• Volver

Transformación de la Tierra

La Tierra perdurará porque Yo no he previsto su total destrucción. Pero se acabará todo lo que vive sobre ella, incluyendo las Creaciones de la naturaleza, para que así pueda purificarse totalmente, pues en su estado presente ya no sirve para la evolución espiritual hacia lo Alto.

Todo lo creado, dentro, en y sobre la Tierra perderá su vida y será liberado de la forma exterior que lo envuelve, la cual se disolverá según mi Voluntad y volverá otra vez a la Tierra nueva en una forma exterior nueva acorde con su madurez espiritual. De esta manera podrá continuar nuevamente el camino de la evolución que ha sido momentáneamente puesto en peligro para todos los seres animados. Pues mi adversario actúa frenéticamente en cada situación, y siempre intenta impedir o interrumpir dicha evolución. Pero la Tierra debe cumplir todavía su tarea durante un tiempo infinito, porque sobre ella tienen que madurar los seres que están inmaduros para la “filiación de hijos de Dios”.

Y por ello la Tierra resurgirá de nuevo después que se haya hecho una limpieza radical, después que todo lo espiritual haya sido juzgado justamente, es decir, incorporado a una forma exterior adecuada, desde las piedras hasta los hombres, a los que se les deberán ofrecer otra vez oportunidades de maduración más llevaderas para que alcancen la meta y sean verdaderos hijos de Dios.

El fin de la Tierra vieja consiste en esta destrucción final: el astro seguirá existiendo, aunque su cubierta exterior experimentará un cambio total. Por eso se puede hablar adecuadamente de “el fin”, que no significará sólo el fin de cualquier civilización, sino el fin de toda la Obra de la Creación en esta Tierra.

Y Yo haré el tronco de un nuevo linaje humano con aquellos a los que pude atraer antes del fin de la Tierra vieja y me son fieles, a los que por ello elegí para formar una nueva generación. De ella saldrán hombres que vivirán de acuerdo con mi Voluntad y entre los cuales, por su fe y por su amor, Yo mismo habitaré.

Y será un estado paradisíaco porque las nuevas Creaciones darán a la gente una felicidad jamás antes conocida en la Tierra. Los hombres habitarán en verdad en un Paraíso, en una Tierra que no se podrá comparar con la anterior porque sólo será habitada por un género humano maduro, el cual también puede recibir una felicidad desconocida antes en la Tierra cuya humanidad ya pertenecía a Satanás, razón por la cual fue necesario purificar esa Tierra vieja.

Y ese tiempo está ante vosotros. Cada cual puede todavía cambiar su ser y así le cabría la suerte de ser rescatado de la Tierra. Pero pocos hombres tienen una voluntad suficientemente firme, pues pocos están llenos de Amor para pertenecer a ese pequeño rebaño al que llamaré repentina e inesperadamente.

Pero antes de todo ello llegará un tiempo de miseria sobre la Tierra, señal certera que el día no está lejano.

Cuando veáis que Mi adversario actúa abiertamente, cuando vosotros mismos seáis maltratados por sus lacayos, cuando aumente la miseria y parezca que no hay salida, entonces el fin estará cerca; y Yo destruiré con mi Poder lo malo y rescataré a los Míos de la ruina segura.

Los Míos vivirán la destrucción de la vieja Tierra, aunque ellos mismos no se verán afectados. Y un día, ellos deberán dar testimonio de un Dios justo. Deberán contemplar la destrucción y alabar y glorificar a Aquél que los salvó de dicho juicio.

Y otra vez crearé, porque sólo por mi Voluntad aparecerá en la Tierra nueva una morada para mi pequeño rebaño, para mis elegidos, que de nuevo vivirán en Paz, Felicidad, Gloria, Luz y Fortaleza en el Paraíso, en el que no habrá más dolor ni tristeza porque el causante de todo lo malo estará encadenado y no podrá acosar a la humanidad durante un tiempo muy largo. Se cumplirá un periodo terrestre y empezará otro nuevo que debe conducir a lo Alto a innumerables espiritualidades todavía presas, para que de una vez puedan alcanzar la meta definitiva: la unión conmigo como hijos Míos.

¡Hombres!, ante esto os encontráis, porque se ha cumplido el tiempo que os fue dado para la definitiva liberación de la forma.

Amén.

De omvorming van de aarde

De aarde zal als hemellichaam blijven bestaan, want haar totale vernietiging heb Ik niet voorzien. Maar alles wat leeft op aarde, evenals alle scheppingen in de natuur, zullen vergaan opdat een totale reiniging van de aarde kan plaatsvinden, die in haar tegenwoordige toestand niet meer dienstig is voor de opwaartse ontwikkeling van het geestelijke. Al het geschapene in, op en boven de aarde verliest het leven. Het wordt bevrijd van de omhullende uiterlijke vorm en kan nu de weg van ontwikkeling weer verder afleggen, die in deze tegenwoordige tijd in gevaar is voor alles wat er bestaat. Want mijn tegenstander woedt op elke mogelijke manier en hij tracht ook elke ontwikkeling steeds weer te verhinderen of te onderbreken. De aarde echter moet nog eindeloze tijden lang haar opdracht vervullen, want op haar moeten de nog onrijpe wezens zich ontwikkelen tot kinderen van God.

Daarom zal de aarde als nieuw tevoorschijn komen nadat een ingrijpende omvorming heeft plaatsgevonden. Nadat al het geestelijke naar behoren gevonnist is, dat wil zeggen in de hem toegedachte uiterlijke vorm ingelijfd is, van de vaste materie tot en met de mens, die ook weer makkelijkere ontwikkelingsmogelijkheden geboden moeten worden om het doel te kunnen bereiken, namelijk ware kinderen van God te worden. Deze vernietiging op het eind is dus meteen het einde van de oude aarde - ofschoon het hemellichaam als zodanig blijft bestaan, maar alleen een totale omvorming van haar uiterlijke vorm zal ondergaan. En daarom kan en moet ook met recht op een einde gewezen worden dat niet alleen een einde is van alle beschaving, maar een einde betekent van alles wat is, dus van elk scheppingswerk op deze aarde.

En er begint weer een nieuw tijdperk, want het gehele aardoppervlak zal Ik weer opnieuw doen herleven met scheppingen van de wonderbaarlijkste aard en waaraan zich het menselijk oog weer kan verlustigen. Want Ik zal al de nieuwe scheppingen weer de wonderbaarlijkste vormen geven en de grootste verscheidenheid aan levende wezens zal Ik de mensen die deze nieuwe aarde weer bewonen, als gezelschap geven en die zal Ik hun zelf doen toekomen in liefde, wijsheid en macht. Want Ik vorm voor Mij de stam van een nieuw mensengeslacht uit hen die Ik voor die tijd van de oude aarde wegnemen kon, die Mij trouw bleven tot aan het einde en die Ik daarom uitkies voor de nieuwe generatie waaruit weer mensen moeten voortkomen die leven volgens mijn wil en bij wie Ik zelf kan vertoeven op grond van hun geloof en hun liefde.

En het zal een paradijselijk bestaan zijn, want alle nieuwe scheppingen zullen in ongekende mate de mensen met vreugde vervullen. De mensen zullen waarlijk een paradijs bewonen, een aarde die niet meer met de oude aarde vergeleken kan worden. Want ze zal alleen nog door rijpe mensen bewoond worden, die ook een mate van zaligheid kunnen ontvangen die tevoren op aarde niet gekend werd, daar de mensen al aan satan toebehoorden, om welke reden een reiniging van de oude aarde moest plaatsvinden. En deze tijd ligt voor u, en een ieder van u kan zijn wezen nog zo veranderen dat hem het grote geluk van de wegneming ten deel zou kunnen vallen. Maar het vaste geloof daaraan kan een mens maar zelden opbrengen, en ook maar weinig mensen zijn zo van liefde vervuld dat zij tot de kleine kudde behoren die Ik plotseling en onverwachts zal oproepen.

Maar voordien zal de aarde nog worden overvallen door een tijd van nood - wat voor u een zeker teken zal zijn dat de dag niet ver meer is. Wanneer u de activiteit van mijn tegenstander heel duidelijk kunt waarnemen en u zelf aan de slechte daden van zijn vazallen bent blootgesteld. Wanneer de nood zal toenemen en er u geen uitweg meer mogelijk lijkt, dan is ook het einde nabij. Dan zal Ik door mijn macht al het aartsboze vernietigen en de mijnen van de zekere ondergang redden. En die door Mij weggenomen worden zullen de ondergang van de oude aarde beleven, al kunnen zij daar zelf niet meer door getroffen worden. Maar eens zullen zij getuigen van het strafgericht van een rechtvaardige God. Zij zullen de daad van vernietiging moeten kunnen aanschouwen en nochtans Hem loven en prijzen die hen gered heeft van dat gericht.

En weer zal Ik een scheppingsdaad verrichten, want alleen mijn wil zal weer een nieuwe aarde laten ontstaan. Een woonplaats voor mijn kleine kudde, voor mijn uitverkorenen. Zij kunnen nu in vrede en vrijheid, in vreugde en zaligheid en in licht en kracht het geheel nieuwe leven leiden in het paradijs waar geen leed en pijn meer is. Want de veroorzaker van al het kwade is gekluisterd en kan de mensen lange tijd niet meer kwellen. Want een aardse periode is dan ten einde en er begint weer een nieuwe, die het talloos nog gekluisterde geestelijke omhoog moet leiden om eenmaal het uiteindelijke doel mogelijk te maken, de vereniging met Mij als mijn kind. En voor dát gebeuren staat u mensen, want de tijd die u tot vrijwording uit de vorm gesteld werd is vervuld.

Amen