• Volver

„Yo no os dejaré huérfanos” (Juan 14,18)

Yo no os dejaré huérfanos .... Yo quiero cuidar de vosotros como Padre, y también quiero daros pruebas de mi Amor paternal .... Yo no quiero que andéis solos y sin ser guiados en la Tierra - indefensamente expuestos a mi adversario, el que inmediatamente acudirá cuando ve que andáis desamparados.

Yo os amo porque sois mis „niños”, los que en tiempos remotos habían surgido de Mí, y que abandonaron el camino correcto aunque fuese por su libre voluntad, y sin embargo, Yo no los privo de mi Amor .... pues mi Amor paternal únicamente ya intentará a conseguir que regreséis a vuestra Casa paternal .... Por eso Yo os guiaré, suponiendo que no os opongáis obstinadamente sino que, voluntarios, os dejéis guiar de Mí. Entonces estáis bajo Protección divina y no os podrá pasar nada. No hace falta que os sintáis como huérfanos que se encuentran solos en el mundo, y por eso también frecuentemente se encuentran en peligro.

Pues así es mi Amor, que Yo congrego mi rebaño para que mis ovejas no anden perdidos por su camino .... Como buen Pastor que no quiere perder ni una sola de sus ovejitas, Yo las reclamo.

Mis ovejas también reconocen la voz de su Pastor y le siguen. Y Él acompañará su rebaño a Casa y lo protegerá contra el enemigo que cada vez de nuevo se acerca a él para causar embrollo para dispersar las ovejitas donde pueda. Entonces sonará mi Reclamo porque no las dejo a mi enemigo. Yo seguiré a aquellas que se han extraviado y a las que corren el riesgo de caer en el abismo, pues no quiero perder ni una sola de mis ovejitas porque las amo .... De modo que ni un solo ser humano debe temer que Yo y mi Amor podríamos abandonarlo, porque Yo me hago cargo de cada uno que está en apuros, que se encuentra solo y que depende de ayuda.

Yo estoy cerca de todos que tan sólo piensan en Mí - los que en su desgracia se confían en Mí .... Actuaré como un buen Pastor en todos que se han alejado de Mí - los que con reclamos de Amor deben ser llevados allí donde originaron.

“Yo no os dejaré como huérfanos”, así dice mi Promesa, y así ahora podéis contar convencidos con mi Protección .... Siempre podéis aprovechar de mi Ayuda porque sabéis que hay Uno que quiere ser y seguir siendo vuestro Padre hasta en toda eternidad .... A este Padre debéis confiaros, sea cual sea vuestro problema. Él os tomará a la mano y os llevará con seguridad por toda clase de desgracias .... os dará Fuerza para vencer toda clase de dificultades .... os allanará vuestros caminos para que lleguéis seguros a vuestro objetivo .... para que encontréis el camino a Mí y ahora quedéis eternamente conmigo.

Porque todos vosotros sois „niños” Míos que en tiempos remotos habían abandonado la Casa paternal, pero los que también deben regresar - lo que siempre sólo lo pueden con mi Ayuda .... No hace falta que se tomen por débiles, porque como Padre amoroso proveo a mis „niños” con Fuerza, para que ahora también puedan recorrer el camino hacia la verdadera Patria .... para que puedan regresar a Mí, a su Padre desde toda eternidad.

Amén

Joh. 14:18. - "Ik wil u niet tot wezen laten worden"

Ik wil u niet als wezen achterlaten.

Als Vader wil Ik Me om u bekommeren en u ook bewijzen van mijn vaderliefde geven. Ik wil niet dat u alleen en zonder leiding op aarde voortgaat, dat u zonder bescherming aan mijn tegenstander bent overgeleverd, die u dadelijk zal benaderen wanneer hij ziet dat u verlaten bent. Want Ik houd van u, omdat u mijn kinderen bent, die eens van Mij zijn uitgegaan en die de juiste weg hebben verlaten, wel in vrije wil, maar Ik onthoud hun toch mijn liefde niet. En mijn vaderliefde zal alleen nog daarnaar streven, dat u weer terugkeert in uw vaderhuis.

En daarom neem Ik op Me u te leiden, vooropgezet dat u zich niet hardnekkig tegen Mij verzet, dat u zich gewillig door Mij laat leiden. Maar dan staat u onder goddelijke hoede en kan u niets gebeuren. U hoeft u niet als wezen te voelen, die alleen staan in de wereld en zich daarom ook vaak in gevaar bevinden. Want dat is mijn liefde, dat Ik mijn schaapjes bij Mij samenbreng, dat ze niet overal hun weg gaan, dat Ik hen lok en roep als goede Herder die geen enkele van Zijn schaapjes wil verliezen. En mijn schapen herkennen ook de stem van hun Herder en ze volgen Hem en Hij zal hen thuisbrengen. Hij zal Zijn kudde beschermen tegen de vijand die hen steeds weer benadert om verwarring te stichten, om de schaapjes uit elkaar te drijven waar het hem maar mogelijk is. Dan zal mijn lokroep weerklinken, omdat Ik ze niet overlaat aan mijn vijand.

Ik zal diegenen achterna gaan die te ver zijn geklommen of gevaar lopen in de afgrond te storten.

Want Ik wil geen enkele van mijn schaapjes verliezen, omdat Ik ze liefheb.

En dus hoeft geen mens bang te zijn door Mij en mijn liefde verlaten te worden, want Ik bekommer Me om ieder die in nood is, die alleen staat en is aangewezen op hulp.

Ik ben allen nabij die maar aan Mij denken, die zich aan Mij toevertrouwen in hun nood. En Ik zal als een goede Herder handelen tegenover allen die zich van Mij hebben verwijderd en met lokroepen van liefde moeten worden teruggeleid, naar daar, van waar ze zijn vertrokken. "Ik wil u niet als wezen achterlaten". Zo luidt mijn belofte en zo zult u nu ook overtuigd op mijn bescherming kunnen rekenen. U zult steeds aanspraak kunnen maken op mijn hulp, want u weet dat er Eén is, die uw Vader wil zijn en blijven tot in alle eeuwigheid.

En aan deze Vader moet u zich toevertrouwen, wat u ook mag terneerdrukken. En Hij zal u dan aan de hand nemen en veilig leiden door alle tegenspoed. Hij zal u kracht geven alle hindernissen te overwinnen. Hij zal uw wegen effenen, opdat u zeker uw doel bereikt, opdat u de weg naar Mij vindt en dan voor eeuwig bij Mij blijft. Want u allen bent mijn kinderen die eens het vaderhuis hebben verlaten, maar die ook weer terug moeten keren en dit steeds alleen maar kunnen met mijn hulp.

En ze hoeven zich niet zwak te voelen, want als liefdevolle Vader voorzie Ik mijn kinderen van kracht, opdat ze dan ook de weg naar het ware vaderland kunnen afleggen, opdat ze terugkeren naar Mij, naar hun Vader van eeuwigheid.

Amen