• Volver

La relación filial garantiza primero el culto vivo del oficio divino

Muchos hombres se creen que piensan y obran de modo religioso; sin embargo les falta la verdadera y justa actitud hacia Mí, ellos me consideran tal vez como a su Dios y Creador, mas no como a su "Padre", y por lo tanto tampoco establecen la relación de un hijo hacia el Padre. Y por lo tanto tampoco me oran a Mí con cariño; ellos ven en Mí sólo "al Dios lejano", quien es Omnipotente y a quien ellos mismos están supeditados también, y por eso me temerán antes que amar, porque aún no conocen bien Mi Ser.

Mientras Yo sea para un hombre aún "el lejano " Dios y Creador, a quien acaso se le tema a causa de Su Poder, existe poca perspectiva de que él se acerque con amor a Mí, él hará todo lo que ejecute como "forma" que de él exige la iglesia a la que pertenece.

El estímulo a ello es entonces sólo la educación que lo motiva a que se conduzca así correspondiente a ella, lo cual no garantiza ninguna transformación de su ser, la que es el objeto y la meta de la vida terrena.

Y si vosotros hombres estáis ahora afectados por los reveses de la vida, es sólo con el fin, de que os volváis vivos, para que os despeguéis de la mera forma, para que os ocupéis más en la mente con Él, quien os ha creado; para que reflexionéis: "Por qué andáis sobre la tierra, y os entreguéis luego de buen agrado al Poder al que le agradecéis la vida.

Pues la actitud indiferente hacia Mí no os trae ningún avance espiritual. Mas si queréis tener seriamente aclaración de lo que vuestro Dios y Creador pide de vosotros en la vida terrenal, así también la obtendréis sin duda.

Y por eso tenéis, como lo primero, que ocuparos mentalmente con el Ser de vuestro Dios y Creador y entonces estaréis estimulados interiormente a las obras de amor, porque esa es Mi Voz, por medio de la que Yo hablo a vuestra conciencia y Yo me doy primero a conocer.

Cumplís pues lo que la voz de la conciencia os manda hacer, entonces os aproximáis a Mí y establecéis luego la comunicación Conmigo, la comuncación que corresponde a la relación de un hijo al Padre. Pues Mi Voz baja os amonestará siempre a las obras de amor, cuya observación os aporta con seguridad la luz del conocimiento, de tal modo que os será ya también comprensible Mi Ser, el que es Él Mismo el Amor.

Después os ritiráis de las "formas vacías" y os haréis vivos en vuestro ser y obrar. No practicáis ningún acto ceremonial, sino que lleváis ahora vosotros mismos una segunda vida al lado de vuestra vida terrena. Entonces habéis empezado a andar el camino espiritual, porque interiormente os sentís impulsados a Mí como consecuencia de una actual conducta en amor.

Y de este modo sabéis ahora que todo está bien y que tiene Mi Aprobación lo que indica al Amor, lo que enseña amor y lo que es obrar en amor. Pues el amor es la escala graduada de la Verdad, y también la escala de la madurez anímica de aquel que como mi representante en la tierra lleva a los hombres a Mí. Mientras él mismo esté aún sin amor, será su "publicación" sin fuerza. Será un culto a Dios en la misa ceremonioso, sin vida por completo, el que a ningún hombre puede traerle bendiciones y provecho, prorque Yo Mismo estoy lejos aún de él, porque sólo palabras sordas están habladas por él, las que jamás pueden alcanzar Mi oído. Os hará primero vivos la entrañable relación a Mí, la cual se estabelce en el amor, y ella os hará vivos también en vuestro pensar, querer y obrar. Entonces vosotros mismos venís a la vida, los que hasta ahora estáis aún muertos, mientras el amor os falta.

Y así también es la asistencia a un "culto divino de la misa" sólo siempre una forma exterior y no puede hablarse de Mi Presencia, mientras vosotros hombres reconozcáis tal vez a un Dios y Creador, pero no encontráis la verdadera orientación hacia Mí. Vosotros tenéis que venir primero a Mí como "hijos al Padre, y mantener Conmigo diálogos confidenciales, íntimos, entonces podéis estar seguros también, de que Yo os estoy presente. Y después es vuestra fe también viva. Pues un hijo se esforzará siempre en cumplir la Voluntad del Padre, y a él ahora no le bastan ya más las formas exteriores, sino con todo corazón esperará con ansia Mi Presencia, la que con seguridad también se le participará.

Y quiero sólo que vosotros vengáis a la vida, que no os perdáis en costumbres, en usos y en sevicios por completo inútiles, los que no os aportan ningún provecho ni ganancia y que fuisteís educados en ellos, los que son, sin embargo, sin valor por completo y lo seguirán siendo para vuestra alma. Cuando Yo sea primero conocido por vosotros como Padre, seréis capaces también de amarme, y entonces cumpliréis primeramente la finalidad de vuestra vida terrenal. Entonces primero maduraréis, lo cual sólo el amor lleva siempre a cabo.

Amén

De verhouding van kind tot Vader waarborgt pas levende godsdienst

Veel mensen menen religieus te denken en te handelen, maar ze missen de juiste instelling tegenover Mij. Ze beschouwen Mij wel als hun God en Schepper maar niet als hun Vader en ze brengen daarom ook de verhouding van kind tot Vader niet tot stand. En ze zullen daarom ook niet vertrouwelijk tot Mij bidden, ze zien in Mij alleen de verre God die almachtig is en aan wie ze ook zelf als mens onderworpen zijn, en daarom zullen ze Mij eerder vrezen dan liefhebben omdat ze nog niet juist inzien hoe mijn wezen is.

En weer moet ter verklaring gezegd worden dat de graad van liefde van de mens doorslaggevend is voor de juiste instelling tegenover Mij, dat de liefde ook de Vader herkent - die zelf de Liefde is - en de mens dan ook in liefde streeft naar Mij te gaan en als mijn kind tot Mij roept. Dan pas kan van een "religieuze" levenswandel gesproken worden, want dan voert deze levenswandel ook gegarandeerd terug naar Mij. Zolang Ik echter voor 'n mens nog de "verre" God en Schepper ben, die weliswaar gevreesd moet worden vanwege Zijn macht, is er weinig vooruitzicht dat hij in liefde contact met Mij zoekt. Hij zal alles wat de kerk waar hij bij hoort van hem verlangt alleen voor de vorm uitvoeren. Hij wordt daar alleen door opvoeding of vorming toe gedreven, die hem ertoe brengt zich hieraan beantwoordend te gedragen, wat echter geen verandering van zijn wezen garandeert, die zin en doel van het leven op aarde is.

En wanneer u mensen nu door slagen van het noodlot getroffen wordt, dan is dat alleen met het doel dat u levend wordt, dat u van de loutere vorm loskomt, dat u zich in gedachten bezighoudt met Diegene die u geschapen heeft - dat u nadenkt waarom u op aarde leeft - en u zich dan in vrije wil aan die Macht overgeeft aan welke u uw leven te danken hebt. Want de onverschillige houding tegenover Mij levert u geen geestelijke vooruitgang op. Wilt u echter serieuze opheldering hebben over wat uw God en Schepper van u verlangt tijdens uw leven op aarde, dan zult u die ook zeker verkrijgen. En daarom moet u zich op de eerste plaats in gedachten met het wezen van uw God en Schepper bezighouden en u zult dan innerlijk tot werkzaamheid in liefde worden aangedreven, omdat dit mijn stem is waarmee Ik u door uw geweten aanspreek en Mij voorlopig aan u te kennen geef.

Geeft u nu gehoor aan wat de stem van het geweten u duidt te doen, dan zoekt u contact met Mij en brengt dan ook de verbinding met Mij tot stand die overeenkomt met de verhouding van kind tot Vader. Want mijn zachte stem zal u steeds vermanen om werkzaam te zijn in liefde, waarvan het naleven u ook zeker het licht van het inzicht oplevert zodat mijn wezen, dat zelf de liefde is, u ook al begrijpelijk wordt. Dan laat u de lege vormen achter u en wordt levend in uw wezen en handelen. U verricht geen formele handelingen, veeleer leidt u nu zelf een tweede leven naast uw aardse leven. U hebt dan de geestelijke weg betreden, omdat er in u een innerlijk streven is naar Mij te gaan als gevolg van de tegenwoordige levenswandel in liefde.

En zo weet u nu dat alles goed is en mijn toestemming heeft wat naar liefde verwijst, wat liefde bijbrengt en werken van liefde zijn. Want de liefde is de graadmeter van de waarheid - en ook de graadmeter van de zielerijpheid van diegene die weer als mijn vertegenwoordiger op aarde zijn medemensen tot Mij wil brengen. Zolang hij echter zelf nog zonder liefde is, zal ook zijn "verkondiging" krachteloos zijn. Het zal een formele levenloze godsdienst zijn, die geen mens zegen kan brengen, omdat Ik zelf hem dan nog geestelijk vreemd ben, omdat er slechts woorden zonder klank door hem worden uitgesproken, die mijn oor nooit kunnen bereiken. Pas de innige verhouding tot Mij die in liefde tot stand wordt gebracht, zal u ook levend maken in uw denken, willen en handelen. Want pas dan komt u zelf tot leven, die tevoren nog dood bent zolang de liefde u ontbreekt.

En zo is ook het bezoek aan een "dienst voor God" steeds alleen maar een uiterlijke formaliteit, en er kan niet van mijn aanwezigheid worden gesproken zolang u mensen wel een God en Schepper erkent maar niet de juiste houding tegenover Mij vindt. U moet eerst als "kinderen" tot de Vader komen en met Mij vertrouwelijke samenspraken houden, dan pas kunt u er zeker van zijn dat Ik bij u aanwezig ben. En dan is ook uw geloof levend. Want een "kind" zal steeds zijn best doen de wil van zijn Vader te vervullen, en het zal nu niet meer alleen met de uiterlijke vorm genoegen nemen, veeleer met heel zijn hart vurig verlangen naar mijn tegenwoordigheid, die het nu ook zeker ten deel zal vallen.

Ik wil alleen dat u tot leven komt, dat u zich niet in geheel nutteloze gewoonten en gebruiken verliest die u geen enkel gewin brengen, die u worden bijgebracht, die echter totaal waardeloos zijn en blijven voor uw ziel. Eerst wanneer u Mij ziet als uw Vader, zult u ook in staat zijn Mij lief te hebben en dan pas zult u het doel van uw aardse leven vervullen. Dan pas zult u zich vervolmaken, wat echter steeds alleen door de liefde tot stand wordt gebracht.

Amen