No hay una única iglesia de Salvación cuando se la entiende como una organización. Pero quien pertenece a la iglesia fundada por Mí en la tierra también se salvará, porque esto ya le garantiza la bienaventuranza eterna de que es miembro de Mí Iglesia, que por lo tanto vive en la fe, que sea hecho viva por el amor. No es la “iglesia” la que asegura la bienaventuranza para el hombre, sino la fe y el amor.... porque también puede estar completamente ausente a pesar de pertenecer a una iglesia que fue creada por los hombres y que se supone que es fundada por Mí como la “única que salva”. Bien pueden surgir de cada iglesia o dirección espiritual verdaderos miembros de Mí iglesia, pero solo la fe y el amor determinan esto; pero nunca puede pertenecer un hombre a esta Mí iglesia que no puede mostrar las características de esta.... Mí Obrar del Espíritu, que tiene la fe y el amor como fundamento.
“Mí reino no es de este mundo”, por lo que Mis palabras bien iban dirigidas a los hombres de este mundo, pero tenían un significado espiritual, porque deberían ayudar a fundar Mí reino espiritual, fueron dadas en vista del reino que existe fuera de este mundo, que no desaparece en la eternidad. Lo que exigí de los hombres debería asegurarles la vida eterna en el reino espiritual, Mis demandas bien deberían cumplirse en la tierra, pero no con acciones terrenales en las que el alma no podía ser involucrada.... sino el alma tiene que obedecer a Mi voluntad.... Ella sola tiene que encaminar su transformación, y si lucha con sinceridad, ya es miembro de Mí iglesia, porque entonces el hombre también tiene la fe, y lo que interiormente le impulsa a esforzarse con celo, ese es Mi Espíritu, Mí Voz, que él capta y que trata de obedecer. Y este obrar espiritual demuestra la pertenencia a Mi iglesia.... que entonces también hace feliz....
Llevé el Evangelio puro a los hombres, expliqué a los hombres todo lo que era necesario para poder entrar en Mí reino, que no es de este mundo.... Les enseñé a practicar el amor y entonces les enseñé el camino que lleva hacia arriba al reino de la felicidad, reuní a Mi alrededor a todos los que habían sido mal enseñados hasta ahora, y así que Yo era su predicador, Quien representaba Su iglesia y quería donar su efecto dichoso a los hombres quienes Le escuchaban....
Por lo tanto, Yo fundé la verdadera iglesia cuando caminé sobre la tierra y acepté a todos en ella.... Judíos, gentiles, aduaneros y pecadores.... y quienes creyeron en Mí, que aceptaron Mí enseñanza y vivieron de acuerdo con ella, a quienes también envié Mí Espíritu después de Mí muerte.... el símbolo de Mí iglesia, que no puede ser vencida por las puertas del infierno....
¿Pero dónde está la Obra del Espíritu en la iglesia que se llama a sí misma “la única de la salvación? Mi Espíritu ciertamente puede soplar allí también, pero entonces el vínculo con Mi iglesia debe haber precedido, porque solo Yo derramo Mi Espíritu, y siempre allí, donde se cumplen las condiciones, que llevan como consecuencia Mi Obrar del Espíritu. Y allí también será reconocible la verdadera Iglesia de Cristo, porque todo lo que se haga contra las personas que pertenecen a ella, no podrán ser vencidos ni reprimidos, y si el infierno mismo va contra ellas.... ella es insuperable porque es Mi Obra.... Porque solamente ella es la iglesia espiritual que lleva a la Salvación, porque no puede haber cristianos falsos en ella, ya que ellos mismos se excluyen de la comunidad de creyentes, y es por eso que no son verdaderos confesores de Cristo y representantes creyentes de Mi nombre cuando son puestos a prueba.
Y esta prueba de fe se les exigirá, se les exigirá a todos los que se llaman a sí mismos creyentes, y entonces se verá quien pertenece a la iglesia correcta, la iglesia que Yo Mismo he fundado; entonces se demostrará dónde está trabajando Mi Espíritu y qué fuerza puede dar a aquellos que son atacados por Mi nombre, pero quienes Me confesarán con alegría ante el mundo, si la decisión es requerida.
Y luego también se verá lo poco que cumple la iglesia y lo que promete, que se llama a sí misma la única de salvación.... Cómo caerán todos aquellos los que ciertamente pertenecen a esta pero no a Mi iglesia, y los que ahora reconocen su falta de estabilidad, pero no el valor espiritual de una iglesia que se basa en la fe que tiene la fuerza de un Pedro....
Porque cada una de Mis palabras fue y debe entenderse espiritualmente y solo se puede comprender si Mi Espíritu puede obrar en una persona. Pero entonces su fe está viva y solo lucha por el reino que no es de este mundo....
Amén
TraductorEr bestaat geen "alleen zaligmakende kerk" als daar een wereldlijke organisatie mee bedoeld is. Wie echter tot de kerk behoort die door MIJ op de aarde gesticht is, die zal zalig worden. Want het garandeert hem al de eeuwige zaligheid dat hij lid is van Mijn kerk, dat hij dus in het geloof leeft dat door de liefde tot een levend geloof is geworden.
Niet de "kerk" verzekert de mens de zaligheid, maar het geloof en de liefde. En die kunnen nog wel geheel ontbreken ondanks het behoren tot een kerk die door mensen in het leven werd geroepen, en als de alleen zaligmakende kerk door MIJ zou zijn gesticht.
Wel kunnen er uit elke kerkelijke gemeenschap of geestesrichting ware leden van Mijn kerk voortkomen, want alleen het geloof en de liefde zijn daarvoor doorslaggevend. Maar nooit kan een mens tot Mijn kerk behoren die niet de kenmerken ervan bezit: het werken van Mijn GEEST dat het geloof en de liefde tot grondslag heeft.
Mijn Rijk is niet van deze wereld. Deze Woorden van MIJ waren wel tot de mensen van deze wereld gericht maar hadden een geestelijke zin, want zij moesten Mijn geestelijk rijk helpen vestigen . Ze waren gegeven met het oog op het Rijk dat buiten deze wereld bestaat en in eeuwigheid niet vergaat. Dat, wat IK van de mensen vroeg, moest hun een eeuwig leven in het geestelijke Rijk verzekeren. Mijn geboden moesten wel op de aarde worden nagekomen, maar niet door wereldlijke handelingen waarbij de ziel niet betrokken hoefde te zijn - integendeel, de ziel moet Mijn Wil vervullen.
De ziel alleen moet haar omvorming teweeg brengen. En als zij daar oprecht naar streeft is zij "reeds een lid van Mijn kerk". Want dan heeft de mens ook het juiste geloof - en wat hem innerlijk aanspoort zich ijverig in te spannen, dat is Mijn GEEST, Mijn Stem, die hij verneemt en hij is er op gericht hieraan gevolg te geven. En dit werken van de GEEST bewijst, dat hij tot Mijn kerk behoort, wat hem dan ook zalig maakt.
IK bracht de mensen het zuivere Evangelie. IK gaf hun opheldering over alles wat nodig is om in Mijn rijk, dat echter niet van deze wereld is, te kunnen ingaan. IK leerde hun de liefde te beoefenen en gaf hun daarmee de weg aan die omhoog voert in het Rijk van de hemelse vreugde. Ik verzamelde allen om MIJ, die tot dan toe onjuist onderricht waren. Dus was IK ook hun Prediker, DIE Zijn kerk introduceerde en haar zaligmakende werking aan de mensen wilde doen toekomen die HEM aanhoorden. IK stichtte dus de ware kerk toen IK op aarde was en nam allen daarin op: Joden - heidenen - tollenaars en zondaars. En die in MIJ geloofden, Mijn leer aannamen en er ook naar leefden, die zond IK na Mijn dood ook Mijn GEEST - het kenteken van Mijn kerk - die door de poorten der hel niet overwonnen kan worden.
Waar echter is het werken van de Geest in de kerk die zich "de alleen zaligmakende" noemt? Wel kan ook daar Mijn GEEST waaien, maar dan moet de verbinding met Mijn kerk zijn voorafgegaan. Want IK alleen giet Mijn GEEST uit maar IK doe dat altijd alleen daar - waar de voorwaarden vervuld worden die het inwerken van Mijn GEEST als gevolg hebben. Daar zal ook de "ware kerk van CHRISTUS" te herkennen zijn.
En wat er ook tegen de mensen die bij haar behoren ondernomen wordt, zij zullen niet overwonnen of verdrongen kunnen worden - al staat zelfs de hel tegen hen op. Ze is onoverwinnelijk omdat ze Mijn werk is, omdat ze alleen de geestelijke kerk is die tot zaligheid voert. Omdat er in haar ook geen schijnchristenen kunnen zijn - want die sluiten zichzelf uit van de gemeenschap der gelovigen - en kunnen daarom ook geen ware belijders van CHRISTUS en gelovige verdedigers van Mijn Naam zijn, als zij op de proef worden gesteld.
En deze beproeving van het geloof zal van de mensen gevraagd worden; ze wordt van alle gevergd die zich gelovig noemen - en dan zal het blijken wie tot de ware kerk - de kerk die IKZelf gesticht heb, behoort. Dan zal blijken waar Mijn GEEST werkzaam is en welke kracht HIJ zal geven aan hen die terwille van Mijn Naam aangevallen worden. Die echter met blijdschap MIJ belijden voor de wereld als de beslissing van hen gevraagd wordt.
Dan zal blijken hoe weinig de kerk die zich de "alleen zaligmakende " noemt nakomt van wat ze belooft. Hoe allen die wel tot haar echter niet tot Mijn kerk behoren, af zullen vallen. Zij zullen dan hun hulpeloosheid beseffen en bemerken, maar door gebrek aan het licht van de liefde zullen ze toch de waarde van de kerk die op een levend geloof gegrondvest is, die de sterkte heeft van de rots Petrus, niet inzien. Want elk Woord van MIJ was en is geestelijk uit te leggen en kan ook alleen dan begrepen worden als Mijn GEEST in een mens kan werken. Dan echter is ook zijn geloof levend en hij streeft alleen nog naar het Rijk dat niet van deze wereld is.
Amen
Traductor