En el esfuerzo de acercarse a Dios yace el cumplimiento total de la vida terrenal, porque entonces la voluntad también se ha vuelto hacia Él, y el retorno a Dios se ha completado deliberadamente.
Pero la partida anterior de Dios también había cambiado el ser y lo había convertido en una criatura imperfecta, y así como la voluntad tiene que cambiar a Dios, también el ser tiene que volver a cambiarse a la perfección antes de que pueda reunirse con Dios, para poder trabajar y actuar con Él y en Su voluntad en el reino mental.
Entonces el hombre debe luchar por esa perfección durante su camino por la tierra, y eso significa que debe trabajar conscientemente en sí mismo para extraer todos los signos de imperfección de sí mismo, para convertirse él mismo en lo contrario: para descartar todos los malos costumbres, errores y vicios y transformarlos en virtudes. Y es un comienzo difícil y requiere fuerza. Pero Dios dedica a cada hombre la fuerza, quien se dirige hacia Él.... Y cuando la voluntad se despierta en el corazón se dirige a Dios, el Amor de Dios lo atrapa y le proporciona constantemente con fuerza para acercarse a su objetivo....
Pero cuán pocos solo tienen esta voluntad seria.... Porque no es suficiente que la boca lo diga que el hombre exige a Dios, sino que este deseo debe surgir en el corazón y conducir a un vínculo con Dios, completamente sin presión de fuera .... Dios exige la voluntad del hombre, y esta es libre. Por lo tanto, cada hombre es bendecido, y tiene la seguridad de su ascensión, que esta voluntad mueve hacia Dios, y nunca debe temer hundirse nuevamente en la profundidad, que había dejado.
Y nuevamente comprenderéis que la voluntad hacia Dios nunca puede ser la voluntad para el mundo, porque se trata de dos opuestos, hay dos objetivos que pueden ser la búsqueda del hombre, Dios o el mundo, pero nunca, Dios y el mundo.... Quien busca sinceramente a Dios, ya no está irritado por el mundo, pero quien desee el mundo y sus bienes, está dentro de si todavía tan lejos, la profundidad aún no le ha liberado, y él está en gran peligro de hundirse nuevamente en la profundidad.
Nunca trabajará en sí mismo para cambiará su naturaleza, sino que considerará su naturaleza como correcta y buena; sabrá cómo prevalecerse en todas partes e ignorar el amor, porque su naturaleza es dominada solo de todos esos impulsos, quienes aprueban su oposición a Dios. E incluso si dispone de una gran fuerza física, ya sea que podrá dominar la vida en la tierra, no podrá realizar el trabajo en su alma, porque para eso la fuerza se le debe provenir de Dios, no puede fluir hacia él, siempre y cuando su voluntad todavía sea desviada de Dios. Y su voluntad es incapaz de separarse del mundo, si no se le concede ayuda....
Pero la ayuda es Jesucristo, la ayuda es el gracioso tesoro que Jesucristo ha adquirido en la cruz para fortalecer vuestra débil voluntad. Y quien se dirige a Jesucristo y Le pide fuerza, también reconoce a Dios Mismo en Jesucristo, y esto es igual que la devoción de la voluntad a Dios, que siempre es recompensada con el suministro de fuerza. Pero el mundo no libera tan fácilmente ninguna alma, y un hombre mundano rara vez tomará el camino a Jesucristo.... Y, por lo tanto, solo a través de la Palabra de Dios puede ser señalado interiormente, de ocuparse mentalmente con Jesucristo y Su obra de redención.
Un hombre del mundo solo puede ganarse a través de la Palabra de Dios, porque este es en sí mismo fuerza, siempre y cuando no sea rechazado. Porque Dios Mismo hace un llamamiento a cada hombre para que le motive, que le regalé su voluntad, que le renuncié la resistencia contra Él y que se le entregue a Él de todo corazón.... Pero siempre la voluntad debe estar listo para escuchar el discurso de Dios, porque esta es la decisión del hombre en la tierra, que abandona su resistencia, que reconoce a Dios y que ahora se rinde a Él.... Y Dios se apoderará de él y lo atraerá a Si Mismo; él regresará a la casa de su padre, que una vez abandonó voluntariamente.
Amén
TraductorIn het streven dichter bij God te komen, is de hele vervulling gelegen van het aardse bestaan. Want dan heeft de wil zich ook op Hem gericht en de terugkeer naar God is dus wat de wil betreft voltrokken. Maar het vroegere zich afkeren van God heeft ook het wezen veranderd en tot een onvolmaakt schepsel gemaakt. En zoals de wil geheel moet veranderen en zich op God moet richten, zo moet ook het wezen geheel veranderen en volmaakt worden, voordat het zich weer met God kan verenigen om nu met Hem en volgens Zijn wil te kunnen scheppen en werken in het geestelijke rijk. Dus moet de mens gedurende zijn levenswandel op aarde streven naar deze volmaaktheid. En dit betekent dat hij bewust aan zichzelf moet werken om alle kenmerken van onvolmaaktheid uit zich te bannen om zichzelf in het tegenovergestelde te veranderen: om alle ondeugden, fouten en slechte gewoonten af te leggen en om te zetten in deugden.
Dit is een moeilijke onderneming en het vraagt kracht. Maar God doet ieder mens die op Hem zelf aanstuurt de kracht toekomen. En zodra diep van binnen de op God gerichte wil wordt gewekt, pakt Gods liefde hem vast en voorziet hem nu voortdurend van kracht om dichter bij zijn doel te komen. Maar hoe weinig mensen slechts hebben deze ernstige wil. Want het is niet voldoende dat de mond het uitspreekt dat de mens naar God verlangt, maar dit verlangen moet in het hart ontstaan en geheel zonder druk van buiten af naar de band met God leiden. Door God wordt om de wil van de mens gevraagd en deze is vrij. Maar daarom is ook ieder mens die deze op God gerichte wil opbrengt gezegend en zijn vooruitgang is zeker. En hij hoeft nooit meer te vrezen weer weg te zinken in de diepte die hij heeft verlaten.
En weer zult u nu begrijpen dat de op God gerichte wil nooit de wil kan zijn die op de wereld is gericht. Want het gaat hier om twee tegenstellingen. Er zijn twee doelen die door de mens kunnen worden nagestreefd: God of de wereld, maar nooit God en de wereld. Wie ernstig naar God verlangt, hem zal de wereld niet meer bekoren. Maar wie de wereld en de goederen ervan begeert, die staat van binnen nog ver van God af. De diepte heeft hem nog niet vrijgelaten en hij bevindt zich in het grootste gevaar weer omlaag, naar de diepte te zinken. Hij zal ook nooit aan zichzelf werken om zijn wezen te veranderen. Veeleer beschouwt hij zijn wezen als juist en goed. Hij zal zich overal weten te handhaven en daarbij ook de liefde buiten beschouwing laten. Want zijn wezen is alleen beheerst door al die driften en neigingen die zijn vijandschap tegenover God bewijzen. En al beschikt hij nu ook over grote lichamelijke kracht en al zal hij ook aards het leven aankunnen, de arbeid aan de ziel kan hij echter niet volbrengen, daar hem daarvoor de kracht uit God moet toekomen, maar deze hem niet kan toestromen zolang zijn wil nog van God is afgekeerd. En zijn wil is niet in staat zich van de wereld los te maken wanneer hem geen hulp wordt verleend. Maar de hulp is Jezus Christus. De hulp is de genadeschat die Jezus Christus aan het kruis voor u mensen heeft verworven om uw zwakke wil te versterken. En wie zich tot Jezus Christus wendt en Hem om kracht vraagt, die erkent in Jezus ook God zelf. En dit is hetzelfde als het op God richten van de wil, dat ook altijd met toevoer van kracht wordt beloond.
Maar de wereld laat niet zo gemakkelijk een ziel los en een wereldse mens zal ook maar zelden de weg naar Jezus Christus nemen. En daarom kan hij alleen door het woord Gods erop worden gewezen zich door middel van gedachten met Jezus Christus en Zijn werk van verlossing bezig te houden. Een mens van de wereld kan alleen worden gewonnen door Gods woord, want dit is zelf de kracht zodra het niet wordt afgewezen. Want God spreekt ieder mens aan om hem te bewegen aan Hem zijn wil te schenken, de weerstand tegen Hem op te geven en zich helemaal aan Hem over te geven. Maar tevoren moet steeds de wil bereid zijn het toespreken van God te vernemen. Want dit is de beslissing van de mens op aarde, dat hij zijn weerstand opgeeft, dat hij God erkent en zich aan Hem overgeeft. En God zal hem vastpakken en tot zich omhoog trekken. Hij zal terugkeren in zijn vaderhuis dat hij eens vrijwillig heeft verlaten.
Amen
Traductor