La misericordia de Dios no tiene límites, el amor de Dios es infinito, su paciencia inconmensurable, y por lo tanto sus criaturas no pueden perecer eternamente, de lo contrario no sería perfecto. Por lo tanto, también es erróneo hablar de la condenación eterna si se debe entender como un concepto de tiempo que pretende denotar algo interminable. Porque esa condena eterna significaría entonces algo completamente perdido para Dios.... es decir, algo que finalmente ha sido cedido a su adversario, que originalmente surgió de Dios y le fue arrebatado por su adversario.... Pero entonces este adversario sería más grande que Dios, sería, por así decirlo, el vencedor y superior a Dios en poder y fuerza, lo cual, sin embargo, nunca es ni puede ser, pues ningún ser puede acercarse a Su perfección, a Su fuerza y poder y sabiduría. Lo que ha surgido de Él permanece eternamente de su propiedad, sólo temporalmente separado de Él, es decir, a la mayor distancia, por su propia elección. Pero incluso esta distancia no es un estado permanente, porque el ser, para ser feliz, tiene que ser tocado por la emanación de fuerza de Dios, y.... si no tiene la voluntad de hacerlo por sí mismo, se ve capturado por el amor y la misericordia de Dios, que quiere prepararle el estado de bienaventuranza. Por lo tanto, la condenación eterna también contradiría el amor y la misericordia de Dios, o bien estos serían limitados, lo que implicaría una pérdida de la perfección de Dios. Un ser supremamente perfecto no tiene debilidades humanas, pero la ira eterna sería una característica humana inferior, así como todo estado de castigo de duración eterna no podría llamarse principio divino, pues lo divino se caracteriza por el amor.... El amor, sin embargo, salva y ayuda, perdona y hace feliz y nunca apartará nada para siempre. El adversario de Dios, en cambio, carece del principio divino, el amor, y su objetivo será siempre tirar hacia abajo eternamente el ser hacia sí. Y es él quien confunde el concepto de eternidad de la gente, él es quien trata de presentar a Dios como despiadado y duro para así ahogar el amor por Él.... es el adversario que no conoce la misericordia y por eso busca sin escrupúlos hacer miserables a las almas, él es quien quiere privarlas de toda posibilidad de ayuda para arruinarlas para siempre. Y encuentra seguidores dispuestos a su enseñanza de la condenación eterna.... todos los cuales no reconocen a Dios en su amor infinito, pues de otra manera no podrían creer en esta enseñanza. Sin embargo, siempre se transmitirá la verdad a la gente y se iluminará el error de forma muy clara, para que Dios sea reconocido y amado como el Ser más perfecto, para que la gente se una a Él y deteste a su adversario....
Amén
TraductorGods barmhartigheid kent geen grenzen, Gods liefde is oneindig. Zijn geduld is onmetelijk en daarom kunnen Zijn schepselen niet voor eeuwig verloren gaan, daar Hij anders niet volmaakt zou zijn. Het is daarom ook verkeerd van een eeuwige verdoemenis te spreken wanneer daar een denkbeeld van tijd onder te verstaan is dat iets nooit eindigends moet omschrijven. Want zo'n eeuwige verdoemenis betekende dan echter: iets dat voor God geheel verloren zou zijn, dus dat het wezenlijke dat oorspronkelijk van God is uitgegaan en door Zijn tegenstander aan Hem is ontrukt, voorgoed aan Zijn tegenstander is afgestaan. Dan zou echter deze tegenstander groter zijn dan God, hij zou in zekere zin overwinnaar zijn en in macht en kracht superieur zijn aan God, wat echter nooit kan bestaan of gebeuren, want met Zijn volmaaktheid, met Zijn kracht en macht en wijsheid kan niemand zich meten.
Wat uit Hem is voortgekomen, blijft eeuwig in Zijn bezit, slechts tijdelijk van Hem gescheiden, dat wil zeggen zich op grote afstand bevindend, omdat het dit zelf zo wil. Maar ook deze verwijdering is geen toestand die blijvend is, omdat het wezen om gelukzalig te zijn, door de uitstraling van Gods kracht moet worden aangeraakt en, als het daar zelf niet de wil toe heeft, door de liefde en barmhartigheid van God wordt vastgepakt, die hem de staat van gelukzaligheid wil bereiden. Een eeuwige verdoemenis zou daarom ook in tegenspraak zijn met Gods liefde en barmhartigheid, oftewel deze zouden begrensd zijn waardoor de volmaaktheid van God aan volkomenheid zou inboeten. Een hoogst volmaakt Wezen heeft geen menselijke zwakheden, een eeuwige toorn zou echter een minderwaardige menselijke eigenschap zijn, zoals ook elke eeuwigdurende toestand van straf geen goddelijke stelregel genoemd zou kunnen worden, want het goddelijke is gekenmerkt door de liefde. De liefde echter redt en helpt, ze vergeeft en maakt gelukkig en zal nooit iets voor eeuwig van zich afstoten.
Aan de tegenstander van God daarentegen ontbreekt het goddelijke principe, de liefde, en steeds zal zijn doel zijn, het wezenlijke voor eeuwig tot zich naar beneden te trekken. En hij is het die bij de mensen het begrip van eeuwigheid verwart, die tracht God als onbarmhartig en gevoelloos voor te stellen, om de liefde tot Hem te verstikken. Hij is het die zelf geen erbarmen kent en die daarom zonder bedenken tracht de zielen ongelukkig te maken, die hun elke mogelijkheid om geholpen te worden zou willen afnemen om ze voor eeuwig te verderven. En hij vindt gewillige aanhangers van zijn leer van de eeuwige verdoemenis, die allen God in Zijn oneindige liefde niet herkennen, daar zij anders deze leer geen geloof zouden kunnen schenken. Maar steeds zal de mensen de waarheid worden overgebracht en de dwaling fel belicht, opdat God als het volmaaktste Wezen herkend en bemind zal worden, opdat de mensen zich bij Hem aansluiten en Zijn tegenstander verafschuwen.
Amen
Traductor