• Volver

Esforzarse por una fe viva...

Todo hombre debe esforzarse por ganar un fe viva porque entonces nunca será impotente, siempre se refugiará en Mí en Él cree vivo y constantemente podrá recibir fuerza de Mí, porque esta fluye a cada hombre, que se conecta Conmigo en la oración o pensamientos íntimos... Pero una fe viva requiere una vida de amor... porque quien vive en el amor Me atrae a Mí Mismo, Que soy el amor. Y para quien ahora puedo estar presente, éste ya no duda de Mí, ha ganado una fe viva, y ahora tampoco ya no romperá más la unión Conmigo; nunca estará sin fuerzas y por lo tanto tampoco necesita temer nada, lo que sea que le pase.

La fe viva debe ser valorada altamente, porque el hombre ahora ya no va solo su camino, sino en constante compañía, porque Yo ya no lo dejo, porque el permite Mi presencia en sí a través del amor. La fe en Mí también es la prueba superada de voluntad, el hombre ha emprendido el camino de regreso a Mí porque Me reconoce, de lo contrario no podría creer o su fe sólo estaría muerta. Pero si su fe ha cobrado vida por el amor, entonces también ya se ha producido en él una transformación de ser; el amor le ha encendido una luz, en la que ahora también Me reconoce a Mí Mismo y ahora no puede sino esforzarse conscientemente por Mí, que buscar la unión Conmigo a la que una vez había renunciado.

El amor y la fe son inconcebibles el uno sin el otro... porque la fe viva surge del amor... el conocimiento espiritual se convierte en convicción, por así decirlo, que no se puede probar porque el amor da una luz brillante... Y sólo la fe convencida da fuerza a la persona, que Yo Mismo ahora puedo darle porque estoy presente en él a través del amor... Cuán tranquilamente recorre su camino terrenal una persona que dispone de una fe convencida... nunca se siente abandonada o débil, sabe que Yo estoy cerca de él, él viene a Mi con cada pedido, y él sabe que Yo le concederé cualquier pedido que Me dirija en necesidades espirituales o terrenales...

Una fe viva es verdaderamente empoderadora; y es por eso que todos vosotros debéis esforzaros por ganar tal creencia. Entonces probará vuestro acercamiento a Mí, Me reconocéis y por lo tanto pasáis la prueba de voluntad por la cual estáis en la tierra... Y entonces Yo también puedo daros la vida como lo he prometido, “quien cree en Mí, no morirá para siempre...” Vosotros, por lo tanto, estáis sujetos a la muerte mientras no seáis capaces de creer en Mi Mismo, Que redimí al mundo del pecado y de la muerte en el hombre Jesús... porque hasta entonces todavía no Me reconocéis en Jesús, y permanecéis bajo el hechizo del pecado por tanto tiempo, vuestro espíritu todavía permanecerá oscurecido por tanto tiempo, y eso siempre significa, que Me negáis vuestro reconocimiento como una vez.

Y debéis tratar de liberaros de este oscuro estado espiritual, debéis transformar vuestro ser de nuevo al amor, y entonces también seréis capaces de creer en Mí como vuestro Dios y Creador, como vuestro Padre desde la eternidad... pronto trataréis de establecer un vínculo y se convertirá en una firme convicción en vosotros, porque el amor en vosotros... so lo dejáis irradiar en vosotros... os dará un esclarecimiento claro. Y verdaderamente despertaréis de la muerte a la vida, creéis vivamente en Mi presencia, y entonces también Yo Me revelaré a vosotros... porque creéis..._>amén

Het streven naar een levend geloof

Ieder mens moet ernaar streven dat hij een levend geloof zal verkrijgen, want dan zal hij nooit krachteloos zijn. Hij zal steeds zijn toevlucht nemen tot Mij, in wie hij levend gelooft en voortdurend kracht van Mij in ontvangst kunnen nemen, want deze stroomt ieder mens toe die zich met Mij verbindt in gebed of innige gedachten aan Mij.

Maar voor een levend geloof is een leven in liefde nodig, omdat wie in de liefde leeft, Mij zelf - de Liefde - tot zich trekt. En degene bij wie Ik nu aanwezig kan zijn, twijfelt ook niet meer aan Mij. Hij heeft een levend geloof verkregen en hij zal ook de band met Mij niet meer verbreken. Hij zal nooit zonder kracht zijn en dus ook niets hoeven te vrezen, wat hem ook overkomt. Het levende geloof is hoog aan te slaan, want de mens gaat zijn weg nu niet meer alleen, maar onder voortdurende begeleiding, omdat Ik niet meer van hem wegga, want hij laat mijn aanwezigheid in zich toe door de liefde. Het geloof in Mij is ook de doorstane wilsproef. De mens heeft de terugweg naar Mij aanvaard, want hij erkent Mij, daar hij anders niet zou kunnen geloven of zijn geloof slechts een dood geloof zou zijn. Maar is zijn geloof levend geworden door de liefde, dan heeft er ook al een verandering van wezen bij hem plaatsgevonden. De liefde heeft in hem een licht ontstoken, waarin hij nu ook Mij zelf herkent en nu ook niet anders kan dan bewust op Mij aan te sturen, dan de aaneensluiting met Mij te zoeken die hij eerst had opgegeven. Liefde en geloof zijn zonder elkaar ondenkbaar, want het levende geloof komt voort uit de liefde. Een geestelijk weten wordt als het ware tot een overtuiging, hetgeen niet kan worden bewezen omdat de liefde helder licht schenkt.

En pas het overtuigde geloof levert de mens kracht op, die Ik zelf hem nu kan doen toekomen omdat Ik door de liefde bij hem aanwezig ben.

Hoe rustig gaat een mens die over een overtuigd geloof beschikt, zijn weg over de aarde. Hij voelt zich nooit verlaten of zwak. Hij weet me in zijn nabijheid. Hij komt met elke aangelegenheid naar Mij toe en hij weet dat Ik hem elk verzoek toesta, dat hij in aardse of geestelijke nood tot Mij richt.

Een levend geloof is waarlijk kracht gevend en daarom zult u er allen naar moeten streven een dergelijk geloof te verkrijgen. Het bewijst dan uw toenadering tot Mij, uw wil om met Mij verbonden te zijn. U erkent Mij en legt dus de wilsproef af ten behoeve waarvan u op aarde vertoeft.

En dan kan Ik u ook het leven geven zoals Ik het heb beloofd: “wie in Mij gelooft, zal eeuwig niet sterven”. Zolang u niet in staat bent te geloven in Mij zelf die in de mens Jezus de wereld verloste van zonde en dood, bent u daarom nog een prooi van de dood.

Want zolang herkent u Mij nog niet in Jezus en zolang bent u nog in de ban van de zonde. Zolang is uw geest nog verduisterd en dat betekent steeds dat u Mij uw erkenning ontzegt, zoals weleer. En uit deze duistere geestesgesteldheid zult u zich moeten trachten los te maken. U zult uw wezen weer tot liefde moeten veranderen en u zult dan ook bij machte zijn in Mij te geloven als uw God en Schepper, als uw Vader van eeuwigheid.

U zult spoedig proberen de band tot stand te brengen en het zal in u tot een vaste overtuiging worden, omdat de liefde in u - als u deze binnen laat stralen - u grote opheldering geeft. En u zult waarlijk vanuit de dood ten leven ontwaken. U zult levend in mijn aanwezigheid geloven en Ik zal me dan ook aan u openbaren. Ik zal me aan u bewijzen, omdat u gelooft.

Amen