• Volver

Jesús vino a los débiles, enfermos y necesitados

Yo, Jesús vine a los débiles, enfermos e indigentes al mundo, pues los fuertes y sanos no me necesitan, ellos encontraban solos el camino, al menos se creían encontrarlo, y primeramente, cuando se extraviaban, reconocían su debilidad y me llamaban a Mí, si no bastaba su propia fuerza para dominar la vida.

Todos los que a Mí me llaman, los que me necesitan, están débiles y enfermos en sus almas, y a todos ellos vengo Yo de socorro, porque ellos manifiestan su estado de emergencia con su grito a Mi de socorro, del que por medio de Mí esperan salvación. Vosotros hombres sois todos débiles y enfermos, y dichoso de aquel que lo reconoce. Mas los que se sienten fuertes y sanos, están en una mala situación, pues a ellos no se les puede ayudar.

Y son muchos los que creen que no necesitan ninguna ayuda, son muchos los que están convencidos de su propia fuerza y muy fácilmente se sirven de la fuerza de aquel que quiere ganárselos para él, quien los refuerza en su arrogante creencia y quien por eso les envía fuerza, no obstante, no sin la medida equivalente. Él exige el alma y a cambio da al cuerpo lo que él pide.

Mas Yo soy el Médico de los enfermos y débiles, Yo soy el Consolador de los afligidos y la esperanza de los desanimados. Todos ellos vienen a Mí, y no pedirán en vano, Yo les prometo a todos Mi Ayuda, aunque vosotros hombres no la esperimentéis inmediatamente. Pero entonces sé Yo también por qué, y vosotros no estáis sin embargo abandonados, pues a Mí nadie me llama en vano, quien pide ayuda desde dentro del corazón.

Veníd todos a Mí, los que estáis penosos y cargados, Yo os quiero refrescar. Así, pues, os he prometido Mi Ayuda, y así también os está asegurada. Pensad siempre en eso, si los apuros os son dirigidos, si os sentís agobiados corporal o síquicamente, si la vida terrenal os carga gravemente, si necesitáis auxilio.

Entonces pensad en que Yo vine una vez a los pobres, enfermos y débiles y también ahora a cualquier hora, y que Yo sólo estoy aguardando a que me llaméis, para darme a reconocer a vosotros de que Yo quiero ser llamado, para que reconozcáis libremente de por sí vuestra debilidad y tengáis anhelo de Mi, de vuestro Médico y Ayudante, lo cual demostráis por medio de vuestra llamada, en la fe de que Yo os puedo ayudar y os quiero ayudar, y a esta fe jamás dejo Yo que sea frustrada.

Amén

Tot de zwakken, zieken en behoeftigen kwam Jezus

Voor de zwakken, zieken en behoeftigen ben Ik in de wereld gekomen, want de sterken en gezonden hadden Mij niet nodig. Zij vonden hun weg alleen wel, geloofden tenminste hem te vinden, en pas wanneer zij op een dwaalspoor geraakten, beseften zij hun zwakheid en riepen naar Mij, wanneer hun eigen kracht niet meer toereikend was om het leven de baas te worden. Allen die naar Mij roepen, die Mij nodig hebben, zijn zwak en ziek van ziel, en hen allen kom Ik te hulp omdat zij, door Mij aan te roepen, bekennen dat zij in nood zijn waaruit zij door Mij gered hopen te worden. U mensen bent allen zwak en ziek en gelukkig diegenen die het inzien. Die zich echter sterk en gezond voelen, zijn er slecht aan toe, want zij kunnen niet geholpen worden. En er zijn er veel die geloven geen hulp nodig te hebben. Velen zijn er die van hun eigen kracht overtuigd zijn en zeer gemakkelijk gebruik maken van de kracht van hem, die hen voor zich winnen wil. Die hen versterkt in hun arrogant geloof en hun daarom de kracht doet toekomen, echter niet zonder een wederdienst. Hij verlangt de ziel en geeft daarvoor het lichaam wat het verlangt.

Ik echter ben de Arts van de zieken en zwakken. Ik ben de Trooster van de bedroefden en de Hoop van de moedelozen. Zij allen komen tot Mij en zij zullen niet tevergeefs smeken. Ik zeg hun allen mijn hulp toe, ook als u mensen ze niet direct ondervindt. Dan echter weet Ik ook waarom en bent u nochtans niet verlaten, want niemand roept Mij tevergeefs aan als hij vanuit zijn hart om hulp smeekt. Kom allen tot Mij die vermoeid en belast zijt en Ik zal u verkwikken. Zo heb Ik u mijn hulp beloofd en dus kunt u daar ook van op aan. Denk daar steeds aan wanneer u in nood verkeert, wanneer u zich lichamelijk of geestelijk gekweld voelt. Wanneer het aardse leven zwaar op u drukt, als u hulp nodig hebt. Denk er dan aan dat Ik eens vroeger tot de armen, zieken en zwakken kwam, en ook nu nog, en dat Ik slechts op uw roep wacht om Mijzelf aan u bekend te maken. Dat Ik echter aangeroepen wil worden opdat u helemaal uit uzelf uw zwakheid inziet en naar Mij, uw Arts en Helper verlangt. Dat u door uw roepen uw geloof bewijst dat Ik u helpen kan en wil, en zo'n geloof zal Ik nooit beschamen.

Amen