Comparar anuncio con traducción

Otras traducciones:

Vida terrenal – Apariencia de vida....

La vida terrenal es solo una existencia falsa. Una vez que vosotros los humanos llegáis a esta realización, habéis alcanzado el nivel en el que estáis subiendo. Entonces vivéis conscientemente, luego trabajáis hacia la vida, que es la existencia real, que comienza entonces cuando tu cuerpo, la cáscara material de tu alma, se cae y el alma ahora puede ascender libremente al reino mental. Todo lo que surge en la tierra ante vuestros ojos, todo lo que es visible para vosotros, es solo por un corto espacio de tiempo sustancial mental formada, que como materia debe cumplir su propósito en la tierra, para permitir la maduración mental. Y la vida terrenal en sí misma es solo una función puramente física, siempre y cuando el alma en vosotros aún no tenga conocimiento ninguno de lo que era, es y debería ser....

Si el alma no obtiene este conocimiento en la vida terrenal, entonces cree más en la realidad de la vida, considerando que la vida terrenal es significativa por sí misma y, por lo tanto, buscará vivir en la tierra durante mucho tiempo y bien; Y solo en el momento del reconocimiento se desvanece este deseo, porque entonces la vida verdadera toma conciencia y la vida terrenal desvanece en el mismo momento en que la vida real gana valor. Solo entonces puede distinguir la apariencia y la realidad, solo entonces vive conscientemente....

Se le ha dado vida para que pueda demostrar su voluntad en una apariencia de existencia, para que pueda operar en un cierto estado de fuerza, donde pueda usar la fuerza vital, de una manera que agrade a Dios, y así adquirir un derecho, para recibir fuerza en abundancia en la vida real y utilizarla en el sentido que Dios quiere. Así que ella tiene que tomar una vida de prueba antes, para demostrar que es adecuada para recepción de fuerza sin medida. Ya que la utilización de esta fuerza significa ya la vida real, donde el alma puede ser creativamente activa y también tiene un efecto redentor a gran escala. Por el fracaso en la vida de la tierra, debido al uso incorrecto de la fuerza vital a su disposición, pierde el suministro de energía en la vida real, que usaría entonces también erróneamente, si fluyera incondicionalmente hacia ella.

Debe haber alcanzado un cierto grado de madurez en la vida terrenal, lo que ahora lo hace adecuado como un receptor de fuerza y un usuario en el reino mental. Y para eso, se le ha dado la existencia en la tierra. Pero sobre todo esto se ve como un fin en sí mismo, no como un medio para un fin y luego se usa incorrectamente.... Y es considerado como lo único-deseable, aunque cada hombre sabe que él mismo no puede alargarse esta vida ni por un solo día cuando su hora ha llegado. Y eso es precisamente lo que debería hacer que se dé cuenta de la inutilidad y la transitoriedad de lo que le parece muy importante. Como una persona inteligente tendría que cuidar el “después” y no estar satisfecho con las cosas que están sujetas a la ley de transitoriedad.

La vida terrenal es solo una vida ilusoria, algo prestado que puede tomarse de nuevo a cualquier hora.... Pero el hombre debe mantener bien los bienes prestados, debe usarlo para que genere un gran interés, pero no material terrenal, pero la riqueza mental debe adquirirse con ellos, entonces la energía vital se usa correctamente y la vida de prueba se revive con éxito, y entonces el hombre es apto para la vida mental, para la vida real, la vida que dura para siempre....

Amén

Traductor
Traducido por: Hans-Dieter Heise

Schijn en werkelijkheid

Het aardse leven is alleen maar een schijnbestaan. Zodra u, mensen tot dit inzicht komt, bent u op die trede aangekomen waar het naar omhoog gaat. U leeft dan bewust, u werkt dan naar het licht toe dat het werkelijke zijn is, dat pas begint als uw lichaam, de stoffelijke omhulling van uw ziel, afvalt - en de ziel zich vrij verheffen kan in het geestelijke rijk. Alles wat op aarde voor uw ogen bestaat, alles wat voor u zichtbaar is - is geestelijke substantie die slechts voor korte tijd vorm is gegeven, die als materie haar doel op aarde moet vervullen, nml. het geestelijk volledig tot ontwikkeling komen mogelijk te maken. En het aardse leven zelf is ook alleen een puur lichamelijke functie, zolang de ziel in u nog zonder enig inzicht is in wat zij was, is en zijn moet. Verkrijgt de ziel dit inzicht niet in het aardse leven, dan gelooft zij wel des te meer aan de realiteit van het leven, zij houdt dan het aardse leven voor alleen belangrijk en streeft er daarom naar heel lang en aangenaam op aarde te leven. Pas op het moment van inzicht verflauwt dit verlangen, omdat haar dan het eigenlijke leven bewust wordt en het aardse leven in dezelfde mate verbleekt, als het werkelijke leven aan waarde wint. Pas dan kan zij schijn en werkelijkheid onderscheiden, pas dan leeft ze bewust.

Het leven is haar gegeven opdat zij in een schijnbestaan haar wil kan bewijzen, dat zij in een bepaald stadium van kracht aktief kan zijn, waarin zij de levenskracht kan benutten op een GOD welgevallige manier en daardoor zich het recht verwerft, in het werkelijke leven kracht in overvloed te ontvangen en die produktief te maken, zoals door GOD bedoeld.

De ziel moet dus eerst een proefleven afleggen, om blijk te geven, geschikt te zijn een onmetelijke kracht te ontvangen. Want het produktief maken van deze kracht is pas het eigenlijke leven, waarin de ziel scheppend bezig wordt en ook in omvangrijke mate verlossend werkt. Door het falen in het proefleven, door het verkeerd gebruik van de voor dit leven ter beschikking staande levenskracht, verspeelt zij voor zich de toevoer van kracht in het werkelijke (geestelijke) leven, die ze dan eveneens verkeerd zou gebruiken - als die haar zonder meer zou toestromen.

De ziel moet een zekere graad van rijpheid bereikt hebben in het aardse leven, die haar nu als krachtontvanger en –gebruiker, in het geestelijke rijk bruikbaar maakt. En daartoe is haar het aardse leven gegeven. Maar meestal wordt het aardse leven als doel op zichzelf gezien, niet als middel tot het doel - en dan ook verkeerd gebruikt. Het wordt gezien als het enig begerenswaardige, ofschoon het ieder mens bekend is dat hij voor zichzelf dit leven niet voor een dag kan verlengen, als zijn uur gekomen is. En juist dat zou hem de waardeloosheid en de vergankelijkheid ervan moeten laten inzien van dat, wat hem bovenmate belangrijk toeschijnt. Hij zou als verstandig mens voor dat wat hierna komt moeten zorgen - en zich niet tevreden stellen met dingen die aan de wet van de vergankelijkheid onderworpen zijn. Het aardse leven is slechts een schijnleven - iets geleends, dat elk uur weer terugverlangd kan worden. Maar met geleend goed moet de mens goed omgaan. Hij moet het zo gebruiken dat het hem rijkelijk rente opbrengt, weliswaar niet aards materieel, maar geestelijke rijkdom moet daarmee verworven worden. Dan is de mens geschikt voor datzelfde leven, voor het eigenlijke leven dat eeuwig duurt.

Amen

Traductor
Traducido por: Gerard F. Kotte