang zal het rijpe geestelijke geen tegenstand schuwen en juist door het overwinnen van deze tegenstand daar proberen te komen, waar geestelijke kracht van het wezen nodig is. De zon zal schijnen, tot al het geestelijke bevrijd is.
Amen
Traducteurs