A vosotros, los humanos, se os ha anunciado suficientemente los tiempos a que os acercáis; se os ha amonestado y advertido repetidamente para que dejéis vuestro estilo de vida y lo cambiéis por un estilo de vida que agrade a Dios.... Se os ha señalado repetidamente el gran peligro, en el que se encuentra vuestra alma cuando de repente tiene que abandonar la vida terrenal y entrar por la puerta de la eternidad.... Se os ha anunciado el juicio inminente, la transformación espiritual y terrenal de la Tierra.... habéis sido informados del nuevo destierro en el día del juicio. Se os ha advertido que hagáis un trabajo diligente del alma para evitar este destino del nuevo destierra.... Pero lo escucháis y todavía no creéis seriamente que todo lo predicho podría hacerse realidad....
No tenéis fe, y sin fe no tenéis no tenéis un verdadero sentido de responsabilidad hacia vuestra alma, y ella está en gran angustia.... Porque todavía os quedan algunos días, que serían suficientes para daros un cierto grado de madurez. Si os esforzáis seriamente para lograrlo. A la gente le falta fe, e incluso los creyentes albergan ligeras dudas cuando se les menciona que el fin se acerca.... Incluso los creyentes no quieren aceptar sin dudarlo lo que se les dice acerca del fin, aunque esto esté sucediendo desde arriba.
Y se debe concederos la libertad de vuestra voluntad, no debéis ser forzados, y por eso los días pasan sin traeros ningún pequeño éxito mientras no luchéis por vuestra propia madurez espiritual. Pero entonces ya no dudáis de lo que os fue predicho.... Tan pronto como os esforzáis espiritualmente por vuestra propia iniciativa, todo aquello para lo que os exigía fe se convierte en una certeza. Y entonces también podréis anunciar con seguridad a vuestros semejantes la hora que ha llegado y lo cerca que está el fin.... Sólo quien esté convencido de esto podrá anunciar también con convicción el fin que se acerca y de todo a lo que se enfrentará la humanidad.
Sólo unos pocos están seguros de que el fin está cerca, porque lo reconocen por los señales del tiempo, y son capaces de reconocerlo porque miran todo espiritualmente y por eso consideran que ha llegado el tiempo del fin. Y todos vosotros deberíais prestar atención a estas señales que ya han sido anunciadas mucho antes. Y entonces reconoceréis también en qué hora estáis viviendo, y no os resultará difícil creer en un fin y todo lo que está relacionado con ese fin.
A todos vosotros ya no os queda mucho tiempo, queráis creerlo o no.... Pero el creyente todavía tratará de obtener una ventaja espiritual de este conocimiento, mientras que el incrédulo dejará pasar este último tiempo sin usar para su alma, que un día se arrepentirá amargamente si no se le concede un nuevo destierra, un destino tan terrible que una persona debería hacer todo lo posible para evitar este nuevo destierro. Por eso se os da continuamente de lo que les sucede a aquellas almas que fracasan en su vida en la tierra y ya no son aceptadas en el más allá porque el tiempo ha terminado....
Este conocimiento debería animarlas a realizar un trabaja diligente en su alma. Pero sólo muy pocos creen en ello, y no se les debe demostrar.... Por eso innumerables almas está en peligro de perder su vida terrenal, y al mismo tiempo sus sustancias espirituales serán disueltas nuevamente para un nuevo curso de desarrollo a través de las creaciones de la nueva Tierra. Podrían evitar este peligro todavía de sí mismas en el último tiempo, pero tienen que trabajar voluntariamente sobre sí mismas, tienen que.... si no creen que pueden creer... tener en cuenta la posibilidad de lo que se les han dicho es la verdad, y ahora vivir correspondientemente, y podrán registrar una ganancia significativa para sus almas y no perderse cuando llegue el día del juicio....
amén
TraductorHet is aan u, mensen voldoende verkondigd welke tijden u tegemoet gaat. U bent steeds vermaand en gewaarschuwd uw levenshouding daarop in te stellen en ze te veranderen in een GODwelgevallige levenswandel. U bent altijd gewezen op het grote gevaar waarin uw ziel zich bevindt als zij plotseling het aardse leven moet opgeven, en ingaat door de poort der eeuwigheid. En het nabij zijnde gericht is u aangekondigd: de geestelijke en aardse verandering van de aarde. U bent evenzo opmerkzaam gemaakt op de hernieuwde kluistering alsook op de dag van het gericht. U bent gemaand tot ijverige zielearbeid om dit lot van de hernieuwde kluistering van u af te wenden, u luistert er wel naar en toch gelooft u niet in ernst dat het voorspelde werkelijkheid zou kunnen worden.
U leeft zonder geloof en u hebt daarom geen verantwoordelijkheidsgevoel tegenover uw ziel, die zich in de grootste nood bevindt. Maar nog blijft haar wat tijd, voldoende om haar nog een graad van rijpheid op te leveren, als dit ernstig nagestreefd zou worden. Het geloof ontbreekt de mensen, zelfs de gelovigen koesteren lichte twijfel als hun het nabije einde verkondigd wordt, zelfs de gelovigen willen niet accepteren wat hun over het einde gezegd wordt - ofschoon het van boven geschiedt. En de vrije wil moet u gelaten worden, want u mag niet tot geloven gedwongen worden. En daarom gaan de dagen voorbij zonder voor u iets op te leveren, zolang u niet uit uzelf naar de geestelijke rijpheid streeft.
Dan echter twijfelt u niet meer aan wat u voorspeld werd, want zodra u uit eigen vrije wil geestelijk bezig bent, wordt voor u ook al datgene wat u moet geloven tot zekerheid. En dan kunt u ook overtuigd aan uw medemensen verkondigen hoe laat het is, en hoe dichtbij het einde.
Alleen hij die daar zelf van overtuigd is kan ook met overtuiging praten over het einde en over wat de mensheid te wachten staat. Echter maar weinigen geloven dat het einde nabij is, zij herkennen het aan de tekenen des tijds en zij zijn in staat het te herkennen omdat zij alles geestelijk beschouwen en daarom ook de tijd van het einde voor gekomen houden. U, mensen moet allen aan deze tekenen aandacht schenken die lang van tevoren aangekondigd zijn, want u zult dan ook beseffen in welk uur u leeft - en het zou u dan ook niet zwaar vallen in een einde te geloven en in alles wat met dit einde samenhangt.
Er blijft voor u allen niet veel tijd meer over, of u het geloven wilt of niet. De gelovige echter zal proberen uit deze kennis nog een geestelijk voordeel te behalen, terwijl de ongelovige ook de laatste tijd onbenut laat voor zijn ziel, wat hem eenmaal bitter berouwen zal als hem niet ook nog de hernieuwde kluistering beschoren is. Een lot dat zo ontzettend is dat de mens alles zou moeten doen om het te ontgaan.
Daarom ook wordt hem daarover altijd weer kennis geschonken en wordt hem het weten gegeven wat er met die zielen gebeurt die te kort schieten in hun aardse leven en niet meer in het rijk hierna worden opgenomen, omdat de tijd is afgelopen. Deze kennis moet hen aanzetten tot ijverige zielearbeid. Heel weinig mensen echter geloven daaraan en bewezen mag het hun niet worden.
Daarom lopen talrijke zielen gevaar dat ze hun aardse leven verliezen en dat tegelijkertijd ook nog hun geestelijke substanties opgelost worden, en weer een nieuwe ontwikkelingsgang moeten gaan door de scheppingen van de nieuwe aarde. Zij zouden nog in de laatste tijd dit gevaar van zich af kunnen wenden, maar zij moeten vrijwillig werken aan zichzelf. En zij moeten, als zij menen niet te kunnen geloven, rekening houden met de mogelijkheid dat wat hun verkondigd werd waar is - en daaraan beantwoordend dan ook leven. Want daardoor zouden zij een aanzienlijke winst kunnen boeken voor hun zielen, en zodoende niet verloren gaan als de dag van het gericht is gekomen.
Amen
Traductor