Los hombres que todavía languidecen en la materia también se desviven para esta con todos sus sentidos...
Pero el objetivo de la vida en la Tierra como hombre es vencer la materia... soltarse de ella... matar todo deseo por lo que el mundo ofrece a los hombres... Porque únicamente superando todo esto el alma alcanza la madurez necesaria para entrar en el Reino espiritual.
No hace falta que la añoranza de cosas terrenales sea un pecado, a pesar de que estorba al hombre en su desarrollo hacia lo Alto. Pero fácilmente puede inducir al pecado porque el deseo procura conseguir el objeto de su añoranza - y eso frecuentemente de manera ilegal.
Cuanto más grande y fuerte es una pasión por cosas que procuran al cuerpo un placer, tanto más todos los esfuerzos y afanes del hombre están orientados hacia ella... lo que puede despertar en él inclinaciones y propiedades malas que pueden perjudicar al congénere. Por eso, a vosotros los hombres, os he dado el Mandamiento:
“¡No desearás la mujer de tu prójimo ni tampoco sus cosas como casa, campo, siervo o sierva, ni nada de cuanto a tu prójimo pertenece!”.
Para vosotros toda propiedad del congénere debe ser sagrada, pues no debéis procurar de apropiaros de lo que pertenece al prójimo. Tan sólo el pensamiento de querer quitárselo ya es un pecado, pues revela su voluntad y las tinieblas en que se encuentra su alma que aún no conoce el amor.
Aunque ante vuestros semejantes procuréis ocultar la frialdad de vuestros corazones, a Mí me resulta manifiesta por vuestros deseos. Y si tan sólo miráis los bienes de vuestro prójimo con deseos de tenerlos, en vuestros pensamientos ya faltáis al Mandamiento del amor al prójimo, porque en él no veis a vuestro hermano al que debéis amar como a vosotros mismos. El mismo derecho que reclamáis ante él –que respete vuestras riquezas– también lo debéis conceder a él. Debéis alegraros cuando el prójimo está bien, y debéis ayudarle para que aumenten sus bienes. Entonces ya estáis exitosos en vuestra lucha por vencer la materia, y obtendréis más tesoros de los que jamás podríais quitar a vuestro prójimo; porque el amor al prójimo os será recompensado por mi Amor que os dará un Tesoro de Gracia imperecedero - un Tesoro que excede todos los bienes y alegrías terrenales.
Por eso, si no quieres faltar contra el Mandamiento del amor al prójimo –el que sólo os di para facilitaros el camino hacia la Altura–, respeta y protege también la propiedad de tu prójimo y prívate de toda codicia, porque únicamente por el amor al prójimo podéis ganaros mi Amor, y únicamente por el amor podéis llegar a ser bienaventurados.
Amén
TraductorDe mensen die nog smachten in de materie, begeren deze ook met al hun zinnen. Het doel van het leven op aarde als mens is echter het overwinnen van de materie, het loslaten ervan, het doden van elk verlangen naar alles wat de wereld de mens biedt, want alleen door het overwinnen ervan, bereikt de ziel de rijpheid die nodig is om binnen te gaan in het geestelijke rijk. Het begeren van aardse zaken hoeft geen zonde te zijn, ofschoon het de mensen hindert bij hun positieve ontwikkeling, maar het kan makkelijk tot zonde leiden, want de begeerlijkheid tracht zich het voorwerp van het verlangen te verschaffen en vaak op onrechtmatige wijze.
Hoe groter en sterker een hartstocht voor zaken is die het lichaam genoegen bereiden, des te meer is het denken en streven van de mens daarop gericht en kan slechte driften en eigenschappen in de mens opwekken die schadelijke gevolgen hebben voor de medemens. En daarom heb IK u, mensen het gebod gegeven: "Gij zult niet begeren de vrouw van uw naaste, zijn huis, knecht en akker, noch alles wat het zijne is".
Elk bezit van de medemens moet u heilig zijn, niets zult u trachten u toe te eigenen wat uw naaste toebehoort, en alleen al de gedachte eraan het van hem af te nemen is een zonde, want ze verraadt zijn wil, de duisternis van de ziel, die nog geen liefde kent.
En hoewel u voor uw medemensen uw gevoelloos hart tracht te verbergen, is het MIJ duidelijk door uw begeren, en zodra u verlangend kijkt naar de goederen van uw naaste, overtreedt u in gedachte het gebod van de naastenliefde, want u ziet in de naaste niet uw broeder, die u moet beminnen als uzelf. Het zelfde recht dat u tegenover hem handhaaft om uw rijkdom te eerbiedigen, moet u ook hem toekennen. U moet u verheugen wanneer het uw naaste goed gaat en hem helpen zijn bezit te vergroten, dan voert u de strijd om de materie te overwinnen met succes, dan verwerft u meer schatten dan u ooit van uw naaste zou kunnen nemen, want de liefde tot uw naaste wordt u beloond door Mijn Liefde en Deze geeft u waarlijk een onvergankelijke schat aan genade die tegen alle aardse goederen en vreugden opweegt.
Eerbiedig en bescherm daarom ook het bezit van uw naaste en houd elke begerigheid verre van u, als u niet in strijd wilt handelen met het gebod van de naastenliefde, dat IK u alleen maar gegeven heb, om u de klim omhoog makkelijk te maken, want slechts door de liefde tot de naaste zult u Mijn Liefde kunnen verwerven en alleen maar door de liefde zalig worden.
Amen
Traductor