Yo me inclino a vosotros, los que queréis ser hablados por Mí, que os mueven preguntas, que sólo Yo puedo contestaros. Frecuentemente ya ha sido planteada la pregunta, cuanto tiempo se mantuvo pura la Doctrina de Cristo y cuales fueron los motivos que la han ensuciado. Y Yo os he instruído siempre así, de que permaneció pura tanto tiempo como era posible un directo obrar del Espíritu por Mi parte. Comprensiblemente tenía que cambiarse entonces, cuando los hombres de espíritu no despiertos se encargaron de la gerencia. Hombres, que no fueron directamente enseñados por Mí, en los que sencillamente no podía obrar Mi Espíritu.
Los primeros discípulos y también sus seguidores, estaban entrañablemente unidos a Mí, estaban por eso todavía bajo la impresión de Mi muerte en la Cruz, pues aunque ya había pasado mucho tiempo, pero, fue un suceso poderoso, del cual evidenciaron como testigos los primeros discípulos, los que encontraron también numerosos partidarios que aceptaron la Doctrina divinia de amor y esforzándose igualmente de vivir en el amor, y que a través del amor acogieron también la fe en el Salvador divino, llegando igualmente al despertar de su espíritu.
Y tanto tiempo permaneció también pura Mi Doctrina, tanto tiempo era su fe viva, y podían Mis primeros discípulos formar cada vez de nuevo apóstoles y envíarlos al mundo, con la misión de anunciar el Evangelio del amor, y cada mensajero estaba inmediatamente bajo Mi Influencia, él transmitía sólo lo que oía a través de la voz del Espíritu en sí, lo que debía pronunciar, porque estaba lleno del "Espíritu de Dios".
El aguamiento de Mi Doctrina no tuvo lugar de un modo repentino, resultaba una cosa de la otra, cuando uno o el otro no era más apto para esa función y se elevaba el mismo para eso, o era elegído por aquellos que no tenían el espíritu dispierto igualmente. Pues con el tiempo resultaban de aquellas parroquias principiantes grandes asociaciones, que estaban siempre bajo uno mas poderoso que se había elevado él mismo para ello, porque disponía de un saber que les faltaba a los otros hermanos, pero que no podía hablar de un saber del Espíritu.
Y así fue erigido un edificio que en un primcipio era dirigido por hombres buenos, pero el que cada vez tomaba formas más mundanas, que si bien consideraban su tarea en la difusión del Evangelio, pero que también perseguían metas terrenales, los que ya no poseían más el distintivo de Mi Iglesia: La iluminación interior por el Espíritu, con lo que fínalmente sólo observaban aún las letras muertas, pero no podían acusar más una fe viva.
La Iglesia que Yo Mismo fundé en la tierra, no se ha cambiado, ella exíste todavía hoy en aquellos que vivamente creen en Mí y en los que puede obrar Mi Espíritu, los que Yo, por eso, puedo dirigir en su pensamiento, los que sólo pueden pensar bien y están en relación viva Conmigo. Y esta Iglesia se ha mantenído a través de todos los tiempos, ella se encuentra en medio de las grandes organizaciones eclesiásticas, porque cuenta miembros de todas las religiones, los que eran vivos en su pensar, querer y obrar.
Así que no se puede indicar cuanto tiempo se mantuvo pura, pues cada vez os digo de nuevo, que Yo sólo considero a los hombres como pertenecientes a Mi Iglesia, a los que se saben unidos a Mí, que viven en permanente comunidad Conmigo, que creen en Mí, con los que Yo puedo por eso hablar a través del Espíritu. Y en todas partes, en todas religiones, ha habido hombres, con los que Yo mantuve íntima comunidad, en todas partes pude manifestarme e iniciar en profundo saber. Sin embargo, si es que fueron reconocidos como verdaderos recipientes para las Revelaciones divinas, eso lo decidía el estado espiritual de aquellos hombres que se consideraban estar en los primeros puestos y que ya estaban considerablemente muy distantes de la Verdad.
El número de Mis verdaderos discípulos es también ya gravemente pequeño, y también hoy los envio afuera en el mundo, a que prediquen Mi Evangelio de amor a las naciones, porque sólo por el amor pueden los hombres demostrarme su pertenencia a Mi Iglesia, porque entonces también puede obrar Mi Espíritu en el hombre y eso es la señal más segura de pertenecer a ella.
Pero sólo estos adquirirán el Reino de los Cielos, sólo a ellos puedo Yo introducirlos en la Verdad y sólo a estos iniciarlos en Mi Plan eterno. Pues se trata de cosas en extremo mucho más importantes que el detenerse por causa de servicios y actos eclesiásticos, que no aportan al alma humana ningún progreso. Se trata de la vida del alma, la cual sólo por medio de las obras del amor y la fe viva puede obtenerse.
Y es eso únicamente lo que Yo he encargado a Mis primeros apóstoles, de hacerlo conocer a sus semejantes, es decir que los informen de eso. Y Yo he acogido en Mi Iglesia a los que se han atenído a ese precepto, y hoy actualmente tiene validez el mismo precepto: "Ama a Dios sobre todas las cosas y a tu prójimo como a ti mismo ...".
Amén
TraductorIk neig mijzelf tot u die door Mij wil worden aangesproken, die vragen overdenkt die alleen Ik u kan beantwoorden. De vraag is al vaak naar voren gebracht hoe lang de leer van Christus zuiver is gebleven en door welke oorzaken ze verontreinigd is. En Ik heb u steeds zo onderricht, dat ze zuiver is gebleven zolang van mijn kant een directe inwerking op de geest mogelijk was.
Zij moest begrijpelijkerwijs veranderen toen mensen met een onverlichte geest de leiding overnamen.
Mensen die niet rechtstreeks door Mij onderricht konden worden, in wie mijn geest eenvoudig niet meer kon werken.
De eerste discipelen en ook hun opvolgers waren innig met Mij verbonden, zij waren dus nog onder de indruk van mijn kruisdood. Want, al verliep er daarna ook langere tijd, mijn kruisdood was een geweldig gebeuren waarvan de eerste discipelen getuigden, zodat zij daardoor ook veel aanhangers vonden die de leer van de goddelijke liefde aannamen en zich inspanden evenzo in de liefde te leven. Zij namen daardoor ook het geloof in de goddelijke Verlosser aan en bereikten evenzo de opwekking van hun geest.
En zolang bleef ook mijn leer zuiver. Zolang was hun geloof levend en konden mijn eerste discipelen ook steeds weer apostelen opleiden en hen de wereld inzenden met de opdracht, het evangelie van de liefde te verkondigen. En ieder van deze afgezanten stond onder mijn directe invloed. Hij gaf steeds alleen maar door wat hij door de stem van de geest in zich hoorde, wat hij moest zeggen omdat hij van de geest Gods vervuld was. De verwatering van mijn leer heeft zich ook niet plotseling afgespeeld, het ene kwam uit het andere voort toen de een of ander niet geschikt was voor dat ambt, maar zichzelf daartoe verhief of daarvoor gekozen werd door diegenen die evenzo onverlicht van geest waren. Want mettertijd ontstonden uit die aanvankelijke gemeenten grotere organisaties, die steeds weer ondergeschikt waren aan een machtig iemand, die zich vaak daartoe zelf aanstelde, omdat hij over kennis beschikte die de andere broeders ontbrak, maar waarbij geen sprake kon zijn van een geestelijk weten. En zo werd een gebouw opgericht dat aanvankelijk nog door goede mensen werd geleid, maar steeds meer wereldse vormen aannam, daar deze mensen hun opdracht wel zagen in het verbreiden van het evangelie, maar deze ook wereldse doeleinden nastreefden. Zij bezaten niet meer het kenmerk van mijn kerk, namelijk de innerlijke verlichting door de geest, zodat ze tenslotte alleen nog maar de dode letter in acht namen, maar niet meer op een levend geloof konden bogen. De kerk die Ik zelf op aarde gesticht heb is niet veranderd. Zij bestaat ook vandaag nog uit hen die een levend geloof in Mij hebben en in wie mijn geest werkzaam kan zijn. Van wie Ik dus hun gedachten kan richten, die juist denken omdat zij een levende band met Mij hebben. En deze kerk heeft zich door alle tijden heen staande gehouden. Zij is te midden van grote organisaties blijven bestaan omdat zij leden van alle confessies omvat die levend zijn in hun denken, willen en handelen. Dus kan er niet een bepaald tijdsbestek worden aangegeven, hoelang ze zuiver is gebleven.
Want steeds weer zeg Ik het u dat Ik alleen die mensen behorend tot mijn kerk beschouw, die zich met Mij verbonden weten en in voortdurende gemeenschap met Mij leven. Die in Mij geloven en met wie Ik dus ook kan spreken door de geest.
En overal en in alle confessies waren er mensen met wie Ik in innige verbinding stond, overal kon Ik Mij openbaren en hen binnen voeren in een diep weten.
Maar of zij erkend werden als ware opnamevaten voor goddelijke openbaringen, dat bepaalde de geestestoestand van de mensen die zich op de eerste plaats staande waanden, maar al heel ver van de waarheid verwijderd waren. Het aantal van mijn ware discipelen is ook al bedenkelijk klein geworden. En ook nu nog zend Ik hen uit om de volkeren het evangelie te verkondigen, het evangelie van de liefde, omdat alleen door liefde de mensen Mij bewijzen kunnen dat zij tot mijn kerk behoren, omdat dan ook mijn geest in de mens kan werken en dit het zekerste teken hiervan is. Maar ook alleen dezen zullen het hemelrijk verwerven. Alleen aan hen kan Ik de waarheid doen toekomen en alleen dezen kan Ik inwijden in mijn plan van eeuwigheid.
Want het gaat om veel gewichtiger zaken dan alleen om het in acht nemen van kerkelijke gebruiken en handelingen die de menselijke ziel geen enkele vooruitgang opleveren.
Het gaat om het leven van de ziel, dat zij alleen door werken van liefde en een levend geloof bereiken kan.
En dat alleen heb Ik mijn eerste apostelen opgedragen om aan hun medemensen te verkondigen. En Ik heb een ieder in mijn kerk opgenomen die zich aan deze geboden gehouden heeft. En ook heden nog geldt datzelfde gebod: "Heb God lief boven alles en uw naasten als uzelf".
Amen
Traductor